1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 140

104

DE LEVENSSTROOM

accentsverandering in het Oude Testament van het Hebreeuwse woord „ahebh" van sexuele liefde naar liefde in de vorm van rechtschapenheid; zo zien wij ook in het voor-bijbelse Grieks, een overgang van de sensuele eros, door de liefde (in de vorm van vriendschap): philia, naar agapè: de liefde die in het Nieuwe Testament het voornaamste accent krijgt" (voetnoot pag. 39). Daarnaast geeft hij tevens aandacht aan de roep naar avontuur (anders gezegd exploratie-drift), die de mens ertoe brengt zijn leven te wagen bij de beklimming van de Mount Everest, of het bereiken van de Zuidpool, of de maan. De rode draad die door het boek loopt is deze, dat dergelijke verschijnselen bij de mens, naar het oordeelvan Sir Alister, een geschiedenis hebben. Het is zijn bedoeling - als bioloog - een bijdrage te geven tot het beter verstaan van de mens (uniek, doch slechts gedeeltelijk) door wat bij die mens gevonden (b.v. in de vorm van liefde of exploratiedrift) wordt, bij dieren te belichten. Liefde wordt door Sir Alister gebrekkig uitgewerkt. Het is ook niet eenvoudig om van ,,philia" en „agapè" voorbeelden in de dierenwereld te vinden. Het blijft in de dierenwereld in belangrijke mate bij „eros". Exploratie daarentegen is een verschijnsel dat bij dieren veel voorkomt. Er is bij gewervelden (vooral de zoogdieren) zelfs aanleiding om te denken dat er een centrum voor exploratie-activiteiten gevonden kan worden in de zgn. „Hippocampus-formatie" van het Telencephalon (eindhersenen). In zijn biologische benadering van de mens, waarop wij nader in zullen gaan, besteedt Sir Alister dan ook voornamelijk aandacht aan „exploratief gedrag" van verschillende soorten dieren (voornamelijk gewervelden). Naar het oordeel van de schrijver komt de beklemtoning van het gedrag van dieren door Sir Alister voort uit het zoeken van aansluiting van verschijnselen van dieren bij verschijnselen van de mens. Naar mijn gevoel accentueert hij daarbij, sterker dan verantwoord is, het onderzoek van het gedrag. Hij weekt dit, als het ware, los uit de overige kenmerken die dieren eigen zijn, en loopt daardoor gevaar dat critici hem van een „anthropomorphistische houding" zullen beschuldigen. Hij heeft de schrijver dan ook van het bijzondere belang van gedragstudie van dieren in verband met „liefde en exploratie-drang" bij de mens niet kunnen overtuigen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen