GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 300

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

244

I

i

1'

NATUUR EN OPENBARING

van het menselijk voortplantingsleven. Deze wordt geacht normatief te zijn, volgens het beginsel „natura artis magistra", de natuur is de lerares van de kunst. Theologisch gesproken ontleent de natuur haar normatief karakter aan het feit, dat zij het product is van een Verstand. „Opus naturae est opus intelUgentiae" het werk van de natuur is het werk van een verstand. En deze overtuiging hangt weer samen met een andere: de wereld is een geordend geheeel, doortrokken van doelgerichtheid of doelmatigheid, en daarmee ook van redelijkheid. De orde in de natuur verwijst naar een Schepper, en omgekeerd, het aannemen van een Schepper is weer een garantie voor de redelijkheid en doelmatigheid van de natuur. Met andere woorden: de orde in de natuur is de uitdrukking van Gods bedoeling en daarom kan zij een normatieve kracht hebben. Dit hele complex, dat hier zo kort mogelijk werd aangeduid, vormt de achtergrond van de traditionele sexuele moraal en heeft via de negentiende-eeuwse moraal-handboeken in kerkelijke milieus grote invloed gehad. Onder meer in het Romeinse milieu, dat in de huwelijksencycliek van Pius XI, „Casti Connubii" aan het woord komt. Sexualiteit is er om de voortplanting van het menselijk geslacht — men denke aan het befaamde dispuut over de doeleinden van het huwelijk en wat daarin primair is: de liefde of de voortplanting. (Vgl. ook de oorspronkelijke latijnse titel van de jongste encycliek: „Over de juiste regeling van de menselijke voortplanting"). Elke sexuele activiteit die de voortplanting niet kan dienen, is „tegennatuurlijk". En binnen het huwelijk dient elke strikte huwelijksbeleving gericht te blijven op de voortplanting. Dit is een coherent geheel en precies binnen dit geheel met zijn vooronderstellingen is het inderdaad moeilijk om een plaats in te ruimen voor het gebruik van voorbehoedmiddelen." In het vervolg van zijn artikel zet Prof. Arntz dan uiteen, dat deze visie niet meer de zijne is. „De meeste van deze vooronderstellingen echter zijn niet meer de onze. Voor ons is de natuur niet langer „de lerares van de kunst". Veeleer is zij de materie of de grondstof voor de kunst. De gelovige mens aanvaardt wel het bestaan van een Schepper, maar als hij tegelijkertijd evolutionistisch denkt, dan raakt hij ervan doordrongen, dat de feitelijke ordening van de natuur niet onmiddellijk Gods werk is, zó dat zijn bedoelingen met de mens daaruit rechtstreeks zouden kunnen worden afgelezen. Wij worden ons scherper bewust van het on-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 300

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's