GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 237

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

H. VERHEUL

193

op een meter nauwkeurig bekend! Bij toepassingen van de gravitatiewet moet ook rekening gehouden worden met de ongelijke massaverdeling in de aarde. Op oceanen en in gebergten zijn afwijkingen te verwachten in de nominale waarden van de intensiteit van het zwaartekrachtsveld. De gemeten afwijkingen zijn geringer dan men op grond van de massaverschillen zou verwachten. Dit niet opgeloste verschijnsel wordt de ,,zwaartekrachtsanomalie" genoemd. Successen boekte de gravitatiewet vooral in de hemelmechanica. Maar deze zo algemeen geformuleerde wet zegt dat tussen ieder tweetal deeltjes, op grote of kleine afstand, een aantrekkende kracht optreedt. Cavendish toonde in 1798 in een laboratoriumproef het bestaan van deze kracht tussen loodballen onomstotelijk aan. Uit deze metingen, die door Eötvös in de 19e eeuw zeer nauwkeurig herhaald werden kan de grootte van de universele gravitatieconstante G bepaald worden. Hoe zwak de gravitatiewisselwerking is moge uit het volgende voorbeeld blijken. Elektronen hebben een negatieve electrische lading e, die als de elementair lading opgevat wordt. Volgens de wet van Coulomb zullen twee elektronen elkaar dus afstoten met een kracht waarvoor een analoge formule geldt als voor de optredende aantrekkende gravitatiekracht. De verhouding van de groottes van deze twee krachten is 34 X lO'*"-, onafhankelijk van de afstand der elektronen. Door tijdgenoten van Newton werd de gravitatiewet, ondanks haar successen, met veel scepsis ontmoet. Huygens en Leibnitz verwierpen haar zelfs volledig. Afrekenend met de scholastiek beschouwden deze aanhangers van de mechanistische filosofie krachten als een effect van de beweging van materiële deeltjes. Lichamen konden elkaar alleen beïnvloeden door de botsingskrachten bij onmiddellijke aanraking, elke andere wijze van beïnvloeding werd verworpen. Deze vermeende zekerheid over het niet bestaan van een werking op afstand dreigde nu echter door aanvaarding van Newton's Wet overboord gezet te worden. De grote Huygens noemde het gravitatieprincipe dan ook volkomen absurd. Er werd een terugkeer naar middeleeuwse opvattingen in gezien. Newton, gevoelig voor deze kritiek, vond dat een aethertheorie geen bevredigende oplossing kon geven. Later, nadat hij de Universiteit van Cambridge mocht verdedigen tegen de aanvallen die Jacobus II op haar onafhankelijkheid deed en zijn land als schatkistbewaarder goede diensten had bewezen, wist hij alleen nog te zeggen dat het hem genoeg is te weten dat gravitatie bestaat en werkt volgens de door hem voorgestelde wet, die voldoende is voor de be-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 237

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's