GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 206

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

154

BOERHAAVE EN DESCARTES

Maar ook Leiden, waar de Franse wijsgeer zich voor de cursus van 1630 als studiosus matheseos had laten inschrijven, werd weldra beroerd door de onrust en spanningen, die zijn nieuwe ideeën bij hoogleraren en studenten beide, teweeg brachten. Naar aanleiding van onverkwikkelijke incidenten tijdens de publieke disputaties, verboden Curatoren, die de Aristotelische wijsbegeeerte met hun gezag beschermden, voortaan de naam van Descartes in te verdedigen stellingen te vermelden. Mede doordat toch Cartesianen tot hoogleraar werden benoemd, ging de strijd tegen de wijsbegeerte van Aristoteles door, zowel van theologische zijde: Johannes Coccejus (1603 - 69), als van Cartesiaanse kant. Dit werd Curatoren eindelijk te machtig, zodat ze op 16 januari 1676, zich allereerst tegen de leer van Coccejus richtend, een twintigtal stellingen formuleerden, welke noch publice noch privatim mochten worden verdedigd. Een door een drietal hoogleraren ontworpen en gepubliceerd kritisch bezwaarschrift, waarvoor de Cartesiaanse, bijna 80-jarige theoloog Abr. Heidanus (1597 -1678) de verantwoordelijkheid op zich nam, kostte de grijsaard zijn ambt. Bij de opstelling van dit geschrift was ook betrokken geweest de jonge Burcher de Volder (1643 -1709), bij wie Boerhaave in 1690 zou promoveren. Van hem zal Boerhaave het eerst over Descartes en zijn inzichten geleerd hebben. De Volder geldt als een gematigd Cartesiaan. Hij was wijsgerig goed onderlegd en ontwikkeld en correspondeerde met Leibniz; ook legde hij zich als physicus toe op het experiment en komt hem de eer toe in 1675 het eerste universitaire natuurkundig laboratorium te hebben opgericht. Reeds tientallen jaren rustte de pen van de Franse wijsgeer, toen Boerhaave gedurende 6 jaar filosofie studeerde. Maar juist na zijn dood had de leer van Descartes sterk aan invloed gewonnen, ook onder de geneeskundigen. Hoe is het te verklaren, dat de idealistische, rationalistische wijsbegeerte van Descartes in een eeuw, dat de geneeskunde zich door waarneming en experiment, ook in Holland, zo gunstig ontwikkelde, zulk een greep kreeg op het denken van een aantal Nederlandse medici? Descartes had het uitgangspunt van zijn denken wel in het zelfbewustzijn gekozen: cogito, ergo sum, je pense, done je suis, en het denkvermogen wel als de voornaamste bron der kennis beschouwd, maar hij had ook, ondanks zijn gehechtheid aan het katholieke geloof, de universele twijfel geleerd en in de wetenschap alle autoriteits-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 206

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's