GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 30

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

26 DE V.U. IN OORLOGSTIJD

den term „Belgische Opstand" niet uitsluitend worden

verstaan de feitelijkheden, die zich in 1830 en volgende

jaren hebben voorgedaan, maar dat ook de voorge-

schiedenis en de afloop, zoowel als de oorzaken van

den opstand in het onderzoek worden betrokken.

Het ging hier dus om „Groen en de Belgische Opstand", maar de

schrijver is van meet af een andere richting ingeslagen. Dit blijkt

uit zijn inleiding. „Het doel van dit geschrift" — zoo zegt hij

daar — „is dus te bezien, hoe de houding van Groen als historicus

en als staatsman was tegenover de verhouding tussen Nederland

en België". Op die wijze wordt het object van onderzoek niet

onbelangrijk verschoven. Het is in verband hiermede niet te ver-

wonderen, dat hij meer aandacht schenkt aan Groen als historicus

dan aan hem in zijn qualiteit eerst van referendaris bij, later secre-

taris van het kabinet des konings. Hij zegt betrekkelijk weinig

over hetgeen hem hoofdzaak had moeten zijn en zwijgt zelfs geheel

over Groen's aandeel in de totstandkoming van de Koninklijke

Boodschap van 11 December 1829 en zijn oordeel over 's Konings

politiek van volharding.

Daarentegen handelt hij vrij uitvoerig over Groen's zienswijze

betreffende het ontstaan der „tweelingnatie Nederland—België"

in de 16de eeuw en aangaande de door de Republiek gevolgde

politiek tegenover de Zuidelijke Nederlanden. Na het zooeven

genoemde, tezamen met de verhouding Nederland-België in 1815

en de Vereeniging van beide landen in het eerste hoofdstuk be-

handeld te hebben, gaat hij over tot zijn tweede: „Groen in zijn

verhouding tot de Belgische kwestie beschouwd als uiting van het

revolutionair beginsel, belichaamd in het liberalisme".

Deze indeeling houdt verband met de in de inleiding uiteengezette

zienswijze, dat Groen voor 1830 onder den invloed stond van de

Romantiek, terwijl hij daarna vooral moet worden beschouwd als

strijder tegen het liberalisme. De Faculteit acht het maken van

een zoo scherpe inkerving in een bepaald jaar niet gelukkig. De

verandering, die in Groen's denken ongetwijfeld valt te consta-

teeren, heeft zich te geleidelijk voltrokken dan dat daaraan het

principe om de stof in te deelen zou kunnen worden ontleend;

zoo acht zij het onmiskenbaar, dat in Groen's staatkundige be-

schouwingen reeds anti-revolutionaire elementen te onderkennen

zijn, voordat de groote verandering op godsdienstig gebied bij

hem haar beslag gekregen heeft. Groen heeft zelf reeds opgemerkt,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's

De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's