De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 131
PROF DR J. F KOKSMA 119
pleit hier en daar een organisatievorm, die in menig opzicht de
onze nadert. Men zie echter nooit over het hoofd, dat de eenheid
der Vrije Universiteit niet, zelfs niet in de eerste plaats, steekt in
haar organisatievorm, doch in de leidende beginselen.
Hoe dit alles zij, de hoogleeraren der Openbare Universiteiten
kwamen door den eisch tot college-geven aan teekenaars indivi-
dueel te weigeren in dergelijke moeilijkheden, dat hun tenslotte
geen uitweg meer overbleef dan onder te duiken met op zijn minst
het risico, dat hunne eigendommen zouden worden „gepulst".
Onderduiken! Dat was na zijn weigering om de loyaliteitsverkla-
ring te teekenen, ook het parool voor den student, die zich op
6 Mei 1943 niet wilde melden (op grond van een daartoe strek-
kende algemeene oproep aan de niet-teekenaars met verdragende
dreigementen aan het adres der ouders) voor den verplichten arbeid
in Duitschland. En er werd gedoken! Algemeen. Als boerenknecht
naar buiten, of als cellulair gevangene op een bovenkamertje bij
een familielid; het deed er niet toe. Het Studiefonds der Vrije Uni-
versiteit onder de doortastende leiding van Prof. Coops, deed zich
hier op de meest moedige en royale wijze kennen!
Er g i n g e n ook studenten zich melden voor Duitschland. Van
de Vrije Universiteit niet veel: ± 35; in heel Nederland onge-
veer 2600. Na hun melding werden zij in Ommen geconcentreerd
en van daar als arbeiders over Duitschland gedistribueerd. Over
hun lotgevallen daar zou men uren kunnen vertellen. H u n daad
werd verschillend beoordeeld. Vóór hen pleitte, dat zij hadden
geweigerd om te teekenen. Velen gingen om hun ouders represail-
les te besparen, soms na sterken aandrang, soms tegen den zin der
ouders. Tegen hen getuigde, dat ze w i s t e n voor den vijand te
moeten werken, dat ze óók hadden kunnen onderduiken.
Na verloop van tijd, werd het ons in Nederland wel duidelijk, dat
de Nederlandsche studenten het niet rooskleurig in Duitschland
hadden, dat ze gaarne terug wilden, dat de geest onder hen goed
was gebleven, kort: dat ze afgezien van enkele profiteurs, die den
Duitschers naar de oogen keken om een gemakkelijker baantje te
verwerven, steun, belangstelling en raad uit het vaderland noodig
hadden. Uit besprekingen groeide een klein interacademiaal comité,
dat geregeld te Utrecht vergaderde. Het verzamelde gegevens en
gaf die via enkele hoogleeraren der betreffende Universiteit aan
de ouders door. Het kon gebeuren, dat ouders, wier zoon in
Duitschland was omgekomen, hetzij door ziekte, hetzij door een bom-
bardement of in een strafkamp, dit pas na maanden langs een om-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's