GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vijfenzeventig jaar Vrije Universiteit - pagina 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vijfenzeventig jaar Vrije Universiteit - pagina 20

Gedenkboek bij het vijfenzeventig-jarig bestaan der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 DE ONTKERSTENING VAN HET NEDERLANDS HOGER ONDERWIJS

Het blijft altijd een merkwaardig verschijnsel, dat het Calvinisme,

dat uit België tot ons kwam, in dat land nagenoeg verdween, terwijl

het in ons land zich niet alleen handhaafde, maar ook grote invloed op

het volksleven kreeg.

Een synode van 1574 had besloten de Prins van Oranje te verzoeken

om eene hooghe schole bestaende in theologos, jurisconsultos, medicos

ende Professoren inde drye talen; dewelcke zal in een zeker stadt opge-

richt worden.

We weten, dat de keus op Leiden viel, waar reeds het volgende jaar

een hogeschool werd gesticht.

Aanvankelijk was de verhouding van universiteit en Calvinisme goed.

De synoden van 1578 en 1581 stelden zelfs uitdrukkelijk vast, dat de

candidaten van Leidens school vrijgesteld waren van het onderzoek

der classes. Maar klinkt er in 1586 al enige bezorgdheid in de woorden

van de acta der Haagse synode: dat principalick achtinge ghenomen

werde op de hooghe Schooien, ten eijnde dat over deselve gestelt moghen

werden Curatores ende besorgers, die de religie toeghedaen zijn, dat oock

genoechsame ende bequame godtvresende professores besonders inder

Theologije verordent worden?

Intussen had men met de hoge scholen vaak heel andere bedoelingen.

Of de professoren de religie toeghedaen en godtvresend waren liet een

deel der Nederlandse bevolking, voornamelijk de regeringskringen, vol-

komen koud. Al te vaak nog heeft men van de godsdienstige toestan-

den in de zestiende en zeventiende eeuw deze simpele voorstelling: Een

deel der bevolking was Rooms en een deel was Protestant. Men ziet

dan in onkerkelijkheid een verschijnsel van de moderne tijd. Toegegeven

dat deze onkerkelijkheid in de nieuwste geschiedenis zeer is toegenomen

— het Nederland van de zestiende en zeventiende eeuw is toch niet een

Mekka der godsdienstigheid geweest, waar iedereen zeer kerkelijk was.

En bij de stichting en instandhouding onzer universiteiten heeft de

godsdienst dan vaak ook maar een rol van ondergeschikt belang ge-

speeld. Provincialisme bleek een machtiger factor. Een gewest, dat zich-

zelf respecteerde, stichtte een eigen hogeschool of althans één of

meer illustre scholen: voor Friesland verrees er reeds in 1585 één in

Franeker, voor Groningen in de stad Groningen, voor Overijsel in

Deventer, voor Gelderland in Harderwijk en Nijmegen, voor Utrecht

in de stad Utrecht, voor Holland naast Leiden ook in Dordrecht, Am-

sterdam en Rotterdam, voor Zeeland in Middelburg en voor Brabant

16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955

Publicaties VU-geschiedenis | 238 Pagina's

Vijfenzeventig jaar Vrije Universiteit - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955

Publicaties VU-geschiedenis | 238 Pagina's