Wetenschap en rekenschap - pagina 593

H O N D E R D JAAR FILOSOFIE AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT

hart, waaruit de uitgangen des levens zijn, maar het gaat dan toch weer nader om het

leven van verstand, gevoel en wil (BR 80)

19 Zie K Kuypers, De filosofische ontwikkeling van de jubelaris, in Feestbundel aan

prof dr H J Pos, 1948, p 16

20 NC I 96 Zie met name Het oecumenisch-reformatonsch grondmotief van de wijsbe-

geerte der wetsidee en de grondslag der Vrije Universiteit, in Philosophia Reformata

31 (1966), pp 14-15

21 Van Peursen's critische vragen bij ,,A New Critique of Theoretical Thought", in.

Philosophia Reformata 25 (1960), p 97

22 C Veenhof, In „Kuyper's lijn, p 19-21 Kuyper (komt) ten volle toe de eretitel van

grondlegger der Calvinistische wijsbegeerte", aldus Dooyeweerd, Wat de wijsbegeerte

der wetsidee aan Dr Kuyper te danken heeft, in De Reformatie 18,5 (1937, 29 oct), p

65 Zie meer in detail H Dooyeweerd, Kuyper's wetenschapsleer, in Philosophia

Reformata 4 (1939), pp 193-232

23 Zie 5 U Zuidema. Transcendentale problemen van het wijsgeerig denken, in Mede-

delingen van de Ver voor Calvin Wijsb , 1949, juni pp 3-4

24 LR 31, CR 24, IP 12 Ook bij Dooyeweerd wordt de trits God-wet-kosmos aangetrof-

fen en de wet als ,,grens" geduid Een en ander staat daar echter op gespannen voet

met een andere onderscheiding, te weten die van de ,,wetszijde" en de „subjectzijde"

van de kosmos, cf NC I 99 en 101

25 De vervolgdelen van de Geschiedenis der wijsbegeerte zouden mede geschreven

worden door KJ Popma en S U Zuidema In totaal waren tien delen gepland De

overige zijn echter nooit verschenen, wel publiceerde Vollenhoven nog onder andere in

Philosophia Reformata Van zijn methode heeft hij zich rekenschap gegeven in De

consequent probleemhistorische methode, in Philosophia Reformata 26 (1961), pp

1-34 De syllabus Conspectus verscheen in latere omwerkingen als Historia philoso-

phiae en Kort overzicht van de geschiedenis der westerse wijsbegeerte In 1962 werd

de genoemde overzichtskaart opgenomen in de syllabus Schematische kaarten

26 De Senaat van de V U verzocht reeds in 1881 aan Ph J Hoedemaker om in de

faculteit der letteren logica te doceren, omdat Hoedemaker hierbij ook de geschiede-

nis van de filosofie behandelde, een eerste stap in de richting van een wijsgerige

propedeuse, Aan een algemene propaedeuse werd grote waarde gehecht Zie J Roe-

link. Vijfenzeventig jaar Vnje Universiteit, pp 80-82

27 Niet Kuyper maar Gunning, in Centraal Weekblad 19 8 (1971, 27 febr ), p I

28 In Philosophia Reformata 24 (1959), pp 160-168 Zie ook repliek en dupliek jaar-

gangen 25(1960) en 26(1961)

29 Objectivistisch Philosophia Reformata 24 (1959), p 166, 26 (1961), p 191 Subjecti-

vistisch Philosophia Reformata 25 (I960), pp 112,136 Grieks Philosophia Refor-

mata 24 (1959), p 166, 26 (1961), p 199 Existentialistisch Philosophia Reformata

(1960) pp 129 132

30 Philosophia Reformata 25 (1960), p 164

31 Zie Philosophia Reformata 24 (1959), p 168 en 7 Klapwijk, Calvin and Neo-Calvi-

nism on non-Chnstian Philosophy in Philosophia Reformata 38 (1973), pp 56-58

32 Over de spanningen die zich hierbij kunnen voordoen, zie mijn bespreking van Van

Riessens boek Over mogelijkheden van christelijk filosoferen, in Mededelingen

V C W 1971, sept pp 7-10

33 Troost brengt zijn theorie van het menselijk handelen tegen de achtergrond van

587

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen