De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 80
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
slechts iets te noemen, zijn reeds meer dan voldoende, om hem
aanspraak te geven op den naam van een geleerde van den eersten
rang. En is er wel één bevoegd beoordeelaar, wien in zijn
Encyclopaedie der H. Godgeleerdheid - een werk uit later tijd -, naast
den meesterlijken opzet van het geheel, niet toch ook telkens weer de
minutieuze behandehng treft van velerlei détailpunten? Dat hij daarbij
aan 2ajne rijke phantasie een enkel maal wellicht meer spel gaf dan
strenge kritiek mocht veroorloven, kan hem te minder worden verweten,
als men ziet, hoe diezelfde phantasie hem bij andere gelegenheden in
staat stelde, uit enkele geïsoleerde gegevens van eene periode, een
richting, een persoon, een beeld te ontwerpen, dat van leven tintelde.
Zal ik nu nog wijzen op zijne universitaire redevoeringen, waarin met
de veelzijdigheid, aan het genre eigen, telkens weer een ander thema,
nu eens de Schriftkritiek, dan weer de kunst, een volgend maal het
Pantheïsme of de Evolutie, steeds even diep als breed behandeld wordt
in eene taal, welker plasticiteit door geen ander schrijver wordt
overtroffen? Alleen reeds over die taal en hare waarde voor ons
Nederlandsch proza ware zonder veel moeite eene omvangrijke
verhandeling te schrijven. Doch dit enkele moge volstaan, om te doen
gevoelen, dat Kuyper niet slechts wetenschappelijk mag heeten in
hoogeren zin van het woord, inzooverre hij de bezielde profeet is
geweest van die ware wetenschap, welke uit God, die haar dacht en in
Zijn scheppingsplan opnam, haren oorsprong nemende, door de
schepping en de herschepping heen, tot God terugkeert; maar hem ook
eene eereplaats toekomt onder de Coryphaeën der Theologische
wetenschap.
Zoo wordt dan voor de Vrije Universiteit met deze groeve ook de
eerste periode afgesloten van haar bestaan; haar stichter en beschermer
is niet meer; veertig jaar heeft ze geleefd als onder zijne oogen; thans
zal ze geheel zonder hem haren weg moeten gaan. En als vanzelf rijst
de vraag: zal zijn werk vrucht dragen? Zal het blijven? De
beantwoording dier vraag toont de scheiding der geesten.
Met deze vraag van Woltjer, eindigt dit hoofdstuk en tevens de
geschiedenis van Kuyper en de VU, zoals we die in het vorige boek
begonnen.
76
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's