GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 401

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 401

De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

voor plantkunde aangezocht. Dierkunde eiste echter naast een

morfoloog ook een fysioloog, waarvoor Lever dr. J.J. Duyvené de

Wit noemde. Voor de geneeskunde zelf werden dr. G.A.

Lindeboom, dr. A.Th. Knoppers en dr. A. Stolk gevonden. Alle zes

inaugureerden in oktober en november 1950. Een jaar later volgde

de benoeming van dr. J. Langman.

Maar de opbouw van deze nieuwe faculteit verliep niet zonder

grote problemen. Duyvené de Wit nam een benoeming in Zuid-

Afrika aan. Knoppers ging in zaken, Langman vertrok naar

Amerika en ook Stolk vertrok. Lindeboom echter bleef. Door zijn

volhardende energie kwam de faculteit, officieel op 20 september

1950 gestart, toch van de grond.

G.A. Lindeboom was een zoon van de Amsterdamse predikant

C. Lindeboom en de oudste kleinzoon van ds. Lucas Lindeboom,

hoogleraar te Kampen, die al vanaf 1880 had geijverd voor een

medische faculteit bij de VU. De kleinzoon was een actief lid van

de Christelijke Vereniging van Natuur- en Geneeskundigen. Twee

zusters van hem, dr. F.T. Diemer-Lindeboom en mr. L.G.A.

Bremmer-Lindeboom, waren leerling van Dooyeweerd geweest,

maar hij was een eigen weg gegaan. Hij ging van een theologisch-

wijsgerig inzicht uit dat aansloot bij de oudere gereformeerde

theologie en toch tevens bij de moderne medische problematiek.

G.A. Lindeboom was een voorstander van de psychosomatische

geneeskunde van Paul Tournier, die na de oorlog veel belangstelling

kreeg. Die geneeskunde betekende 'dat de scherpe scheiding tussen

hchaam en ziel, tussen soma en psyche wordt losgelaten, dat de

mens, de zieke weer als een eenheid, een psychosomatische

ondeelbaarheid wordt benaderd.' Deze geneeskunde, die zielszorg

met geneeskunde verbond, bleef overigens wel van de dichotomie

uitgaan. Lindeboom zelf wilde echter iets anders, een pneumopsy-

chosomatische geneeskunde. De mens is volgens Lindeboom een

personele eenheid, waarover hij schreef:

Hij bestaat trichotomistisch gezien, uit lichaam, ziel en geest. Boven en

in de ziel, die intellect en affectiviteit omvat, leeft in den mens de

geest, zijn pneuma. Hij is meer dan een psycho-physisch organisme, dan

een biologische eenheid. In en door het pneuma kan hij langs

irrationalen weg participeren in transcendente waarden, verbinding

zoeken met transcendentale grootheden, kan hij een wet des geestes

aanvaarden en ervaren, die strijdt met de wet des vleses, dat wil zeggen

van het psychosoma. Want het vlees, de Sarx, omvat naar het Paulinisch

395

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 401

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's