GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 375

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 375

De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

deed om Genesis 1 uit te leggen. Volgens Genesis 1 schiep God de

levende organismen na elkaar in geordende groepen, typisch naar

hun aard en uit de aarde, niet van buitenaf.

In 1950 moest ten behoeve van de nieuwe medische faculteit

aan de VU ook de biologie bij de natuurwetenschappen tot

ontwikkeUng komen. Lever werd in dat verband gevraagd

hoogleraar te willen worden. Hij maakte de VU toen op J.J.

Duyvené de Wit attent, die hoogleraar werd en Lever lector. Maar

Duyvené de Wit had persoonlijke redenen om meteen na zijn

benoeming naar Zuid-Afrika te emigreren, waarna Lever in 1952

hoogleraar werd.

Na het afscheid van de oudere theologen omstreeks 1950 en de

nieuwe benoemingen, kwamen de onopgeloste vraagstukken van

1926 opnieuw aan de orde. De eerste inhoudelijke verandering van

standpunt bleek daarna omstreeks het jaar 1952.

Als Berkouwer in 1951 zijn studie over De algemene openbaring

publiceert, vinden we daarin het oude misverstand tussen theologen

en natuurwetenschappelijk gevormden nog terug. Berkouwer haalde

de geoloog Verseveldt en de astronoom Schouten aan, die schreven

over ons wereldbeeld als 'onze kennis van de algemene openbaring,

die God ons in de natuur geeft.' Volgens Berkouwer ging het echter

niet aan om 'de kennis der natuur zonder meer gelijk te stellen met

de kermis van Gods algemene Openbaring, want in die Openbaring

gaat het om de kennis van God Zelf.'

Evenals in 1930 werd het theologische onderscheid tussen de

algemene openbaring (van God zelf) en de openbaring van God in

de natuur gebruikt om de natuuronderzoeker op theologische

misverstanden te wijzen. De theoloog ging het in de algemene

openbaring om Gods eigenschappen. In de discussie over het

wereldbeeld gebruikten de natuuronderzoekers die theologische

term om daarmee het werk van God, zoals dat uit de

natuuropenbaring kenbaar is, aan te duiden. Zij vroegen om een

theologisch antwoord op die vragen, maar kregen te horen dat het

in de theologie ging om een andere betekenis van het door hen

gebruikte woord. Berkouwer behoefde op die vragen niet in te

gaan, omdat de vraag over de openbaring in de natuiu: niet op zijn

programma stond. Zo kwam het dat men in 1951 nog langs elkaar

heen redeneerde.

Sizoo stelde echter 'dat aan de zijde der gelovigen te weinig

bereidheid gevonden werd althans te overwegen of herziening van

369

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 375

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's