Pionieren toen en nu. De geschiedenis van het Paedologische Institutuut in Amsterdam 1931-1989. - pagina 42
De geschiedenis van het Paedologische Instituut in Amsterdam 1931-1989
belangrijk jaar voor de school. In het Besluit Buitengewoon
Onderwijs (1949) wordt 'een school verbonden aan een
pedologisch instituut' erkend als een aparte vorm van bui-
tengewoon onderwijs. Daarmee is de school het eerste
onderdeel van het p.i. dat in een wettelijk kader wordt
ondergebracht. Hierdoor kan het leerlingenaantal per klas
teruggebracht worden en kan meer aandacht worden ge-
schonken aan de individuele leerling.
Begin vijftiger jaren breidt het aantal leerlingen zich zo
sterk uit - in 1954 kende de school honderdtachtig leer-
lingen, negenennegentig van buiten het instituut, éénen-
tachtig internaatkinderen - dat de huisvesting problema-
tisch wordt. Tot nu toe konden alle leerlingen, zowel van
binnen als buiten het instituut, nog worden onderwezen in
het gebouw aan de Vossiusstraat. Dit werd gedaan door een
dubbel gebruik van de klaslokalen. Daar de stroom van
kinderen, vooral van buiten het instituut, zo groot is, dreigt
goed onderwijs niet meer mogelijk te zijn, tenzij..., ja tenzij
er een nieuw gebouw gevonden kan worden. Dit laatste nu
bezorgt het Bestuur van de Stichting en de directie van het
p.i. zulke grote hoofdbrekens aangezien zij vinden dat
nieuwbouw in de Vossiusstraat niet mogelijk is. Wü men
een nieuw schoolgebouw betrekken dan is de enige moge-
lijkheid iets te kopen in de onmiddellijke nabijheid van het
Vondelpark. Aldoende wordt overwogen een pand te ko-
pen in de Roemer Visserstraat maar dit gebouw wordt op
de veiling net iets boven de richtprijs verkocht. Hierna pro-
beert men het pand Van Baerlestraat no. 12 te kopen, maar
dit gebouw blijkt uiteindelijk toch ongeschikt te zijn.
Bijzonder enthousiast is men over een pand in de Hont-
horststraat. Het zou twaalf schoollokalen kunnen bergen
plus een eigen ruimte voor de hoofdonderwijzer, de psy-
chologe en de logopediste. Tot groot ongenoegen van Wa-
terink komen helaas de onderwijs specialisten van de in-
spectie van het B . L . O . roet in het eten gooien. Zij vinden de
ruimte hooguit geschikt voor zes a zeven klassen. Bitter
merkt Waterink in het jaarverslag 1952-1954 dan ook op
dat 'indien men van de zijde van de inspectie van het
B.L.O. aan bestaande gebouwen dezelfde eisen blijft stellen
40
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's