GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Pionieren toen en nu. De geschiedenis van het Paedologische Institutuut in Amsterdam 1931-1989. - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pionieren toen en nu. De geschiedenis van het Paedologische Institutuut in Amsterdam 1931-1989. - pagina 36

De geschiedenis van het Paedologische Instituut in Amsterdam 1931-1989

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

was hij het instituut begonnen, daarna pakte hij andere za-

ken aan en bemoeide zich steeds minder met het instituut.

Al met al kan dit gezien worden als de laatste en zeker niet

minst belangrijke oorzaak van de magere jaren van het in-

stituut na de oorlog.

In dit verband nu een enkel woord over het laboratorium

waar Waterink eveneens directeur van was. Eén van de re-

laties tussen het p.i. en het laboratorium was dat het labo-

ratorium wel eens kinderen van het p.i. testte. De belang-

rijkste relatie tussen deze twee was echter de persoon van

Waterink. In de wandelgangen werd ook wel gezegd dat

Waterink twee dochters had: het P.l. en het laboratorium.

Waterink werd op 26 oktober 1927 directeur van het

laboratorium dat aanvankelijk 'Het Laboratorium voor

Paedologie en Psychotechniek der Vrije Universiteit' heette

en later werd omgedoopt tot 'Psychotechnisch Laborato-

rium'. Een deel van het onderzoek op het laboratorium

hield zich bezig met verzoeken van ouders omtrent schooi-

en beroepskeuze van hun kinderen. Moesten deze naar de

ambachtsschool, de M U L O , het Gymnasium of misschien

wel rechtstreeks naar een baas worden gestuurd? Dat was

de vraag die vaak beantwoord moest worden. Daarnaast

werden ook kinderen met opvoedingsproblemen onder-

zocht. Een voortzetting van het spreekuur dat Waterink in

het begin hield. Het ging hier om ouders die graag wilden

weten wat de moeilijk- en mogelijkheden waren van hun

kinderen. Deze kinderen werden voor het grootste gedeelte

aangemeld buiten het instituut om, dat zich geheel en al op

het internaat en de school concentreerde.

Vlak na de oorlog besluit het laboratorium, vanwege de

al sterk voor de oorlog toegenomen activiteiten, te verhui-

zen. Het in de jaren 1940-1945 door de Duitsers bezette

pand, Vossiusstraat 54-55 blijkt de meest geschikte locatie.

Dit ooit door de schilder Willink geel geschilderde huis kan

echter niet gelijk worden betrokken aangezien het deels

voor studentenhuisvesting diende en bovendien was leeg-

gehaald door de bezetter. In 1946 besluit het Laboratorium

zelfstandig verder te gaan en krijgt het voor de derde keer

een andere naam. Tot op de dag van vandaag staat het la-

boratorium nog altijd bekend als het 'Laboratorium voor

34

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's

Pionieren toen en nu. De geschiedenis van het Paedologische Institutuut in Amsterdam 1931-1989. - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's