Is studeren ook al een last? - pagina 15

leiden tot een aanvaardbare structuur, waarbij decentralisatie van het

bestuur, een optimaal werkklimaat, plenaire zittingen van alle geledin-

gen, openbaarheid, paritaire vertegenwoordiging en een specificatie

van de doelstellingen van de faculteit uitgangspunten zijn.

In het stafbestuur worden mevrouw Akkerman en de heren Geudeke

en Streefkerk vervangen door mejuffrouw van der Wal (farmacologie)

en de heren Elema (kindergeneeskunde) en Van Dijk (dermatologie).

Elema wordt de nieuwe voorzitter.

In december 1969 vergadert de staf opnieuw. De heer Poelman, inter-

nist volgt de heer Van Dijk op, die intussen benoemd is tot hoogleraar,

de heer Blok, assistent bij kindergeneeskunde, wordt toegevoegd aan

het bestuur.

Er zijn nu 11 vergaderingen gehouden van de herstructureringscom-

missie, waarin voor de staf Mej. Van der Wal en de heer Van Duijn

(neurologie) zitten, en er is nog lang geen overeenstemming. Over de

grove structuur in afdelingen, secties en faculteit is eenstemmigheid,

maar er zijn verschillen over de wijze van afvaardiging: gaat dit per

geleding of per deskundigheid?

De studenten pleiten in deze commissie voor projectonderwijs en

betrokkenheid bij de research.

Het wetsontwerp Veringa komt in zicht en de herstructurering bereikt

een beslissend stadium. In september 1970 zal voor eenjaar een proef

genomen worden met een nieuwe structuur. In maart 1970 vergadert

de staf over dit onderwerp. Er staan in het ontwerp merkwaardige

regels. Zo kunnen er alleen maar geldige beslissingen in de faculteit

genomen worden als 25% van iedere geleding aanwezig is. Dit bete-

kent voor de staf ongeveer 70 personen, die heeft het stafbestuur nog

nooit bij elkaar gezien in een vergadering. Verder ligt er een ingewik-

keld plan voor, waarin afdelingen gedefinieerd worden die afvaardigen

naar hogere organen. Dit plan, dat later in strijd met de wet zal blijken

te zijn, lijkt de staf op eerste gezicht al onwerkbaar.

In oktober ligt er een tweede herstructureringsplan ter tafel. Essentieel

is de instelling van vakgroepen en de deelname in vollen rechte aan de

faculteitsraad van niet-hoogleraren. De voorlopige faculteitsraad zal de

leden van de vakgroepen benoemen, een faculteitsreglement opstellen

en taken delegeren naar het faculteitsbestuur. Voor juni 1971 moet er

dan een definitieve raad zijn, bestaande uit 21 leden, van wie meer dan

de helft uit het wetenschappelijk personeel (W.P.). De nieuwe struc-

tuur gaat dan volledig functioneren. De voorlopige raad bestaat uit 4

13

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen