Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 91
De Vrije Universiteit 1880-2005
englen zijn!'^^ De besturende colleges deelden de bezwaren, en de studenten betuigden
hun spijt.'*^ In de volgende druk is het lied gehandhaafd.
Een corpscultuur is een mannencultuur. En ofschoon vrouwelijke studenten aan de
andere Amsterdamse universiteit in 1892 al talrijk genoeg waren voor een eigen vereni-
ging 90, heeft zich aan de Keizersgracht pas in 1905 het eerste meisje gemeld. Dat een-
voudige feit heeft toen en later velen in beroering gebracht. De latere generaties zijn vol-
strekt eenstemmig: het is een schande dat gereformeerden ooit in Geesinks voetspoor
studie voor vrouwen veroordeeld hebben als strijdig met de ordeningen Gods.9' In 1905
had de senaat er meer moeite mee, toen P.C. 't Hooft inschrijving verzocht voor zijn
dochter, maar liet haar toch toe, met negen tegen drie stemmen. Daarmee was de eerste
horde genomen, al oordeelden directeuren het vreemd dat zij niet eerst gehoord waren,
'vooral waar het twijfelachtig is of zoiets wel geheel strookt met de gereformeerde begin-
selen'.^^ Vervolgens moest deze beslissing aan de Vereeniging uitgelegd worden. H.H.
Kuyper sprak in de jaarvergadering van 1906 over het onderwerp 'Vrouwelijke studen-
ten'.^3 Geestdriftig was hij niet. Het huwelijk was de natuurlijke bestemming van de
vrouw, en voor de beoefening van de wetenschappen had zij minder aanleg dan de man.
Maar ten eerste hoorden de meeste mannelijke studenten ook slechts tot de middelmaat,
en ten tweede toonden sommige vrouwen dat zij met grote gaven waren toegerust. Voor
dezulken zou de universiteit altijd open moeten staan.
Of de studente S.L. 't Hooft een plaats verdiende in die bijzondere categorie liet
Kuyper in het midden. Haar vader was in elk geval de enige antirevolutionair die in 1917
als lid van de Eerste Kamer tegen de invoering van het vrouwenkiesrecht stemde.'+
Zijn dochter heeft haar studie niet voltooid. In 1910 verliet zij de universiteit, zonder een
graad behaald te hebben.^s Wel is zij toegelaten tot het corps, hoewel dat misschien wel
de hoogste hindernis is geweest. Het was helemaal niet zeker, meenden sommigen, dat
'de gereformeerde beginselen het verblijf van een vrouwelijke studente in ons corps ge-
doogden'.9^ Haar verzoek, zei rector Bijleveld^', was voor allen nieuw en dus voor som-
migen revolutionair. Bijna geen man ontbrak, toen de corpsvergadering na langdurige
geanimeerde discussie met grote meerderheid besloot haar te aanvaarden. Of haar aan-
wezigheid de universiteit in verwarring heeft gebracht durf ik niet te zeggen. Maar feit
is, dat zij in de ene overlevering Suze heet, in de andere Silvia, en in de derde Erné.^^ In
het inschrijvingsalbum staat ze vermeld als Sequina.99 Om dan maar aan alle misver-
stand een einde te maken: bij de burgerlijke stand stond ze ingeschreven als Segherina
Luiksje.' Navolging heeft ze niet direct gevonden. Pas in 1918 lieten zich weer enkele
jonge vrouwen inschrijven, onder wie de dochter van de hoogleraar Bouman. Zij zou de
eerste vrouwelijke senator worden.'"'
Het hospitium valt niet onder de corpsgeschiedenis, maar nam toch ook in het geor-
ganiseerde studentenleven een belangrijke plaats in. De veranderingen die zich daar af-
speelden weerspiegelen eveneens de invloed van de tijd. Mevrouw T.H. Janssonius was
in 1904 mevrouw Mond als directrice opgevolgd. Zij slaagde er nog in het hospitium te
ERVEN OF LENEN 1905 1926 87
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's