Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 52
in. Deze veldwerken duurden tenminste 2 maanden en vonden plaats in de
zomerperiode (vaak doorlopend tot ver in de maand september) aan het
einde van het 4', respectievelijk het 5' studiejaar Daarnaast was er in de
"doctoraalzomers" veelal nog sprake van een bijvakveldwerk van rond een
maand. De doctoraalveldwerken vormden de basis voor een uitgebreide ver-
slaglegging die een belangrijke rol speelde in het behalen van het doctoraal-
examen Ten behoeve van deze verslaglegging moesten in het veld verzamel-
de monsters nader geanalyseerd worden Dat impliceerde vervaardiging van,
onder het microscoop te bestuderen, dunne doorsneden van gesteenten, ana-
lytisch-chemische bepalingen etc, etc Dat vergde de nodige tijd en de con-
sequentie daarvan was dat er alleen al op praktische gronden na de afron-
ding van het laatste veldwerk nog een (klein) jaar nodig was alvorens het
doctoraalexamen kon worden afgelegd.
Bij het ontwerpen van 5-jarige studieprogramma's in het kader van de
"Posthumus-opleiding" was vastgehouden aan de bestaande veldwerkconcep-
tie door het oorspronkelijk veldwerkvrije 3' jaar te benutten De basisoplei-
ding zou na 21/2 jaar worden afgesloten (met een kandidaatsexamen of
-verklaring) en het vetdprogramma dat tot dan toe in de zomers van het 4'
en 5' jaar werd uitgevoerd, zou worden verschoven naar het zomerseizoen
van het 3' en het 4 ' jaar Reductie van de opleiding tot 4 jaar impliceerde
echter de fysieke onmogelijkheid om het veldwerk buiten de bezuinigingen te
houden Met name deze implicatie drukte alle betrokkenen met de neus op
het feit dat aan een wezenlijke aantasting van de klassieke opleiding met te • ' ^
ontkomen zou zijn. Inspelen op de mogelijkheden van de 2e fase werd nood
zakelijk geacht wilde men een serieuze speler blijven op de internationale
arbeidsmarkt. Voor wat betreft het veldwerk werd, omdat algemeen het
introducerende en oriënterende l' en 2" jaars-veldwerk onmisbaar werd
geacht, de keuze gemaakt om het doctoraalveldwerk te beperken tot I
zomerseizoen (gedurende het 3' jaar) Daarmee werd praktisch de enorme
consequentie van de 2-fasen opleiding duidelijk halvering van het veldonder-
zoek".
Wellicht als geen ander hebben de aardwetenschappen, en met name de geologie,
zich gefrustreerd gevoeld toen m 1978/79 duidelijk werd dat met te ontkomen
zou zijn aan een algemene 4-jarige opleidingsduur. Een neveneffect van de door
velen verfoeide landelijke herstructurering der aardwetenschappen was geweest
dat de discipline regelmatig rechtstreeks contact had kunnen hebben met het
departement. In die contacten was telkens de indruk gewekt, dan wel ontstaan,
dat er ten departemente begrip was voor de bijzondere positie van de aardweten-
schappen als het ging om de studieduur en dat het weinig moeite zou kosten om
een aanvraag voor een studieduur van omstreeks vijfjaar gehonoreerd te krijgen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's