Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 210
De Vrije Universiteit 1880-2005
ven, calvinistische wetenschap internationaal te lanceren, vond klaarblijkelijk niet meer
zo'n brede steun als de initiatiefnemers hadden gehoopt. Buitenlands beleid zou weldra
een andere inhoud krijgen.
GEREFORMEERDE WETENSCHAP?
I n i 951 publiceerde de jurist H. Langman in Pharetra een artikel, waarin hij zich afvroeg
of christelijke wetenschap wel bestond. Er kwamen zeven reacties van studenten. Allen
betoogden dat wetenschap niet neutraal kon zijn.5'* F.W. Grosheide had twee jaar eer-
der in zijn rectorale rede al beleden, dat juist studenten dikwijls klaagden dat in het
onderwijs te weinig bleek van de invloed van de gereformeerde beginselen, en schuld be-
kend. 'Zij die zelf de betekenis van ons uitgangspunt mochten zien en die den inhoud
daarvan in het geloof leerden aanvaarden, hebben de taak anderen daarvoor warm te ma-
ken.'5'7 Dat bleef waar voor alle wetenschappen, ook nu de universiteit zich nieuwe ta-
ken stelde. Volledige uitgroei was altijd bedoeld, betoogde rector Dooyeweerd in 1951,
'maar dan zo, dat het gereformeerd beginsel deze uitgroei in alle geledingen zou blijven
beheersen'.s'^ Zijn opvolger VoUenhoven onderstreepte het nog eens. Er bestond geen
verschil tussen principiële en niet- principiële vakken. Alle wetenschap moet uit één be-
ginsel worden opgebouwd en gedragen worden 'door dezelfde visie op de feiten en op de
mogelijkheid kennis omtrent haar te verwerven'.5'9
Om dat doel te bereiken werden verschillende middelen ingezet. Eén daarvan was de
voor allen verplichte filosofische propedeuse, die de studenten inleidde in de wijsbegeer-
te der wetsidee. Om de ernst van die verplichting te onderstrepen werd in 1947 het testi-
monium vervangen door een tentamen.5^ Vollenhovens taak werd daardoor tevens zo-
veel zwaarder dat S.U. Zuidema hem als buitengewoon hoogleraar kwam assisteren. Het
benoemingsvoorstel werd door de senaat nogal zuinig aanvaard, met negen tegen vier
stemmen, en twee blanco^^', ten bewijze dat de kritiek op Dooyeweerd en VoUenhoven
bepaald nog niet verstomd was. De theologen bleven vragen om 'een werkelijke prope-
deuse' in plaats van de uiteenzetting van een eigen stelsel.'^^ Zijlstra sprak bewonderend
over 'de grootsheid van deze conceptie', maar voegde er in één adem aan toe, dat hij er
voor de economie niets mee kon beginnen.5^^ Curator Van Es maakte in 1946 uitdrukke-
lijk bezwaar tegen een overigens wel verleende leeropdracht voor natuurkunde aan C.C.
Jonker, omdat de kandidaat bestuurslid was van de Vereniging voor Calvinistische Wijs-
begeerte.5^* Toen Zuidema het werk van J. Woltjer typeerde als product van 'het ge-
christianiseerd realisme, dat toen voor gereformeerd gold', ontlokte dat een negental
hoogleraren de verklaring, 'dat zij deze qualificatie van het oeuvre van den grondlegger
van de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit met verontwaardi-
ging van de hand wijzen'.5^s Zes van de negen hadden Woltjer nooit gekend, en geen van
de negen heeft in eigen publicaties blijk gegeven van de bespiegelende natuur die ge-
woonlijk met de wijsgerige aanleg verbonden is. Hun protest gaf eerder uitdrukking aan
206 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's