Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 80
het veld (waartoe mm of meer ook de fysische geografie werd gerekend) m de
totale breedte vertegenwoordigden, benaderd met het verzoek commentaar te
leveren op een reeks steeds specifiekere vragen De eerste vragenreeks werd
eind november 1982 verstuurd
Ongelukkigerwijs beginnen de feitelijke werkzaamheden van de ad hoc commissie
precies op het moment dat de TVC operatie, waarbij opheffing van aardweten-
schappelijke opleidingsinstituten aan de orde zal zijn, over de Nederlandse univer
siteiten wordt uitgestort. Voor de onbevangenheid van de deelnemers is dat, ook
al lijken de effecten te zijn meegevallen, geen gunstig uitgangspunt Potentieel
kunnen de onderzoeksresultaten een rol m het TVC-proces spelen. En inderdaad,
de commissie krijgt m het voorjaar van 1983 de "suggestie" om nog voordat het
onderzoek is afgerond alvast de voorlopige resultaten en voorstellen m een inte-
rim-rapport vast te leggen en aan de minister voor te leggen. Zo geschiedt in j u n i
1983 biedt de commissie persoonlijk een interimverslag op het ministerie aan.
Maar het departement blijkt al maanden eerder over gegevens te beschikken.
Het put daar uit in een reactie, d d . 15/4/1983, op de voornemens van de TVC en
vervolgens in een discussie (23 mei 1983) met de instellmgsvertegenwoordigers
omtrent de ministeriele concept-beleidsvoornemens (zie hoofdstuk 3). Uiteindelijk
heeft het allemaal weinig effect, maar de actualiteit van de TVC situatie maakt dat
wanneer op 13 december 1983 het eindrapport "Aarde, Wetenschap en
78 Samenleving" van de ad hoc commissie aan minister Deetman wordt aangeboden
er voorlopig weinig mee gebeurt. In januari 1985 verschijnt een uitwerking van het
rapport met concrete aanbevelingen, onder de titel 'Aardwetenschappen, een
knooppunt in onze samenleving". Daarop wordt in hoofdstuk 4 nader ingegaan.
1972 - 1982. Een slotbeschouwing
In het decennium tussen 1972 en 1982 maakten de aardwetenschappen aan de
Vrije Universiteit een ongekende evolutie door. Naar buiten toe manifesteerde die
zich m de eerste plaats in schaalvergroting Maar in het kielzog daarvan vond een
aantal andere essentiƫle veranderingen plaats die maakten dat de adolescente VSF
van 1982 nauwelijks meer vergelijkbaar was met de puber uit 1972
Begin 1972 bedroeg het aantal personeelsleden van de VSF rond de 40, het aantal
studenten 156 (83 geologie en 83 fysische geografie). Per juli 1975 luidden de
getallen personeel 47 8, studenten 179,6 (78 geologie en 101 6 fysische geogra-
fie) In 1982 was de situatie personeel 71.6, studenten 238 (121 geologie, 117 fysi
sche geografie) Meer dan op studentenaantallen had schaalvergroting, zo blijkt uit
deze cijfers, betrekking op de personeelsomvang, die in tien jaar tijd (zeker wan-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's