Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 182

toezegging wordt wel de voorwaarde verbonden dat "tussen de faculteiten ver-

gaande samenwerking op wezenlijke, voor de toekomst belangrijke onderwerpen

van beleid tot stand kan worden gebracht, blijkens goed vormgegeven, onderling

bindende afspraken". Het CvB heeft daarbij in eerste instantie nog een gezamenlijk

WN-bestuur voor ogen De betrokken decanen haasten zich, uiteraard, aan de

gestelde voorwaarden te voldoen, maar richten zich op een samenwerkingsverband.

Reeds in oktober 1988 doen zij een uitgebreide beleidsnotitie verschijnen omtrent

dit beoogde samenwerkingsverband van de faculteiten natuurwetenschappen. Een

belangrijke rol is voorzien voor het "dekanenoverleg"" dat een adviserende, con-

trolerende en arbitrerende rol zal gaan vervullen. Potentiële terreinen waarop

samenwerking kan worden gerealiseerd worden geïdentificeerd, maar duidelijk

wordt tevens dat men slechts beperkte mogelijkheden ziet voor feitelijke integratie

op het gebied van het beheer. De faculteiten zijn onderling te verschillend. De

Raad van de FdA conformeert zich, hoewel met enthousiast, eind oktober 1988

aan het stuk van decanen Men zegt toe loyaal te zullen meewerken aan de m de

notitie aangeduide mogelijkheden tot onderlinge samenwerking. Op 1 maart 1989

zend het CvB de betrokken faculteiten de finale versie van een concept samenwer-

kingsovereenkomst tussen de faculteiten op het gebied der natuurwetenschappen

ter goedkeuring toe. Dan wordt ook al overwogen de Faculteit der Wiskunde en

Informatica bij een en ander te betrekken, een optie die in 1991 inderdaad wordt

180 gerealiseerd. In de vergadering van de Raad van de FdA van 30 maart 1989 wordt

de samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd. Daarbij wordt een aantal (kleine)

wijzigingen voorgesteld die beogen de eigen autonomie, m het bijzonder die van

de Raad, nog verder te benadrukken. Vooralsnog is het hoofdstuk "clustering" op

een voor de aardwetenschappen bevredigende wijze afgesloten Maar vanaf 1995

zal het onderwerp op de bestuurlijke agenda terugkeren (hoofdstuk 5).

Kriebels binnen de faculteit. Vragen rond toekomst en

identiteit. De missie Otto

Inleiding

Met het m gang zetten van de implementatie van de TVC-overeenkomst, vanaf

1984/5, ontstond er binnen de VSF een situatie waarin het subfaculteitsbestuur''"

zijn taak vooralsnog vooral kon zien liggen in het op een verstandige wijze op de

winkel passen"'. Voorop stond de noodzaak om m de loop van een beperkt aantal

jaren, en bij voorkeur op een zo soepel mogelijke wijze, de integratie van UvA- en

VU-geologie binnen VSF-kaders te realiseren. Behalve om de fysieke overkomst van

de betrokken medewerkers gaat het daarbij om zaken als huisvesting en verbouwin-

gen, bibliotheek etc. De randvoorwaarden waaronder die operatie diende plaats te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen