GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 108

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 108

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

104 ^^ Nieuwe filosofische uitdagingen (1918-1^40)

7 Verdere ontwikkeling van hun denken

Alle eerstejaarsstudenten van de Vrije Universiteit waren verplicht de inleidingscol-

leges filosofie van Vollenhoven te volgen. Zij hoefden geen tentamen te doen, maar

in elke faculteit was voor het propedeutisch examen een testimonium verplicht 'dat

gedurende tenminste één jaar inleidende colleges over de wijsbegeerte (daaronder

begrepen de logica en de geschiedenis der philosophic) naar het oordeel van den

voor die vakken aangewezen hoogleeraar genoegzaam gevolgd zijn'.'' Vollenho-

vens voorganger Geesink had vijf inleidende colleges gegeven: een college systema-

tische wijsbegeerte, twee colleges geschiedenis van de wijsbegeerte, een college lo-

gica en een college psychologie. Vollenhoven vond die vijf colleges teveel van het

goede, omdat de stof te omvangrijk was en omdat het bezit van het testimonium in

de jaren voor 1926 allerminst de garantie gaf dat de colleges genoegzaam waren ge-

volgd. Ook vond hij verplichte colleges zonder tentamen een verouderd verschijn-

sel. Er waren ongeïnteresseerde studenten die alleen maar lichamelijk aanwezig wa-

ren om het testimonium te kunnen krijgen, terwijl de meer serieuze studenten er

niet toe kwamen om de stof eens goed door te nemen. Hij zou een verplicht ten-

tamen willen invoeren, maar het Reglement voor de Vrije Universiteit bood deze

mogelijkheid niet. Aan de zwaarte van de stof kon hij wel iets veranderen. Na zijn

benoeming in 1926 bracht hij het aantal verplichte filosofiecolleges voor eerstejaars

terug tot drie: een college geschiedenis van de wijsbegeerte, een college systemati-

sche wijsbegeerte en een college logica - gedurende het hele eerste jaar drie colleges

per week, achter elkaar, steevast op maandagochtend."" In 1926 waren er ruim ze-

ventig eerstejaars die zijn inleidingscolleges moesten volgden. Voor gevorderde stu-

denten gaf hij ook nog kandidaats- en doctoraaicolleges geschiedenis van de filoso-

fie, systematische filosofie (kentheorie en logica), gedurende vele jaren ook aparte

colleges logica en voor bepaalde studierichtingen colleges theoretische psychologie.

Ook al probeerde Vollenhoven zo duidelijk mogelijk te zijn, zijn colleges wa-

ren moeilijk. Ondanks zijn filosofisch jargon, het hoge abstractieniveau van zijn

redeneringen en zijn gering ontwikkeld didactisch vermogen, kon hij gevorderde

studenten wel boeien. De eerstejaars hadden echter de grootste moeite om zijn in-

leidingscolleges te volgen; met name de colleges systematische filosofie gingen de

meesten boven de pet. Vollenhoven wilde hen tegemoetkomen en besloot van deze

colleges een dictaat uit te geven. In 1930 verscheen de eerste uitgave van het dictaat,

Isagoogè Philosophiae (Inleiding in de filosofie), dat hij daarna elk jaar bewerkte en

uitbreidde.'"

In dit dictaat gaf hij na een uiteenzetting van werkelijkheidsterreinen die filoso-

fisch werden aangeduid als wetskringen en een analyse van entiteiten als dingen,

planten, dieren en mensen, een beschouwing over wetenschappelijk en niet-weten-

schappelijk kennen. Zijn denken was nog volop in beweging. De logische of analy-

tische wetskring, aanvankelijk beschouwd als de meest basale, kreeg later een plaats

temidden van andere wetskringen. Had hij aanvankelijk de tijd als wetskring be-

109 Reglement voor de Vrije Universiteit, (destijds) art. 23, lid i, sub 6.

iio Zie Vollenhoven, Nota (6 april 1945), in archief senaat, uitgaande stukken 1943-1945, stuk 48e.

III Zie Stellingwerff, Vollenhoven, pp. 74-76, 9in. De dictaten Isagoogè Philosophiae kwamen destijds niet in

de handel. Dit gebeurde in 2010 onder de titel Isagógè Philosophiae i^Jo-11^4^, een tekstkritische uitgave geredi-

geerd en voorzien van een uitgebreide inleiding door A. Tol.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 108

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's