Een handvol filosofen - pagina 34
Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012
30 I Fragiel begin (i88o-i<)i8)
leen de filosoof die het subject als uitgangspunt van alle kennis had genomen, maar
ook de filosoof die met zijn scheiding tussen geloven en denken, goddelijke openba-
ring en menselijke rede, theologie en wetenschap de grondlegger was van de 'nieuwe
theologie'.'*'* Na Descartes was de op de menselijke rede gebaseerde wetenschap in
de universiteiten dermate overheersend geworden, dat zij de theologie ging domi-
neren. Bijgevolg had de theologie haar eigen karakter verloren en de Bijbel zijn ge-
zaghebbende plaats als richtlijn voor het geloof.'*'
In zijn filosofisch onderwijs bleef Hoedemaker in de eerste plaats theoloog. Op
zichzelf geen reden voor gereformeerde studenten om voor zijn filosofiecolleges
weinig belangstelling te tonen. Bovendien werd van alle eerstejaars verwacht dat
zij zijn filosofiecolleges volgden. In het jaar 1883-1884 kwamen van de ruim dertig
theologiestudenten echter slechts zes regelmatig opdagen, en de vier studenten van
de juridische faculteit en de vier studenten van de letterenfaculteit zag hij nooit. Een
boeiend docent is hij waarschijnlijk niet geweest. Als verontschuldiging voor de ge-
ringe belangstelling voor zijn colleges schreef hij aan de rector: 'In dit vak wordt
geen examen afgenomen'.'*''
Hoedemaker, die aan de Hoogte Kadijk 43 woonde, op een steenworp afstand
van Hovy's bierbrouwerij De Gekroonde Valk, verhuisde in 1883 naar Breukelen,
waar het goedkoper wonen was. Hij had een zoon die in Duitsland verbleef en zag
zich gedwongen op de uitgaven van zijn gezin te letten. Ook kon hij in Breukelen
meer tijd vinden voor zijn studie. Anders dan in Amsterdam werd daar niet van
hem als hoogleraar verwacht om zitting te nemen in de kerkenraad. Wonen op eni-
ge afstand van Amsterdam bood ook het voordeel om conflicten met zijn collega's
te vermijden. Met prof.mr. D.P.D. Fabius van de juridische faculteit had hij een be-
leefde, maar afstandelijke relatie en met Kuyper vreesde hij conflicten over kerke-
lijke kwesties.'*^
Het college van directeuren was over Hoedmakers verhuizing naar Breukelen
niet te spreken. In de vergadering van de directeuren van 26 mei 1884 merkte Hovy
op dat geprobeerd moest worden Hoedemaker ertoe te brengen zich weer in Am-
sterdam te vestigen. In een volgende vergadering bleken de directeuren eensgezind
in hun mening 'dat een hoogleraar die elders woont zich niet voldoende aan zijne
betrekking wijden kan, wat dan ook Prof. Hoedemaker niet doet'. Zij wilden met
Hoedemaker echter 'den weg van minnelijke overreding gaan', maar lieten de kwes-
tie niet rusten. In hun vergadering van 20 oktober 1884 besloten de directeuren aan
44 Hoedemaker,'Cartesius', p i Ook Hoedemaker,'Het gezag van Gods Woord', p 322
45 Hoedemaker, 'Descartes in Nederland', pp 97-99
46 Archief college van curatoren, brief van Hoedemaker, 26 )uni 1884 Sinds haar oprichting bestond aan de
Vrije Universiteit een propedeutisch examen dat voor alle studenten van de destijds bestaande faculteiten (God-
geleerdheid, Rechtsgeleerdheid, en Letteren en Wijsbegeerte) verplicht was, en dat door de hoogleraren van de
letterenfaculteit werd afgenomen De studenten werden onder andere geëxamineerd m Grieks, Latijn en Neder-
lands (zie/^ïaryers/^jg u<j;j de Vereenigmg voorHooger Onderwijs (over iSÜi), 1882, p 9), ook A a l d e r s , / 2 j ; « « r
Faculteit der Godgeleerdheid, pp 44-50) Deze gemeenschappelijke propedeuse herinnert aan de oude Facultas
artium van de middeleeuwse universiteiten Uit Hoedemakers opmerking dat filosofie met werd geëxamineerd,
IS af te lelden dat de studenten geacht werden de filosofische vakken te volgen, maar dat deze vakken destijds
geen verplichte onderdelen van de propedeuse waren Later, op een met meer te achterhalen tijdstip, moesten
de studenten voor het afleggen van het propedeutisch examen een bewijs overleggen 'dat gedurende minstens
een jaar de colleges over Logica en Geschiedenis van de oude Philosophic gevolgd zijn, , af te geven door den
daarvoor aangewezen hoogleeraar' (Jaarverslag van de Vereemgmg (over 1902), 1903, p Ixx).
47 Zie Vree,'Onvermijdelijk was zeker isolement', pp 62,65-66,73-74
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's
![Een handvol filosofen - pagina 34](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-handvol-filosofen/2013/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's