GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 135

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 135

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

4 Vollenhoven en de vrijmaking 131

voorlopig te laten rusten, maar zij hadden de theologen van de Vrije Universiteit die

adviseurs van de synode waren, op hun weg gevonden: met name de hoogleraren

H . H . K u y p e r en V. H e p p wilden van geen uitstel weten. D e synode besloot de be-

spreking van de leergeschillen niet uit te stellen. Zij hoopte tot duidelijke uitspraken

te komen, die de eenheid van de kerk z o u d e n dienen.

Intussen polemiseerden verscheidene leden en adviseurs van de synode in diverse

kerkelijke bladen over die leergeschillen. Schilder had in De Reformatie uitgebreid

aan deze polemieken meegedaan. In de jaren twintig en dertig was hij uitgegroeid

tot een leidinggevend theoloog in de Gereformeerde Kerken. N i e t alleen zijn arti-

kelen in De Reformatie, maar o o k een aantal theologische boeken hadden aan zijn

naamsbekendheid bijgedragen.'' In zijn publicaties werd hij gedreven d o o r de over-

tuiging dat hij de strijd moest aanbinden tegen alles wat hij beschouwde als onder-

mijnend voor het gezag van de Bijbel en de belijdenis van de Gereformeerde Ker-

ken. In zijn artikelen t o o n d e hij zich, zoals men hem o o k uit zijn boeken kende, een

creatief en veelzijdig theoloog, literair begaafd en onwrikbaar in het vasthouden aan

zijn standpunten.^"

Schilder had veel bewonderaars, maar het aantal van zijn tegenstanders werd in de

loop van de jaren dertig groter. Zijn ellenlange polemieken riepen irritatie op. Men

verweet hem drammerigheid en een drang om altijd gelijk te willen hebben. Tussen ja

en nee, voor en tegen bestond bij hem niet veel ruimte. Hij was scherp in zijn woord-

keus, ontzag niets en niemand, had de neiging zijn opvattingen te verabsoluteren

zonder gevoel voor relativering, begreep meestal niet dat hij anderen kwetste en be-

sefte te laat hoeveel afkeer hij had gezaaid, zowel jegens zijn persoon als jegens zijn

theologische opvattingen.

In de persoonlijke omgang was hij een hartelijk mens, maar wie hem las leerde een

andere Schilder kennen. In een brief aan ds. Buskes, die in 1926 de kant van Geelker-

ken had gekozen, schreef hij: Tk ben scherp. Ik hoop het te blijven ook. (...) Als ik

schrijf, zie ik nooit den persoon, alleen de zaak'. En even verder: 'Wat hebben we met

personen te maken? Voor mij is de groote kwestie: ... waarheid of leugen, openba-

ring of eigen mening. En ik heb met de persoon niets te maken'.*'

Schilder had in het begin van de jaren dertig in het Duitse Erlangen gestudeerd,

waar hij in 1933 de doctorsgraad had gehaald. Hij had het nationaalsocialisme van

nabij leren kennen en in De Reformatie de ideologie van het nationaalsocialisme

scherp bekritiseerd. In 1936 was hij op de synode van Amsterdam de drijvende

kracht geweest achter het synodebesluit, dat het lidmaatschap van de Nationaal Soci-

alistische Beweging (NSB) en de pacifistisch-socialistische Christelijk Democratische

Unie (CDU) onverenigbaar was met dat van de Gereformeerde Kerken. Na de Duitse

inval was hij fel van leer getrokken tegen de bezetting en het nationaalsocialisme. Hij

had opgeroepen tot geestelijk verzet: men moest waakzaam zijn om zich niet te laten

inpalmen door schoonklinkende slogans van de nationaalsocialisten en ook beseffen

19 Schilder publiceerde Wat is de hel? (1919,1932'), Licht in den rook (1923,192e'), De Openbaring van Johan-

nes en het sociale leven (1924, i925')> Bij dichters en schriftgeleerden (1927), Christus in Zijn lijden (drie delen,

1930) en Wat is de hemel? (1935).

20 Voor enig inzicht in Schilders veelzijdigheid, zie Dee, K. Schilder, hoofdstuk 2. Ook De Bruijn en Harinck,

Geen duimbreed.

21 Brief van Schilder (10 juni 1926) aan Buskes, in De Bruijn, Sneï^ew tïi?;ï S«5^e5, pp. 17-21.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 135

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's