GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 509

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 509

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

II Een bijzondere faculteit? 505

identiteit. Iedereen mocht aan die kleine verhalen meedoen, zowel zij die de doel-

stelling aanvaardden als zij die haar negeerden of verwierpen - allen hadden een le-

gitieme plaats in het bedenken van 'kleine verhalen'. Brinkman had een proces dat

(destijds) al twintig jaar gaande was, beschreven, geïnterpreteerd en gelegitimeerd.

H e t 'vijf voor twaalf', waarover Griffioen sprak, was al lang voorbij, en de strijd die

hij en zijn medeauteurs in hun boek Vinden en zoeken voerden tegen een 'relativis-

tisch pluralisme' was dan o o k niet meer dan een achterhoedegevecht.'"' Enkele wel-

willende reacties k o n d e n dan o o k niet verhelen dat h u n boek zowel in de Faculteit

der Wijsbegeerte als in de universiteit en daarbuiten zo niet afwijzend dan toch ge-

reserveerd en overwegend kritisch werd ontvangen.

Wilden de auteurs het pluralisme als probleem aan de kaak stellen, de rector magnifi-

cus, prof.dr. T.D. Sminia, maakte hen tot een onderdeel van hun eigen probleem toen

hij van hun boek zei: 'Het is maar één uiting van het pluriforme karakter van de vu'."

Verder merkte hij op dat de auteurs van Vinden en zoeken hun gedachten niet con-

creet hadden gemaakt. Het kwam er volgens hem op aan om de doelstelling een con-

crete vertaling te geven, zoals gebeurde in het onderwijs om een zo groot mogelijke

ontplooiing van studenten te bevorderen, en in het onderzoek om de aandacht te

richten op maatschappelijk relevante onderwerpen.

Dr. A. van Harskamp, verbonden aan het toenmalige Bezinningscentrum, consta-

teerde in de lijn van Sminia, dat de auteurs van Vinden en zoeken niet refereerden

'aan de vele activiteiten die aan de vu plaatsvonden op het gebied van "het bijzonde-

re"'. Hij wees op de studiegroepen, symposia en publicaties van het Bezinningscen-

trum, die plaatsvonden 'op het gebied van de studie van de samenhang tussen weten-

schap, geloof en levensbeschouwing'.'' Tien jaar later sloot prof. Radder zich aan bij

deze opvatting van het bijzondere van de Vrije Universiteit. In een kritische bespre-

king van Van Deursens boek Een hoeksteen van een verzuild bestel, dat de teneur

had dat de Vrije Universiteit haar bestaansrecht als bijzondere, christelijke universi-

teit nagenoeg kwijt was, kwam Radder op voor het bijzondere van de Vrije Universi-

teit. Het bijzondere kon volgens hem tot uiting komen in een kritische reflectie op de

wetenschapsbeoefening, dat wil zeggen in een systematische bestudering van de ver-

wevenheid van wetenschap met technologische, economische, maatschappelijke,

culturele en levensbeschouwelijke opvattingen en praktijken. Deze reflectie kon ge-

volgen hebben voor het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. De universiteit

zou belangrijke bijdragen kunnen leveren aan de milieuwetenschap en -technologie,

de kritische beoordeling van economische waarden in onderwijs en onderzoek, de le-

94 Prof. A.P. Bos, een van de auteurs van Vinden en zoeken, had kort na de rede van Brinkman in Trouw

(20 oktober 1992) een artikel geschreven, getiteld 'Geen neutrale postmoderne wetenschapsleer voor de vu'.

In de lijn van het later verschenen Vinden en zoeken bekritiseerde hij Brinkman die een 'neutrale postmoderne

wetenschapsleer als de voor de vu in deze tijd aangewezen weg' zou presenteren en geen beroep deed op 'de

gehoorzaamheid aan het Evangelie van Jezus Christus'. Afgezien van het feit dat hij Brinkman ten onrechte een

postmoderne wetenschapsleer verweet, stond Bos helemaal in de lijn van de oprichters van de Vrije Universiteit.

Hoedemaker had in zijn Wijdingsrede (p. 7) de filosofie van zijn tijd compomisloos afgewezen als 'verraad aan

de koninklijke macht van Jezus Christus, voor wien, voor wiens woord, ook die wetenschap moet bukken'. Dat

was in 1880. Ruim een eeuw later constateerde een oud-medewerker van de Vrije Universiteit, J.B. Weenink,

naar aanleiding van Vinden en zoeken: 'Feitelijk hebben de opvattingen van dr. Bos aan de vu bijna geen aan-

hang' {Trouw, 14 november 1997).

95 Commentaar van Sminia, in Ad Valvas, 6 november 1997, p. 7.

96 A. van Harskamp, 'Pas op voor een sfeer van ketterjacht aan de vu', in Trouw, 11 november 1997.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 509

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's