GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De hoogste vrijheid - pagina 10

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De hoogste vrijheid - pagina 10

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

8

DE HOOGSTE

VRIJHEID.

Alsnu overgaande tot de behandeling van mijn onderwerp, wensch ik eerst zeer kort na te gaan, wie de consciëntievrijheid voorstaan of hebben voorgestaan; daarna op welke gronden zij wordt verdedigd; eindelijk wien wij haar verschuldigd zijn. Indien, gelijk vaak wordt beweerd, de mensch krachtens zijn natuur recht heeft op erkenning van gewetens- en godsdienstvrijheid, dan is men voorzeker e^erst zeer laat tot die ontdekking gekomen. Wel bezat, ook in de vroegste tijden, de menschheid een geweten, een inwendig oordeel over wat goed is en wat kwaad ; maar de vrijheid om naar dat inwendig oordeel te handelen hing, naar haar overtuiging, met welke ook de vrijheidlievende Spinoza gelijk wij herinnerden instemde, in laatste instantie geheel af van den wetgever. Deze liet, het is zoo, bijkans alles toe, maar uit onverschilligheid, niet uit eerbied, voor de waarheid of voor de consciëntievrijheid. Daarom trad zij tusschen beide zoodra de goden werden aangerand, omdat deze niet mochten worden vertoornd. De godsdienst was in de eerste plaats eene staatszaak; de goden waren nationale goden; of er nog andere waren ging der Overlifeid niet aan; voor zichzelf mocht ieder daarover denken wat hem goeddacht, maar bestrijding of verachting der goden bracht het vaderland in gevaar, was een vergrijp tegen de nationale instellingen, en kon dus niet worden geduld. Men aanbad de goden, niet omdat men de Waarheid lief had, maar omdat men óf die machtige, onbekende wezens vreesde, óf ten minste het geloof aan hun bestaan nuttig en noodig achtte voor den Staat. Ook toen in latere eeuwen in Griekenland en Rome dat geloof aan het bestaan dier onbekende grootheden zoowel bij priesters als wijsgeeren verloren was gegaan, bleef toch voor het gemeene volk de openbare eeredienst der afgoden in zwang, en was het ongeoorloofd hun bestaan te ontkennen. Eene zoo goedkoope, overal werkende politiemacht was toen, evenmin als heden ten dage, in de oogen van de machtigen der aarde te versmaden, te minder omdat dit geloof die machtigen in het minst niet hinderde, of hun uitspattingen aan banden legde. Het was dan ook volkomen natuurlijk,, dat men den edelen Socrates, omdat hij het bestaande geloof in gevaar bracht, den giftbeker deed ledigen. En even natuurlijk, dat men bereid was in het Pantheon, mits naast de overige goden, eene plaats in te ruimen voor Jezus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1887

Rectorale redes | 56 Pagina's

De hoogste vrijheid - pagina 10

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1887

Rectorale redes | 56 Pagina's