GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 24

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 24

Rede uitgesproken op den 46sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

22 Men sprak toch al van het Gereformeerd Oranjegeloof, en waarlijk niet zonder reden. Want al is het ook waar, dat men wel goede Gereformeerden aantrof onder de staatsgezinden, en aan den anderen kant, dat de orthodoxie van verscheidene Orangeïsten niet op de keper bezien moest worden, dat neemt niet weg, dat het Oranjehuis nog altijd den meesten en warmstcn I aanhang vond onder het gros van de kleine burgerij, die gehecht was gebleven aan de Gereformeerde leer. Het moet ons dan ook , niet verwonderen, dat, tegelijk met den val van den Stadhouder, de Kerk haar bevoorrechte positie verloor. I Zeker niet minder was dit het gevolg van het overheerschend/ '' worden der nieuwe denkbeelden. Met het gelijkheidsbeginsel / waren de voorrechten eener bepaalde kerk onbestaanbaar; met het vrijheidsbeginsel, de achteruitzetting, die zich andere gezindten in mindere of meerdere mate moesten laten welgevallen. Zich richtend tegen hetgeen zoo lang officiëelen voorrang genoten had, najn de Revolutie te onzent een speciaal anti-Gereformeerd karakter aan. De Doopsgezinde predikant Floh veroorloofde zicK in de Nationale Vergadering een scherpen uitval tegen den 5den Zspdag van den Heidelberger Catechismus, waar gezegd woridt, dat de mensch van nature geneigd is, God en zijn naaste te haten. Niet alleen de leer der Kerk, ook haar dienaren moesten het ont/gelden. Daarenteg-en oogstten eenige afgevaardigden der Remonƒ strantsche broederschap; toen zij de vergadering kwamen gelukwenschen, hoogen lof: ,,hun genootschap had het meeste bijgebracht om de zaden der vrijheid, gedurende den tijd, waarin geweld en onderdrukking haar geheel poogden te verdelgen, onder j I de Nederlandsche natie te bewaren." 1795 is ongetwijfeld te be/_ '(Schouwen als een overwinning op 1618/'19. Gelijk ik elders ^) heb uiteengezet, moeten we hier onderscheid maken tusschen Remonstrantisme en Remonstrantsche Broederschap. We hebben hier te do.en met een overwinning van het Remonstrantisme, den anti-Dordtschen geest, niet van de Remonstrantsche Broederschap, die toentertijd in getalsterkte achteruitging. Behalve aan ideëele motieven is het misschien daaraan toe te schrijven, dat zij, blijkens haar bekende voorstel tot vereeniging van alle Protestanten, getracht heeft de breuk van 1618/'19 te heelen; zij wilde zich zelf wel executeeren, indien slechts met name in de Groote Kerk en mede daardoor in ons ^) Tijdschrift voor Geschiedenis, XXXVII, p. 386.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1926

Rectorale redes | 46 Pagina's

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 24

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1926

Rectorale redes | 46 Pagina's