GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een stem in Rama.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een stem in Rama.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen is vervuld geworden hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, zeggende: ene stem is in Rama gehoord, geldag, geween en veel gekerm; Rachel beweende hare kinderen en wilde niet vertroost wezen, omdat zij-niet zijn. Matth. 2:17 en 18.

Het groote evangelie van de komst van onzen Heere Jezus Christus in deze wereld, komt tot ons in de wonderlijke verbinding Van felle tegenstrijdigheden.

„Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden" is de boodschap geweest van den engel, die het wonder van Jezus' geboorte heeft aangekondigd.

Maar, als die boodschap van den hemel nu werkelijkheid worden zal, hoe hard is dan die werkelijkheid! Ge kiuit het feit van den Kerstnacht wel verdroomen en verdweepen, gelijk het is verdroomd en verdweept in de vrome Madonnaiiguren: een blijde jonge moeder en een glimlachend kind, liefst beide met een stralenkrans om het voorhoofd. Maar de werkelijkheid, van alle fantasie ontdaan, is zoo bang geweest. Een stal, - donker en dompig. - Geen hulp voor Maria in haar moeilijk uur dan van haar aa, nsta, anden man. Geen-wieg dan een kribbe. Geen bedje dan wat stroo. En voor Maria niet anders dan de harde bodem van een stal!

„Gij hebt genade bij God gevonden...." Zouden we niet liever vragen: „Heeft God Zijn gena vergeten? " Hij schijnt zich toch niet te bekommeren om de moeder van Zijn Zoon, ja o-m Zijn

Zoon zelven! In deze wonderlijke verbinding v, an felle tegenstrijdigheden komt nu juist het groote evangelie van den Zoon Gods in dienstknechtsgestalte, arm geworden, daar Hij rijk was, opdat wij d'oor Zijne armoede zouden rijk worden.

Felle tegenstrijdigheden, wonderlijk verbonden! Hebt ge wel eens op deze verbinding gelet?

In Bethlehem's velden is de hemel opengegaan en de engelenboodsciha, p is er gehoord: „Vreest niet, want ziet, ik verkondig u groote blijdschap, die al den volke wezen zal ". En de hemelsche heirlegers hebben zich in Bethlehem's velden verdrongen, om van deze groote blijdschap die heilige hem-elhymne te zingen: „Eere zij God in de hoogste

hemelen en vrede op aarde, in de mensciieu een welbehagen!"

Ja.... maar als ge die boodschap van de groote blijdschap en dat lied van de groote blijdschap nu daar in Bethlehem wilt zien verwerkelijkt, dan is de hemel gesloten, de hel is opengegaan — het engelenlied is verstomd en een stem is in Rama gehoord, geklag, geween en veel gekerm: Raahel beweende hare kinderen en wilde niet vertroost wezen, omdat zij niet zijn.

Wat zijn de tegenstrijdigheden nu fel!

Hoe wonderlijk worden ze verbonden in Hem, die, om zondaren zalig te maken, door de droefheid heen brengt de vreugde, door véél gekerm de groote blijdschap!

Heel anders dan menschen het zouden hebben gedroomd!

We weten niet, hoe Jozef en Maria zich de komst van den Messias hebben gedacht. Ongetwijfeld-zijn ook zij kinderen van hun tijd geweest, grootgebracht bij de Messiasverwachting, gelijk die in hun tijd onder het Joodsche volk was veruitwendigd, veraardscht, verzinnelijkt.

Door den Heiligen Geest, die haar vervulde, ligt er in Maria's lofzang méér, dan ze zichzelf bewust was, toen ze haar lied heeft gezongen-.

M.aar, indien we nu eens niet vragen naar de meening des Geestes, maar zoeken te verstaan de meening van Maria, toen ze jubelde: , , Hii heeft machtigen van de tronen afgetrokken en nederigen heeft Hij verhoogd. Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld, en rijken heeft Hij ledig weggezonden ", dan zullen Jozef en óók Maria wel méér gedroomd hebben van vorstelijke heerlijkheid, waarmede de Messias bij Zijn komst zou zijn omringd, dan van een dienstknechtsgestalte, welke Hij zou aaxniemen en dragen bij Zijn verschijning in de wereld.

In de komst der Oostersche wijzen schijnt nu ook die uitwendige heerlijkheid te zullen naderen. Want deze wijzen brengen niet enkel mee een hart vol aanbidding, maar ze doen ook hun schatten open: goud, wierook en mirre!

Nü zul het komen!

Maar nü komt juist de engelenboodschap in den droom. Nu weg! Nu het kindeke en zijn moeder naar Egypte. Geen plaats in de herberg, nü geen plaats in Bethlehem of elders. Nü naar deni vreemde!

En nü gaat in vervulling de aloude Jeremiaprofetie: „Een stem is in Rama gehoord, geklag, geween en véél gekerm!

Rachel is de moeder, die het twaalftal van Jaikobs zonen tot volkomenheid brengt dóór het leven te laten om haar kind het leven te geven. Benjamin is „zoon der rechterhand" maar slechts nadat hij voor zijn moeder is geweest: Benoni, , , ZOOTI der smart."

Voor het Israël van Jeremia's dagen in de weenende Rachel verpersoonlijkt, zal er nieuwe levensvreugde dagen in de wederkeering naar het vaderland, maar door het felle verdriet der ballingschap heen.

Die Raciielsmarf word! nu vervuld in Hem, die aaar Zijn volk door den dood heen het leven brengt, door de smart heen de vreugde, door de tranen heen den glimlach, Ben-oni, ja maar Ben-jamin! Véél gekerm en toch groote blijdschap.

Rachel ^veet altijd maar een stukje van wat geschiedt, datgene, wat ze in het heden doormaakt.

Zóó wist ze het slechts, toen ze kermend wegstierf daar in Bethlehem. Zóó wist ze het slechts toen Jeremia haar voorstelde, beweenende de ballingen. Zóó wist ze het slechts, toen de profetie werd vervuld in den nood van Bethlehem's moeders. Want vele kinderen zijn daar wreedaardig weggemoord.

Maar hét J{^ind, in hetwelk het echte, eeuwige leven is voor Zijn volk, blijft behouden!

Naar den schijn is het hier alles ellende. .In waarheid baant door de ellende heen zich de weg der genade.

Naar den schijn is het alles ondergang. In waarheid daagt door den ondergang van het heden de dageraad van den eeuwigheidsmorgen.

Zóó is de gang van den Christus in deze wereld! Zóó komt Zijn koninkrijk! Door bloed en vuur en rookdamp. En daardooiheén zegent het de wereld! Bange werkelijkheid is geweest de verschrikking van Rome's arena's, waar het leven der Christenen om Christus' wil in bloed werd vaneengescheurd. Moet het nu zóó? Een stem in Rama, geklag, geween en véél gekerm.! Ja, zóó kwam het koninkrijk van Christus en het groeide. Het zegende de wereld met zijn groote blijdschap!

De stroom des Geestes brak zich in den grooten reformatietijd slechts baan door véél gekerm! Schapen van Christus wilde zeggen: schapen der slachting. Ze hebben zich laten offeren op de brandstapels voor de levende belijdenis van het evangelie van Christus. Moet het nu zóó? Ja, zóó bleef hel; evangelie van Christus en het kwam, het groeide door den druk heen!

Vóél gekerm!

En toch gróóte blijdschap!

En zóó Is ook de gang van den Christus in ons hart!

Bij Zijn geboorte en komst in ons leven blijft het toegaan naar de oude wet van Gods genade.

Groote blijdschap, maar door de stem in Rama, geklag, geween en veel gekerm!

Wat was het, dat ons leven stuksloeg, opdat we verbrijzeld en verbroken zielsbehoefte zouden hebben aan Christus?

Raadselachtige leidingen Gods moeten da.ar vaak toe medewerken. Diepe teleurstellingen worden er dikwijls toe ons deel.

We willen ze niet terug, het ware onnatuurlijk. Maar we willen ze ook niet missen uit onze herinnering.

Want door den dood heen erven we het leven, door de smart heen blinkt de vreugde, door de tranen heen lijnt de glimlach. Ben-oni eerst, dan Ben-jamin!

Stervende.... en ziet, wij leven! Stervende aan ons zelf, opdat de Christus in ons leven zou!

Laat het tarwegraan dan in de aarde vallen en sterven. Want stervende ontkiemt het in veelvoudige vrucht.

Straks is toch de stem in Rama weggeklonken. De weenend e Rachel is dan toch getroost!

Door véél gekerm kwam ze tooh tot de groote blijdschap.

Want de vrijgekoehten des Heeren zullen wederkeeren en tot Sion komen met gejuich en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen. Vroolijkheid en blijdschap zullen ze verkrijgen maar droefenis en zuchting zullen wegvlieden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Een stem in Rama.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's