GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Moest de Messias lijden? En sterven?

II.

Uit den profetentargoem van Jonathan bleek ontstellend duidelijk, hoe ver men in het rabbijnsche Jodendom de gedachte van zich afzette, dat de Messias lijden en sterven zou.

Het dogma knechtte de exegese. De geijkte voorstelling (die bedoelen we hier met dogma; de uitdrukkingswijze is misschien meer populair dan wetenschappelijk; het dogma, dat de exegese knechten zou, mag geen dogma zijn) was, dat de Messiaansche tijd niet anders brengen kon dan de volheid des heils. En dan werd dat heil gezocht buiten de vergeving, in elk geval buiten de verzoening der zonden. De Messias is hij, die met zijn woord alle vijanden van Israël neerslaat, en aÜe volken onder het juk van Israël dwingt. Hij zet zich op den troon zijner heerlijkheid, en richt de koningen en de machtigen der aarde. Alle 'dingen zijn hem geopenbaard, en niemand mag voor hem een ijdel woord spreken. En deze tijd der heerlijkheid duurt eeuwig.

Bij dergelijke voorstellingen kan van een lijden van den Messias geen sprake zijn. Vandaar, dat in den Targoem, dien we de vorige maal te lezen gaven, het lijden van den Messias wordt omgezet in een lijden van het volk Israël, 52:14; 53:3, 4, 8, 10. Of in het lijden van de volken en hun heerschers, 53:3, 7, 8. Of in het lijden der goddeloozen, 53:9. In 53:5 wordt het van den Messias gezegde verstaan van den tempiel De vernedering van den Messias wordt 53:2 in haar tegendeel verkeerd, en zijn dragen der zonde wordt gewijzigd in een voorbede voor het volk, die vergeving bewerkt, 53:4, 5, 6, 7, 11, 12 "Eindelijk wordt het sterven van den Messias verzwakt tot een bereidwilligheid, zijn leven te wagen in doodsgevaar. Wat van het lijden van den Messias overblijft, beperkt zich tot de verachting, die hem wordt aangedaan van den kant der heidenen, 53: 3, maar dat wordt dadelijk geneutraliseerd door hun bestraffing.

De exegese, naar hoe wonderlijke maatstaven ze ook placht te worden beoefend, heeft echter de geijkte voorstelling niet geheel onaangetast gelaten. Het diepergaand onderzoek, vooral van de O. T. profetieën, heeft zijn gunstigen invloed doen gelden. Men kon zich in de exegese niet blijven afmaken van Jesaja 53 op de wijze van den populairen Targoem. Bovendien was bij Zach. 12 vs 10—14 duidelijk, dat in den heilstijd voorxdel de groote rouwklage over den Doorboorde.

Toen sommige rabbijnen tot het inzicht kwamen, dat hier en daar het lijden van den Messias geprofeteerd was, hebben ze een poging gewaagd, den inhoud dezer profetieën te verbinden met hun en hunner vakgenooten „dogma", die geijkte voorstelling. Ze stonden daarbij vooral voor het probleem der tijdsbepaling van dit lijden. De periode der eigenlijke heerschappij, de tijd der heerlijkheid van den Messias, bood geen ruimte voor dit lijden. Toen vonden ze ©en uitkomst in een andere geijkte voorstelling; in deze, dat de tijd van het optreden van den Verwachte ©en bijzonder moeilijke, zware tijd zou zijn. Het lijden van den Messias zou dan wel vallen in de dagen van zijn ambtsaanvaarding. Er was trouwens nog ©en andere wijdverbreide meening. Volgens deze was de Messias reeds lang geboren, doch hij wachtte met zijn komst, en hield zich zoolang op, hetzij in den hemel, hetzij op de aarde, hetzij in de verborgenheid. Voorts was er nog een uitweg uit dit bezwaar in de leer der prae-existentie (het bestaan vóór de geboorte) der menschenziel. Daaraan aansluitend verlegden enkelen het lijden, naar dat tijdsbestek. Zoo kon in het leerhuis het volgende verhaal gedaan worden: Rabbi Jozua ben Levi (ca. 250) trof den profeet Elia, die aan den ingang der grafspelonk van Rabbi Simeon ben Jochai stond* Hij sprak tol hem: Zal ik in de toekomiende wereld komen ? Hij antwoordde hem: Wanneer deze Heer het wil. (Daar leidt Raschl, een Joodsch geleerde uit de Middeleeuwen uit af: 1)© Schechina, de wolk, die Gods tegenwoordigheid aanduidt, stond bij hen.) Rabbi Jozua sprak: Twee heb ik gezien, en de stem van drie heb ik gehoord. Hij sprak tot hem: Wianneer komt de Messias ? Hij antwoordde hem: Ga, vraag het hem zelf. En waar houdt liij verblijf? Aan den ingang, bij de poort van Rome. En wat Is zijn keiateeken? Hij zit onder de ellendigen, die met ziekten beladen zijn, (herinnering aan Jesaja 53:4) en deze verbinden hun wonden alle tegelijk. (Blijkbaar wordt aan de ziekte der melaatschheid gedacht). Maar hij, de Messias, verbindt telkens zijn wonden, één voor één. Hij denkt: Misschien word ik plotseling door God geroepen tot verlossing van Israël, en nu behandel ik mijn wonden zoo, dat lic niet opgehouden word door het verbinden van alle wonden tesamen. Hij ginó tot hem naar Rome, en sprak tot hem: Vrede zij U, mijn leeraar en heer. Hij zei de tot hem: Vrede zij u, bar Levi, enz.

Hier blijkt de opvatting, dat de Messias lijdji vóór zijn optreden in bet openbaar, terwijl hij zi™ in Rome verborgen houdt.

Andere verhalen — er zijn relatief slechts weiinlge — vertellen van lijden vóór zijn komen ter wereld, of noemen als de plaats van het lijden den hof van Eden. Sommige laten den tijd onbepaaw. Het lijden bestaat In bestrijding door hemelsclie machten, het uitstellen der verlossing, melaatscUheld, ücbaamslljden, gevangenis, vernedering e" verachting, tijdelijk verlies der koninklijke heerschappij. ,

Om daar een Indruk van te krijgen, leze n het volgende citaat: God heeft eerst bet o^™cii geschapen, maar dat weer teruggenomen, toen J H, D de hemelllchten i-, orT., Qni^iitn^ mor, i, fQ maakte. riof Dat nar-i^r-hi oerlicht reserv rRserve*ri Hij voor den Messias, en de rechtvaardigere Hij verbergt het onder Zijn troon. Eens sprak Sata tot God: Heer der wereld, dat licht dat onder aeu troon Uwer heerlijkheid verbor, gen is, voor wie dat? Hij antwoordde: . Voor hem, die u no^ een» )

beschamen zal met schaamte des aangeziebts. Satan sprak: Heer der wereld, toon hem mjj. Hij sprak: Kom en zie hem. Toen hij hem, dat is dan den prae-existenten Messias, z^g, werd bij verschrikt, en viel op zijn aangezicht en sprak: Waarlijk, dat is de Messias, die , ©ens mij en al mijn engelen, de vorsten der wereld, in de bel werpen zal. Op dat oogenblik stroomden de volken samen, wier zielen ook prae-existent worden gedacht, en spraken: Heer der wereld, wie is hij, in wiens hand wij vallen zullen? Hoe is zijn naam? God sprak: dat is de Messias Toen begon God met den Messias te spreken: Deze, die aan uw zijde Worden bewaard (bedoeld worden de zielen der Israëlieten), hun zonden zullen u eens onder een 'jzeren juk brengen en u maken als dit kalf, welks «ogen droef geworden zijn, en uw adem onder het jok afsnijden, en wegens hun zonden zal uw ton^ iian het gehemelte kleven. Wilt gij dat? De Messias antwoordde God: Zal deze nood vele jaren "Wen? God sprak: Bij uw leven en het leven van •jiijn hoofd, één week, d.w.z. een week van jaren, «lis zeven jaai-, heb ik voor u vastgezet.

Wanneer uw ziel daarover bedroefd is, vernietig * onmiddellijk de zielen der Israëlieten. Hij antwoordde: Heer der werelden, met blijdschap mij- •^cr ziel, en met vreugde mijns harten neem ik het "P niij, onder voorwaarde, dat niet één uit Israël Jerloren ga. En dan zegt de Messias verder, dat hij *t heil bewerken wil, niet slechts voor die in zijn l^gen leven, maar ook voor al de gestorvenen en joor de misgeboorten en voor allen, die God ge- ^cht had te zullen scheppen, maar die Hij niet Semaakt heeft. In dat uur gaf God hem vier evende wezens, die den troon der heerlijkheid 'an den Messias dragen.

!> onis wordt het doel van het lijden niet aanzo^ri'*'^ maar meestal is het de verzoening der ged 1 ^^^ Israël. Er zijn uitdrukldngen, die de I achte aan plaatsvervangend lijden door den *ssias wekken.

gemeen zijn deze gedachten over een lijdenden Messias nimmer geworden. De meerderheid heeft baar beerlijkheidsbeeld zonder eenigen trek van Ujden, onveranderd vastgehouden.

Ook is men niet kunnen komen tot de opvatting, dat DE Messias sterven zou. Met de verbinding der traditioneele voorstellingen en de exegese van Zach. 12:10 is men op een andere wijze klaargekomen.

Toen men verstond, dat daar van het sterven van den Messias sprake is, heeft men zich een tweeden Messias gedacht. Zoo vinden we naast den Messias ben David, d.i. den eigenlijken, het verhaal van den Messias ben Jozef of ben Efraïm. Ongeveer 150 na Chr. komt zijn gestalte plotseling op in de rabbijnsche literatuur. Hij wordt nader aangeduid als de O o r 1 o g s m e s s i a s. Terwijl de Messias ben David gezalfd is voor het koningschap, is de Messias ben Jozef gezalfd voor het krijg-voeren. Zijn taak is, in de groote oorlogen, die aan hel optreden van den Messias voorafgaan zullen, als legeraanvoerder in Gods dienst de zaak van Israël ter overwinning te voeren. Deze Oorlogsmessias zal in dezen strijd zijn leven verliezen.

De joodsche uitleggers hebben het eerst vermelding van hem gevonden in Deut. 33:17. Daar wordt van den eerstgeboren stier van Jozef, d.i. Efraïm, gezegd, dat hij met zijn hoornen de volken, de einden der aarde allen neerstooten zal. Deze voorzegging scheen nog op vervulling te wachten. Men kon dus nog uitzien naar den grooten bedwinger der volken uit het geslacht van Efraïm.

Men verbond hiermee de gedachte, dat Edom, d.i. Rome, naar Jerem. 49:20 vallen zou door een nakomeling van Rachel. De vernietiging van het Romeinsche wereldrijk werd algemeen verwacht in de dagen van den Messias. Zoo kon de held uit de nakomelingschap van Rachel, die de opdracht had, Rome te verslaan, zelf niet anders zijn dan een persoonlijkheid op de manier van den Messias, die den eigenlijken Messias ben David helpend ter zijde stond.

Verder had men de neiging, de groote en laatste verlossing van Israël door den Messias ben David, op grond van Micha 7:15, te vergelijken met de eerste verlossing van Israël door Mozes. Men zocht gaarne naar parallellen. Zooals nu aan Mozes' zijde een figuur als Jozua of Aaron gestaan had, zoo mocht aan de zijde van den Messias ben David een tweede verlosser niet ontbreken. Het schema riej) om een man als die Messias ben Efraïm.

En eindelijk, gelijk gezegd, waren er Messiaansche profetieën, die men toch eigenlijk niet van den Messias ben David kon uitleggen. Zoo was de Doorboorde, om wien het volk een doodenklage houdt (Zacli. 12:10 v.v.) zeker een messiaansche figuur. Maar dat van die rouwklage kon onmogelijk gezegd worden van den Messias ben David; het weersprak totaal de .gangbare opvatting van zijn verschijning. Zoo moest men een tweeden Messias in het leven roepen om op hem toepasselijk te verklaren de dingen, waarmee men voor cjpn Messias ben David geen weg wist. . De Messias ben Jozef is een uitvinding der joodsche schriftgeleerdheid, om klaar te kunnen komen met de Schrift. Met behoud van eigen voorstelling. En zoo is ze een breken van de Schrift.

Gaan we nu concludeeren i), dan wordt het ons helder, dat Christus aan de Emmaüsgangers, en Paulus aan de synagoge-bezoekers in Thessalonica zonder moeite uit de Schriften konden aantoonen, dat de Messias lijden moest. Later hebben de rabbijnen hetzelfde wel moeten vinden. Doch zij, die Christus en daarmee de Schrift verworpen hadden, en hun voorstelling in onboetvaardigheid gehandhaafd tegenover het kruis van Clu'istus, moesten toen wel komen tot de allerbedenkelijkste harmonistiek. Elk van hun vondsten vertroebelden ze onmiddellijk door de verbinding ervan met hun aprioristische dogmatiek. En toch — zelfs na deze vertroebeling zijn ook zij soms nog getuigen, dat Jezus Christus de Sclirift vervuld heeft.


1) De gegevens ontleende ik aan Straclc-Billerbeck, Kommentar zum N. T. aus Talmud und Midrasch, II, blz. 273-299.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1936

De Reformatie | 8 Pagina's