GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Teksten „krijgen".

Over het „teksten krijgen" is ons volk nog niet uitgepraat; we ":

Waarom is Ds Boone geen oefenaar geworden in de Herv. Kerk? Hij' heeft daar verscheidene Zondagen aaneen gesproken in den eersten tijd „dat het God behaagde" hem tot den dienst des heiligen Woords „af te zonderen". Het had weinig gescheeld, of hij was lid geworden van die kerk (blijkbaar mocht hij er ia optreden zonder zelfs lid te zijin.). Een Zondagmiddag was vastgesteld, dan zou hij- aangenomen worden. Maar wat gebeurde? Zaterdag te voren moest hij met een kar aardappels naar een naburig dorp rijden. Oip' den terugweg sloeg de kar om en bezeerde hij zijn been zoo, dat hij! er niet op kon staan. Hij moest, thuisgekomen, het bed houden ien dien nacht werd hij' bepaald bij de woorden: „Het jukdragende, stomme dier, sprekende met menschenstemme, heeft des Profeten dwaasheid verhinderd". Toen kreeg ik te zien (gaat letterlijk het verhaal voort), hoe de Heere het paard gebruikt had, om miji te verhinderen lid van die kerk te worden, want ik kon niet staan. En nu kwam de Heere in mijn hart: „scheidt u af en gaat uit het midden van haar en Ik zal u aannemen tot zonen en doohteren, spreekt de Heere", zoodat ik in tranen en ootmoed uitriep: „Heere, ik zal er xutgaan".

En waarom wilde Ds Boone jaren later niet vereenigen met de z.g.n. kruisgemeenten, nu Geref. Gemeenten (groep Kersten)? In 1907 is daartoe een vergadering gehouden en na een breedvoerige bespreking werd, daar er in de leer toch geen onderscheid was, besloten tot vereenigen. Drie maanden bedenktijd zou aan de gemeenten worden gegeven, opdat iedere kerkeraad met de gemeente over dit besluit kon onderhandelen. Maar toen het dus wezen zou, trok Ds Boone zich terug. Hij achtte zich aan zijn voorloopig woord niet gebonden. Zijn hoofdbezwaar was, dat de vereenigde gemeenten niet geheel zouden terugkeeren tot het zingen der oude psalmen (Datheen) en het dragen van het ambtsgewaad, gelijk Ds Ledeboer, Ds van Dijke en Bakker gedaan hadden. En waar hij tegen vereenigen ernstige bezwaren had en in zijin meening gesterkt werd door de woorden uit Op. 22 : 9: Zie, dat gijl het niet doet" en S p r. 24:21: „Mijn zoon vrees den Heere, en den Koning, vermeng u niet met hen, die naar verandering staan" is hij. met een deel van zijn groep in afzonderlijke formatie blyven voortleven.

Even later:

Het is uit wat wij aanhaalden duidelijk genoeg, 'dat in elk geval zeer lichtvaardig kan worden besloten op grond van een invallenden tekst tot de juistheid van een daad of de realiteit van een begeerde verhouding of toestand. Want dat II Petr. 2 : 16 (de sprekende ezelin) niets met de Herv. Kerk te maken heeft en over al- of niet lid worden van die kerk geen uitsluitsel geeft, is bij eenige nuchterheid in de beoordeeling spoedig te zien. En zou Openb. 22 : 9, waar een engel aan Johannes verbiedt hem te aanbidden, ooit een woord van God betreffende kerkelijke vereenigingspogingen kunnen zijli? Dan, wat heeft de waarschuwing Spr. 24 : 21, om zich niet te vermengen met hen, die naar verandering staan (d.i. met revolutie-drijvers) te doen met kwesties over steek •en korte broek en de psalmberijming van Datheen? Als op een dergelijken grondslag dan óók de zekerheid des heils, de persoonlijke aanneming bij God gebouwd wordt, is het fundament wel zeer licht te achten.

Inderdaad „licht e" kost. Die ze eten, noemen dan ook alle anderen „licht".

^- ' Tacht over N.S.B.-eTs.

Ds Popma van Amersfoort schrijft in „Soester (etc.) Kb.", na vermelding van het besluit der Middelburgsche Synode:

Tegenover de N.S.B.'ers heeft iedere plaatselijke Kerk toe te zien of ze afwijken van de belijdenis. Hiermee wordt niet een groep menschen onder censuur gesteld.

Evenmin wordt hiermee gezegd: die gevaarlijke menschen moeten zoo gauw mogelijk de Kerk uit. De kerkelijke tucht blijft haar dubbel doel van heilig houden van de tafel des Heeren en het trachten te behouden van dwalenden, behouden.

Nu lijkt 't mij voor geen tegenspraak vatbaar, dat vrie zich aansluit biji de N.S.B., het officieel program en de officieele toelichting daarvan voor z'n rekening neemt.

Immers iemand, die alleen maar met de N.S.B. sympathiseert en alles voelt voor de practische doelstellingen dezer partij, maar zich los vril maken van [program en toelichting, sluit zich niet aan, maar bepaalt er zich toe bij' politieke verkiezingen z'n stem uit te brengen op de candidaten van de partij.

Aansluiting kan nooit iets anders beteekenen dan instemmen met program en officieele toelichting. Wat de propaganda betreft, men kan niet tegelijk „Volk en Vaderland" verspreiden en zich losmaken van den inhoud daarvan en zeggen gaan: voor den inhoud van dat blad ben ik niet verantwoordelijk. Lid zijb van de N.S.B, beteekent daarom afwijken van de belijdenis. Immers, dat program en toelichting (broch. III) door en door onchristelijk zijn is zoo helder in 't licht gesteld, dat geen Gereformeerde daaraan twijfelen zal.

Nu moet de Synode zich over de beginselen der N.S.B, uitspreken. Dat zal ook wel gebeuren op de a.s. Synode dezen zomer, de Kerk van Rotterdam heeft reeds er om gevraagd.

Maar geen plaatselijke Kerk behoeft daarop te wachten, waar de Synode van Middelburg (1933) met nadruk wees op de taak van de plaatselioke Kerk, te oordeelen óók of iemand door afwijking in de belijdenis zich de tafel des Heeren onwaardig maakt. Hiermee zijn we m.i. ook geheel in de lijn van de besluiten van de Synode van Leeuwarden 1920.

Inzake Dr L. v. d. Zanden.

Gelukkig is voor verdere bespreking van wat Dr v. d. Zanden schreef, geen reden meer, vrijl deze thans verklaart, bevredigd te zijn. Slechts wilde Dr v. d. Z. nog gaarne weten of ik instem met de gedachte, dat (ik heb het blad niet bij de hand, citeer dus vry) „het lidmaatschap der N.S.B, (etc.) op zichzelf nog niet „zonder meer" reden is voor tucht. Ik heb over - die zaak reeds lang vóór Dr v. d. Z. in dezen over mij schreef, mij; duidelijk uitgesproken, en verwijs gaarne daarnaar. Ik meen trouwens, dat sedert de schepping der wereld nog nimmer eenig „lidmaatse h a p" „op'zichzelf" gestaan beeft. Het is een abstractie, die sommigen (niet Dr v. d. Z.) hebben gebruikt, om concrete gevallen anders te behandelen, , dan het eigenlijk moest. Ook n a de scherpste synodale beoordeeling blijft die waarschuwing haar „kracht" behouden. Doch haar „kracht" is gééne.

Padvinders-dogmatiek.

Dr Kraan vindt in zijn principieele critiek op allerlei jeugdbeweging medestanders. Zoo schrijft de heer H. Algra in „Leeuw. Kb.":

Ik heb onlangs een reeks wetten voor een padvindersorganisatie hooren voorlezen. Als ik mij' niet vergis, stond 'de groep onder Roomsche leiding. Maa, r dat doet aan de kwestie weinig toe of af. Ook in andere organisaties komen gelijksoortige gevallen voor. En als daar dan zulk een verkenner, een kind nog, gaat voorlezen:

„Het woord van den verkenner is altijd te vertrouwen. Een verkenner spreekt altijd de waarheid. Een verkenner is rein in gedachten, woorden en daden" enz., dan huiver ik. Kennen de menseben, die kinderen zulke dingen laten zeggen, dan het leven niet? Of nog liever: kennen zulke menschen den Bijbel niet? Waarlijk, als men een jongen zulke dingen laat zeggen, dan misleidt men hem.

^^''' Persvuil der N.S.B.

Ds H. Meulink schrijft in „Enschedesche Kb.":

Als de heer Roskam nu nuttig propaganda-werk had willen verrichten, had hij het Christelijke in de Brochures, waarin de beweging zich uitspreekt, moeten aantoonen, en alzoo Prof. Schilder weerleggen. De heer Roskam ziet de beweging, zooals hiji zou willen dat zij: is. Hiji ziet, blijkens zijii schrijven, de beweging niet zooals ze is.

Het wordt tijd, dat den Gereformeerden de oogen open gaan, want ziji die voor deze beweging ijveren, weten niet wat ze doen, ze zijn verdwaald. Neen, heer Roskam, giji werpt een illusie-kleed over de beweging, maar zoo ziet giji dat kleed, maar de beweging zelf niet. Bij u is „de misvatting over de beteekenis van uw Beweging", niet bij de Gereformeerde Kerken.

Persdebat

Ds I. de Wolff schrijft in „Pro Ecclesia":

Deze steriotiepe uitdrukking wordt nog al eens gehoord in dezen töd, nu de polemiek weer in vollen gang is.

Vele malen heb ik het al gehoord, dat men het „zakelijk eens" is met Prof. Schilder in theologische beschouwingen en reformatorische gedachten. Maar dan één van beide: óf men beweert dat men het zakelijk met hem eens was en eens is gebleven, maar dan doorziet men zelf die zaak niet

waarin men het met hem eens beweert te zijn, omdat de polemiek in zijn huidige stadium juist is ontstaan omdat men het niet met hem eens was; óf men beweert dat men het n u met hem eens is geworden, en dan is dit de v r u c h t van de polemiek en erkenne men dit eerlijk.

Overigens is de uitdrukking „zakelijk eens zijin" zeer algemeen en vaag. Want ziJ! wil zeggen dat men het eens is „wat de zaak betreft", dus in een bepaalde, nader omschreven materie. En welke is deze?

Dat men polemiseeren moet om door strüd der meemingen de waarheid te dienen? Dat men zóó moet polemiseeren dat men zich niet verliest in algemeene verzuchtingen en vage algemeenheden, waarvan eigenlijk niemand begrijpt op welke personen en toestanden ze betrekking hebben? Of: dat men man en paard noemt en de concrete feiten aanroert, om daarvan te zeggen: dit en dat is niet wenschelijk of geoorloofd? Dat er een soort geheime diplomati''! is in de kerk, zoodat zich belangrijke zaken voltrekken buiten weten der goe-gemeente, der „onmondige kinderen" die maar moeten afwachten hoe ae „heeren" beslissen zullen? Of: dat alle kerkelijke handeling, welke niet tot het terrein der persoonlijke zielszorg behoort en tot dat der tuchtoefening, dus alle „algemeene" zaken de zaken der gemeente zijn, en dus openbaar in de kerken mogen en moeten behandeld worden en besproken?

Ik geloof dat biJi nader onderzoek wel eens zou kunnen blijken, dat zeer velen die het „zakelijk eens zijn" het onderling met betrekking tot de in geding zijlnde materie, zakelijk zeer o n eens zijn, en dat er over 2Lllerlei kwesties zeer onderscheiden wordt geoordeeld.

Het is te hopen, dat wy uit het gewirwar xiitkomen door de groote lijnen in het oog te vatten. Overigens verwondert het niet, dat in vele bijzonderheden wrijvingen ontstaan, omdat een ombouw in de theologie of een belangrijk onderdeel daarvan, of juister gezegd: een belangrijke voortgang in het wiJBgeerig en theologisch denken en in de dogmavorming, altoos een omvorming geeft van vele zaken in den bovenbouw van het praotisch kerkelijke leven, waardoor wijl andere probleemstellingen krijgen, andere zienswijzen in allerlei practische kwesties, andere behandeling van zaken, een heele wijziging van het aspect van ons gemeenschapsleven en van onze roeping, en daarom ook noodzakelijk een conflict over allerlei onderdeeltjes. Want een structuurwijziging in den bovenbouw, tengevolge van verandering in den onderbouw, kan niet zonder schokken gepaard gaan. Dat geldt voor alle levensterrein. Het geldt voor het kerkelijk leven im Ganzen, ook voor het plaatselijk gemeenteleven.

Kerk en N.S.B.

„De Amsterdammer" schrijft:

Be heer Van Geelkerken, secretaris V a n d e N.S.B., die geacht wordt, lid van een Gereformeerde kerk te zijin, maar wiens attestatie bij: on.s weten door de Gereformeerde Kerk in Utrecht, zijin woonplaats, nog steeds niet aanvaard is, heeft eenigen tijd geleden de fijngevoeligheid gehad, in een piiblieke vergadering mededeelingen te doen over een gesprek, dat ouderlingen van de genoemde kerk bij een huisbezoek met hem gehad hebben.

Wellicht zal dit vo'or de kerkelijke ambtsdragers, die nader met hem te handelen hadden, reden zijn, om voorzichtiger te zijn in hun gesprekken met hem. De N.S.B. g£ia', bijl hem klaarbliokelijk vóór de kerk. En wat hij zelfs uit intieme kerkelijke gesprekken gebruiken kan ten voordeele van de N.S.B, gebruikt hij.

Maar daarover wilden wij niet schrijven. Nu door des heeren Geelkerken vrijmoedigheid dit vertrouwelijk gesprek publiek is geworden, is er aanleiding, om iets te zeggen over een misvatting, die men meer tegenkomt.

Eén der bezoekende ouderlingen had n.l. gezegd, dat, als bijl thans te kiezen had tusschen N.S.B, en communisme, hij de eerste zooi kiezen.

Deze opmerking is allerzonderlingst en kan alleen bewijzen, dat de betrokken ouderling niet op de hoogte is, heel veel vreeselijks gehoord heeft over de praotijken van het communisme, maar niet is doorgedrongen tot debeginselen, die de drijfkracht zijn van fascisme zoowel als communisme. Beiden zijn principieel van denzelfden revolutionairen oorsprong. Een keuze tusschen die neide kan een Christen niet doen.

Hij moet ze beide aisolüut afwijzen. Hier gaat niet op het spreekwoord: van twee kwaden moet men het minst erge kiezen. Dat kan gelden voor practische dingen, maar niet voor beginselen.

Een Christen kan niet kiezen tusschen 'tkwade beginsel van het fascisme en het kwade beginsel van het communisme.

Die twee zijn voor hem als de beet van kat oi kater. Men wacht die niet af, maar onverschillig wie van de twee ons nadert, men zal zoo'n beest in zijn nekvel nemen en naar het asyl brengen. Dat geldt ook voor die beide booze stroomingen. Ze moeten teruggedreven worden in ons volksleven. De eenige mogelijkheid daartoe is krachtige, principieele, Christelijke actie. ' Als er van kiezen gesproken mag worden, is dat voor den Christen de eenige keus.

Men bedenke wel, a) dat dit geschreven is in het nummer van 25 Febr. j.l., b) dat inzake den bedoelden ouderling slechts woidt doorgeredeneerd op een mededeeling van den heer Van Geelkerken. Overigens blijkt uit het kerkeraadsverslag van ULreoht, dat men daar handelt over de N.S.B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1936

De Reformatie | 8 Pagina's