GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En Hij bracht haar tot Adam", Gen, 2:22b, „En heeft zijn vrouw tot zich genomen", Matth. 1:24b.

Gods IiersGheppingswonder aan Jozef onttiuld.

Om eenig inzicht te krijgen in de moeilijkheden die Jozef, de man van Maria, gehad heeft, kan het verhelderend werken, de eerste bladzijde van hst Oude Testament en die van het Nieuwe Testament naast elkander te leggen,

In het Paradijs is een mensch — Adam — die, nadat hij aan de dieren namen gegeven heeft — tot deze conclusie komt: Ik ben alleen, o God! Ik

heb geen hulp gevonden, dte bij mij past! Nu dan, geef mij loch een naaste, opdat de gehoorzaamheid, die ik verschuldigd ben tegenover U, zich ontplooien mag in een hefde tot God en tot den naaste!

Maar op den drempel van de Nieuwe Bedeeling staat een mensch, Jozef, die een vrouw heeft gevonden met wie hij door het leven wil gaan, maar die daarna tot deze uitspraak komt: Ik heb een naaste, ik heb iemand, die ik tot mijn vrouw begeerde, maar laat mij nu maar alleen zijn, O' God!

Als het zoover gekomen is met Jozef, zorgt God ervoor, dat deze beide menschen Jozef en Mai-ia niet voor goed van elkander gescheiden worden, door het nieuwe leven dat üi Maria's moederschbot gaat rijpen.

Adam in het Paradijs weet wel dat hem iets ontbreekt; hij heeft er eenig vermoeden van, dat hij iemand hebben moet die bij hem past; wie echter die „iemand" is, dat weet hij niet. Dat kan hij niet onder woorden brengen. God moet bet hem openbaren. En zie — dat geschiedt. Wanneer God de vrouw geformeeird heeft, dan staat er zoo schoon in het Paradij sverhaal, dat God haar tot Adam brengt. God openbaart het aan Adam, dat hier de hulp is die bij hem past, omdat zij zijns gelijke is, geheel uit zijn lichaam genomen. En als door goddelijke openbaring deze bekendmaldng gescliied is, kan ook de jubelkreet gehoord worden: Ja, deze is het, die mijn ziel zoekt; deze is de hulp, die mij betaamt; deze is been van mijn gebeente en vleesch van mijn vleesch!

Niet anders is het met Jozef. Hij is één van de geloo%'igen die biddend uitzien naar de komst van Israels Verlosser. Hij heeft veel gedacht over de wondere profetieën, die aan het oude volk Israël in een reeks van eeuwen zijn gegeven. Maar hoe het zijn zal, als deze Redder verschijnt, dat weet hij ook niet. Dat kan hij niet precies zeggen. Ook wanneer Jozef met het geheim in aanraking gebracht is, kan hij het nog niet ontraadselen. Dan moet in den droom de engel des Heeren Jozef nog toespreken en onderwijzen.

Zooals in den ochtendstond der schepping God eelf de vrouw naar Adam bracht en hem openbaarde, dat hier zijns gelijke was, zoo komt in den morgen van de herschepping God door middel van een engel tot Jozef om hem te onthullen, dat hier het nieuwe leven is, waarop Jozef met al de heiligen van het Oude Verbond gewacht heeft. Maar na deze goddelijke bekendmaking kan de vreugde ook in het leven van dezen mensch doorbreken. Hij neemt zijn vrouw tot zich en zal na de geboorte van Jezus verschijnen in den tempel „met offers g..aji Gpd toegezeid". Hij zal.het, l> etiiig6n; Ja, Deze ïs 't, op Wien de vaderen hoopten; Deze is de van God beloofde Messias. Deze is niet uit den wil des mans, maar uit God geboren!

De vreugde van Jozef mag echter grooter zijn dan de vreugde van Adam. Als Adam uit zijn diepen slaap ontwaakt en in jubelzang uitbreekt, dan looft hij God om het scheppingswonder, dat hem geschonken is; op dien jubelzang zal al spoedig een klaagzang volgen: „De vrouw, die Gij mij gegeven hebt, die heeft mij verleid".

Doch als Jozef zijn vrouw tot zich genomen heeft, en met deze hulpe tegenover hem en haar kind Jezus zich naar den tempel gespoed heeft, dan looft Hij God om Zijn onuitsprekelijke genade, om Hem, Die is de sterke Held, Die niet zal wankelen of bezwijken. Dan zal dit loflied van Jozef nimmer verstommen, maar steeds luider opklinken, naarmate hij meer verstaan zal door het geloof van de genade Gods, die er is in Christus Jezus Ziijn Heer.

En zoo mogen alle kinderen Gods op het Kerstfeest zingen en God loven voor het heil dat Hij heeft aangebracht. Als door den Geest Gods onze ©ogen geopend zijn voor het wonder dat God werkte, zullen wij het loflied aanheffen. En dit lied zal nimmer in een klaagzang veranderen, omdat deze Jezus, het geboren Kind van Bethlehem, is Gods herscheppingswonder, Gods nieuwe schepping in deze door de zonde verstoorde wereld, opdat deze wereld nog behouden zou mogen worden. Deze lofzang, die nu khmt uit Sions zalen^ zal tol in eeuwigheid gehoord worden, omdat Jezus Christus alle macht van Satan verbroken heeft en een volkomen verlossing teweeggebracht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1938

De Reformatie | 8 Pagina's