GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij Malth. 1:1.

Jezus Christus, Abrabam's Zaad.

III.

Abraham's geslacht in Christus vereenigd.

JuisL in den tijd, dat Mattheüs onder de drijving van den Heiligen Geest zijn evangeliebeschrijving te boek stelde, waren er hevige debatten gaandie onder de Joden over de vraag of de Tien Stammen ook aan de toekomstige lieerschappij van Vorst Messias deel zouden hebben (vgl. Bornhauser, GeburLs- und lündheitsgeschichte Jesu).

Zooals men weet, was het prachtige rijk van David en Salomo na den dood van dezen laatsten vorst in twee groote stukken uiteengevallen: in een Tweestammenrijk en in een Tienstammenrijk, het eerste onder Reliabeam, liet andere onder Jerobeam.

Voor deze beide rijken is na velerlei troonwisseling en steeds dieper doorwerkenden afval van den Heere en ongehoorzaamheid aan Gods geboden, de ballingschap gekomen. Beide rijken zijn tenslotte door de vijanden overweldigd en uit hun land verdreven, terwijl andere volksgroepen de ontvolkte steden en dorpen van Palestina moesten gaan bewonen. Toch was de beproeving: voor de bewoners van het Tweestammenrijk en voor die van liet Tienstammenrijk niet even groot. Het schijnt, dat de ballingen van het Tienstammenrijk in heel Assyrië verstrooid werden, en veel van hun naüonalen samenhang verloren. De overgeblevenen van het Tweestammenrijk leefden echter meer onder hun eigen geslachtshoofden en oudsten. Zij mochten een zelfstandige bestuursinrichting behouden en genoten op bepaalde punten nog vele voorrechten.

En evenals de burgerlijke vrijheden vele waren, bleef ook de religieuze vrijlieid voor een belangrijk deel onaangetast.

Toen de Israëlieten weer naar het land der vaderen terugkeerden, bestond verreweg het gï^ootste deel uit nakomelingen van Juda, Benjamin en Levi, uit zonen en dochters van de voormalige bewoners van het Tweestammenrijk.

Weliswaar beschouwden deze teruggekeerden zich als de vertegenwoordigers van de Twaalf Stammen. Dit blijkt onder meer uit een mededeeling uit Ezra 6:17: En zij offerden, ter inwijding van dit huis Gods, honderd runderen, tweehonderd rammen, vierhonderd lammeren r- en twaalf geitenbokken ten zondoffer voor ganscli Israël, naar het getal der stammen Israels.

In later tijd begonnen de disputen in den kring der Rabbijnen op te leven, en wilde men het overblijfsel van het Tienstammenrijk, waarin de afgoderij aanvankelijk al veel sterker doorgewerkt had, dan in Juda, en ondanks den reformatorischen arbeid van profeten als Elia en Eliza krachtig zich gehandhaafd had, niet meer beschouwen als een waardig deel van het volksgeheel. Men "wilde dit te meer niet doen omdat van deze stammen zoo weinigen den weg naar het oude erfland teruggekozen hadden. Velen hadden in vreemde landen een nieuwe bestaansmogelijkheid' voor zichzelf en hun kinderen gezocht en hadden zich ook aan de lasten, verbonden aan dien wederopbouw van tempel en stad en land, voor een groot deel onttrokken. Het oordeel in Jeruzalem was, dat een volk, dat zóó slecht de vaderlijke gebruiken in eere hield, en zóó zeer de beloften Gods, over land en volk uitgesproken, verwaarloosde, ook niet zou kunnen deelen in de zegeningem van vorst Messias.

Temidden van deze debatten komt Mattheüs nu met het evangelie dat spreekt van Jezus Christus, Abraham's zaad. Mattheüs neemt geen stelling in het debat. Hij mengt zich niet in dezen Rabbijneoitwisl, die toch geen resultaat oplevert, maar de evangelist plaatst weer de volkseenheid, zooals die in Abraham haar oorsprong vindt, met kracht op den voorgrond.

Jezus Christus brengt door het kiezen van twaalf discipelen straks tot uitdrukking, dat Hij voor gansch Israël de Heiland wil zijn en diat Hij gekomen is om het gelieele volk aan te spreken en tot bekeering te roepen.

Mattheüs betoogt in den aanvang van het evangelie eigenlijk direct hetzelfde, door de opvoering van het geslachtsregister tot Abraham. Hij wil ook

uitspreken dat Jezus Christus, Abraham's Nazaat naar het vleesch, aan al de twaalf stammen Israels toebehoort, als aan het volk „uit Abraham ger sproten".

Opnieuw moeten we tot de conclusie komen: Mattheüs schrijft evangelie.

De Joden hebben het druk over de vraag of de Tien Stammen nog wel in aanmerking kunnen komen voor de voorrechten, die het Messiaansohe rijk straks met zich mee voeren zal; miaar Mattheüs gaat uiteen zetten en bewijzen dat de kinderen van Abraham deel zullen hebben aan het werk van vorst Messias tot heil van Zijn volk, maar dan als kinderen van Abraham, dien vader der geloovigen.

Er is zeker ©en gradueel verschil te oonstateeren m trouw inzake het bewaren van Gods verbond tusschen Tweestammen- en Tienstammenrijk. Men kan ook biJ! nauwlettend historisch onderzoek een menigle verschilpunten tusschen deze twee rijken en volksgroepen opmierken, verschilpunten, waarover de Joodsche volksleiders lang en breed met elkaar konden redetwisten, maar deze verschillen verdwijnen in het licht van deze •kwestie: of men staat in de lijn van Abraham den vader der geloovigen en of er is een geloovig aanvaarden van Gods beloften.

En tot de Rabbijnen uit Juda, die voor zichzelf het privilege opeischen van erfgenamen te zijn van de beloften aan Abraham, èn tot de stammen die in ongeloof en afgoderij zijn weggezonken, gaat het woord van Mattheüs uit: Denk toch aan Abraham, uw vader, gij eigengerechüge Judeërs, en gij ongeloovige Zebulonieten en Danieten! Denk toch aan dezen grooten aartsvader, die in God geloofde, en op hoop tegen hoop zich vastklemde aan Gods beloften; en gelooft allen in Abrahams God, Die Jezus Christus gegeven heeft! Keert allen terug tot den Heere, uwen God, opdat gij behoudenis moogt hebben door het geloof in Jezus Christus!

Men heeft bet evangelie naar Mattheüs wel eens genoemd het laatste beroep op het volk der Joden, voordat de apostelen tot de heidenen ^ngen (vgl. Grosheide, Kommentaar. Inleid.).

Er is, ook met het oog op bovenstaanden gedachtengang, veel voor te zeggen, deze typeering als juist te erkennen.

Elke nieuwe herdenking van Christus' geboorte op Kerstfeest bevat een emsüge prediking voor het gansche volk des verbonds, voor allen, die in Gods breede verbondsgemeenschap werden opgenomen. Kerstfeest, helt feest van de geboorte van Jezus Christus, Abrahams zaad, brengt ons het evangelie, dat ons zegt dat wij zullen breken met alle ongeloof en met alle bijgeloof.

Dan moeten wij echter allen onze zonden belijden en alle dwalingen laten varen en alle ongeloof bestrijden. De Gereformeerden moeten zich telkens toetsen aan Gods Woord en geen menschelijke wijsheid daarboven stellen, en de Roomschen moeten hun afgoderij wegdoen en de secten moeten terugkeeren tot de gehoorzaamheid aan het Woord Gods, want er is één groote verbondsgemeenschap.

Ik geloof een heilige, algemeene christelijke kerk, de gemeenschap der heiUgen! Ik geloof een kerk, die is de gemeenschap der kinderen Abrahams, die haar zaligheid verwacht in Christus Jezus.

De christelijke kerk vertoont zoo'n schrilikelijke verwarring. Maar wij houden ook zoO' hardnekMg vast aan onze dwalingen en onze zondige overleggingen.

God de Heere brenge ons dan steeds meer te^ zamen in de waarachtige eenheid des geloofs, als belijders van den Heere Jezus Christus. Hij' doe ons elkander vinden in de goede belijdenis, die naar het Woord Gods is. Hij doe ons allen buigen voor de Scliriften, en Hij doe ons zien den rijkdom van hel leven naar het Woord Gods.

We moeten niet verder van elkander raken. Als kinderen van Abraham moeten we naar elkander toe. Maar we moeten dan ook telkens terug gaan lot de Schriften als echte kinderen van Abraham, die zich vastklemmen aan het Wooi-d en de beloften Gods.

En zoo klinkt de bede in de groote verwarring;

Kom, Schepper, Geest, vervul Uw kerk Met al het heil van Christus' werk!

H'. M.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's