Studentenalmanak 1903 - pagina 125
„ALS OFFERS, DIE DES AVONDS
BRANDEN."
v^ e top van Gods heiligen berg te Jeruzalem is eeuwig
gepluimd met rook.
Het is de donkere kolom, die staag opstijgt van het groote
brandofferaltaar, waar het vuur nooit wordt gedoofd en het
offer nooit ophoudt naar het bevel van den Eeuwigen
Koning. Is niet het voortdurend vuuroffer symbool van de
volkomen en geheele toewijding Israels aan Jahweh? Dat
dan de rookpluim nooit verdwijne!
Maar 's avonds, als de snelle schemering den Oosterschen
zonnedag overvalt en de geblakerde straten van Jeruzalem
koelt, als de blauwe hemel zich siert met een donker ge-
waad, zilver overflonkerd, als de reuzengolven zich leggen,
de hooggekuifde golven van het leven der bezige stad, de
schuimgekamde golven van Oostersche bedrijvigheid, als
de nijvere burger en de trouwe slaaf zich overgeven aan
de rust, als het muildier en de kemel zich laven aan de
bron, als de palmen zacht wuiven in de zoelte, dan wordt
de rookpluim rossig, dan spat op menige gouden vonk, dan
bliksemt menige, plots uitschietende vuurtong, dan nadert
de tijd van het avondoffer.
Daar wuift de pluim in rossige bogen zich op, steeds
grooter en hooger; daar slaat een vuurgloed uit in menigte
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Studentenalmanak | 162 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Studentenalmanak | 162 Pagina's