GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1926 - pagina 152

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1926 - pagina 152

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

140 HET TRAGISCHE

die gebruik kan maken óók van de kosmische causaliteit

(was smelt voor de zon).

Daarbij komt de vraag: wat verstaat Scheler onder „Kau-

salität", Verstond hij daaronder de empirische wet van

oorzaak en gevolg, dan is deze menschelijk te kennen en,

zooal niet apriori steeds te berekenen, dan toch aposteriori

immer na te gaan en te verklaren, Bavinck noemt de causali-

teitswet „eene categorie van den menschelijken geest" ^),

evenals ook Kant zoekt „den oorsprong van het causaliteits-

begrip in de inrichting van onzen geest. Evenals de vormen

van tijd en ruimte, is ook de categorie der causaliteit nood-

wendig eigen aan ons bewustzijn"^). Vatte Scheler de

causaliteit in Kantiaanschen zin op, dan kan de mensch in

abstracto de gevolgen van zijn daden zelf berekenen en ,,het

tragische" voorkomen, wat volgens Scheler zelf ontragisch is,

wijl in strijd met de noodzakelijkheid"), Hij neemt daarom

causaliteit als „konkrete Kausalität" in hooger zin en ver-

klaart uitdrukkelijk, dat hij niet bedoelt ,,Naturgesetzlich-

keit". Maar dan zijn weer zijn eigen voorbeelden (uitbreken

van brand-, Ikarus) onverklaarbaar, wijl daarin juist de

lagere causaliteit, ja de natuurwetten zelf de vernietiging der

waarden bewerken.

Deze verwarring bij Scheler is m. i, te verklaren, doordat

hij zich nu eens op anthropologisch standpunt plaatst (in

zijn voorbeelden, in zijn „Wertverhältnisse" en ,,hohe,

positive Werte"), dan weer op metaphysisch, transcenden-

taal-theologisch standpunt (in zijn ,,Kausalverhältnisse") ^).

Door deze verwarring blijft Scheler's beschouwing op ver-

schillende punten onbevredigend.

Het tragische moet niet afhankelijk gesteld van subjectieve

beoordeeling van den waarnemer (niet alles wat wij tragisch

noemen, is in wezen tragisch), maar het is bepaald door een

habitus van den menschelijken geest, een zielsgesteldheid in

1) Bavinck: Wijsb, der Op„ bl, 83,

^) Bavinck: Kennis en Leven, bl. 185, Vigl. Kant's Kategorientafel.

3) Vgl. Scheler, a.w., bl. 259.

') Daarom kan, merkt Scheler terecht op, een tragisch persoon voor

iedereen schuldig zijn, „von Gott allein abgesehen", echter niet om de

door God alleen gekende Kausalreihe.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Studentenalmanak | 217 Pagina's

Studentenalmanak 1926 - pagina 152

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Studentenalmanak | 217 Pagina's