GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1937 - pagina 161

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1937 - pagina 161

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik noem b.v. Schiller. Hij behoort tot de groote dichters

der menschheid. Maar in hem leeft ook nog de musicus,

de vertegenwoordiger der klankenwerelden: klank en

rhythme staan in zijn gedichten sterk op den voorgrond,

zijn karakteristiek voor zijn werken. In een brief schrijft

hij: „Das Musikalische eines Gedichtes schwebt mir weit

öfter vor der Seele, wenn ich mich hinsetze es zu

machen, als der klare Begriff von Inhalt, über den ich

oft kaum mit mir selber einig bin". Beschrijvende poëzie

is iets onmogelijks voor hem: „Seine Landschaften sind

fast Theaterdecorationen", zegt Albert Schweitzer.

Heel anders is Goethe. Hij is de schilder onder de dich-

ters. In zijn jonge jaren heeft hij geaarzeld, of hij dichter

dan wel schilder zou worden. Hij koos hel eerste. Maar

de plastische kunstenaar bleef in hem leven. Goethe

bezit een sterk gevoel voor schoone vormen en lijnen.

Zijn landschapsbeschrijvingen zijn ongeëvenaard. De

verschillende scènes uit de Faust zijn veel meer tableaux

met statisch karakter dan eigenlijke dynamische hande-

lingen. Het zijn weergaven van kernachtige momenten,

karakteristieke oogenblikken uit Faust's levensloop. De

scènes met Gretchen zijn van lichte, zachte kleuren;

Mephistopheles is het zwart in het schilderij. In de veel-

kleurigheid ligt het wezenlijke van de Faust. Het werk

is ontstaan als uit een schilderspalet met bonte verf-

plekken.

In zijn werk „Beethoven" geeft Wagner, die zelf een der

meest treffende getuigen is van de eenheid der Kunst,

deze meening weer over de Italiaansche schilders der

Renaissance: „Sie waren fast alle Musiker, und der Geist

der Musik ist es, der uns beim Versenken in den Anblick

ihrer Heiligen und Märtyrer vergessen läszt, dasz wir

hier sehen".

Zoo zijn er vele onder de kunstenaars geweest, in wie de

samengesteldheid van hun artistieke werken duidelijk

tot openbaring kwam.

Ik noem U nog den muzikalen Frans Hals en den dich-

tenden Rembrandt, Nietsche, den componist van sym-

phonieën, den dichter Beethoven, den schilder Bach.

155

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1937 - pagina 161

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's