Studentenalmanak 1960 - pagina 243

Studie in relativiteit

toen ik het zonlicht zag werd ik geboren maar ik leefde nog niet

de spiegels hadden de juiste stand nog niet het was nog donker

en de sterren waren ver weg bij toeval heb ik het ontdekt de spiegels

van mijn ogen waren draaibaar de zon weerkaatst erin. nu is er

maanlicht in de nacht in mijn borst.

ik ben een schip met dunne spanten ribben de machine hart gaat

rustig door over de zeven zeeën van een verdronken rome een

verdronken Jeruzalem ben ik geladen met de nacht als ballast dacht

ik maar sinds de maan is opgegaan weet ik hier zijn doorschijnende

gewaden voor de mensen zij zijn hierin wie zij zijn maar niet naakt

zij zijn een nieuw paradijs boven een verdronken rome een ver-

dronken Jeruzalem vaar ik en mijn waren worden aangevoerd

langs de vier rivieren pison gihon tigris en eufraat ik laad ze over

en vaar een wilde vaart ik marchandeer met kooplieden (hoe blijft

men anders leven?) ik marchandeer en verkoop mijn nacht voor

wat goede woorden een appel en een ei

en altijd ben jij daar voor een appel en een ei

toen leefde ik dacht ik en de maan was eeuwig dacht ik en liefde

groeide aan de bomen in mei was ons geluk de poolster een veUig

kompas, totdat ik ontdekte dat de spiegels draaibaar zijn ik draai

ze naar de zon om een maan te scheppen die eeuwig is en de poolster

draait mee ik zag de mensen hoe zij hun ogen wenden naar het

geluk en de poolster draait mee

en ik was alleen toen leefde ik

toen leefde ik met een appel en een ei in mijn handen voor jou

was dat genoeg zei je.

239

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen