Studentenalmanak 1970 - pagina 160
Jaarrede.
Graag had ik dit verenigingsjaar willen besluiten met een historische
opmerking, zoals ze dat vroeger altijd zo goed konden. En dan liefst één in
de geest van "ceterum censeo Carthaginem delendam esse", ware het niet,
dat ik aan het eind van een latijn ben, waarvan ik mij niet kan voorstellen
dat het ooit gesproken is.
Wat ik u nu over de gebeurtenissen van het afgelopen jaar binnen onze
geliefde vereniging zal vertellen, gaat dan ook maar plaatsvinden in gewoon
nederlands, en dat blijkt soms al moeüijk genoeg. Voor de duidelijkheid
begin ik bij het begin.
8 November 1968 werden wij in de u min of meer bekende samenstelling
geihstalleerd:
Joke van de Burg Assessor II
Hilly Bol Assessor I
Truce van Hattem Quaestrix
Alie Rinske Cnossen Ab-actis
Mieke Tuinenburg Praeses
Reeds voor dit gebeuren ontdekten v\äj een aantal gemeenschappelijke
trekjes zoals het niet dragen van enige tijdsapparatuur, natuurwetenschap-
pelijke aanleg, gedeeltelijk gekleurde waarneming, telefoonangst en voor-
liefdes voor katten, goudvissen, sigaren, autorijden en drank. Kortom een
stevige basis voor eenjaar V.V.S.V.U.
Helaas moesten we snel bemerken, dat steunpUaren uit de vereniging
schaars waren, hetgeen ons alternerend deed instorten. De uren, die wij aan
eikaars lappenmand doorbrachten, waren niet de meest nutteloze: zij
behoedden ons voor een te eenzijdige werkv^djze.
Enfin, de vereniging bestaat nog. Dat wil zeggen' juridisch. Van enige
inhoud kunnen wij met goed fatsoen niet meer spreken. De specifiek
vrouwelijke vorming, die de V.V.S.V.U. in haar statuten voert, heeft afge-
daan. Voor dergelijke zaken in het algemeen moet u bij de disputorenraad
wezen. De ACC is in staat haar eigen manifestaties te organiseren. Wat ons
rest is gezelligheid, een vaag, niet nader te operationaliseren begrip.
De associatie met Mansio ligt dan ook niet voor de hand. En toch is dat
wel het eerste concrete punt waarvan wij kunnen uitgaan bij systematische
analyse van de Vereniging.
In het begin van het jaar is het gebouw door de Universiteit in een nieuw
hemdje gestoken, waarin het de rest van dit jaar is blijven staan. Want
ondanks nieuwe lampen en wandversieringen bleef het clubbezoek
beneden alle peil. Het kan dan ook geen verwondering wekken, dat het
clubbestuur haar nachtrust niet opofferde voor ca. vijf mensen. Wel wekt
zoiets ergernis, zodat de wisselwerking eenparig vertraagde en de limiet nul
benaderd werd. Dit alles was meer dan de club kon verdragen:
De waterleiding huilt, de verf gaat bladderen en de wastafels weigeren door
te lopen. Slechts vlooien en ander ongedierte gedijen in deze sfeer. Onze
goudvis pleegde zelfmoord.
De contacten met het buurpaar waren op fietsen en niet synchroon
lopende klokken op zolder na, allerhartelijkst. Het deed ons een groot
158
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Studentenalmanak | 212 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Studentenalmanak | 212 Pagina's