GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1937-38 - pagina 187

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1937-38 - pagina 187

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

925

nog verleden jaar in de jubileumsamenkomst in de Appollohal. Telkens heeft hij ons op het hart gebonden om in dezen vooral niet te verflauwen, doch werkzaam te zijn. Ons antwoord daarop mag niet zijn een terugloopen van het aantal busjes, maar een: „Wij blijven niet achter! Met onze geringe vermogens zullen wij voor onze universiteit bidden en sparen!" Dat werken geschiedt dan niet — aldus besloot spr. — om deugden in de Universiteit zelve gelegen, nietomeenig persoon, maar omdat die Universiteit een stichting is, die God aan ons volk gegeven heeft, waardoor Hij ons volk wil voorlichten en leiden naar Zijn Woord. Daarna hield mevr. S. G. C. Faber—Meynen uit Hoogeveen een causerie over het onderwerp: „De Calvinistische vrouw en de V.U.". Na een kort historisch overzicht, stelde spr. de vraag: Wat hebben wij, als vrouwen, voor de V.U. te doen? Is het voldoende, dat wij mee heipen steunen in den financieelen nood ? Neen, de V.U. vraagt meer. Zij vraagt onze liefde, ons hart, ons gebed. Vervolgens wees spr. op de drieërlei taak, die de vrouwen hebben tegenover de Calvinistische Hoogeschool. Ten eerste tegenover den echtgenoot. Zij kunnen hem steunen, opbouwen in zijn liefde voor de V.U., maar ze kunnen ook afbreken door onwil en lauwheid. Spr. toonde dit met een enkel voorbeeld uit de practijk aan. Ten tweede hebben zij een roeping tegenover de kinderen. Reeds in de jeugd kunnen zij hun de groote beteekenis der V. U. bijbrengen. Het jonge hart is zoo ontvankelijk voor indrukken. In de derde plaats, evenzeer tegenover onze omgeving. Ook hier doen zij van tweeën één: opbouwen of afbreken. Wat doen ze als de naam der V.U. wordt genoemd ? Staan ze dan klaar met hun scherpe critiek ? Oordeelen ze dan over dingen, waarover zij als leeken, soms in 't geheel geen oordeel kunnen vellen? Zoo ja, dan zijn ze bezig af te breken het schoone gebouw, waaraan eenmaal door onze voormannen in heerlijken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

VU-Blad | 231 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1937-38 - pagina 187

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

VU-Blad | 231 Pagina's