Vrije Universiteitsblad 1939-40 - pagina 184

1390 gereformeerde taal vindt in dagen, waarin zoovelen uit het lood schijnen te zijn geslagen, ongetwijfeld ingang. Men zal — aldus spr. — bij dat alles hebben te rekenen met de nuchtere werkelijkheid, dat wij een land zijn, waar de bezettende macht de leiding van het burgerlijk bestuur in handen heeft genomen tengevolge van het uitwijken onzer Regeering naar het buitenland. De vrijheden, die ons gelaten zijn, mogen wij echter benutten. De hoogste vertegenwoordiger van de bezettende macht heeft, bij de aanvaarding van zijn ambt in Nederland, heengewezen naar de toekomstige vrijheid en onafhankelijkheid van Nederland, indien wij blijk zouden geven de taak te verstaan, die uit het lijdelijke gemeenschappelijke lot voortvloeide. W a a r aan de zijde der bezettende macht de verhoudingen zóó worden gezien, mogen wij, naar spr. meent, ook openlijk getuigen van onze hoop op een toekomst, waarin Nederland weer vrij en onafhankelijk zal zijn. Maar dan zal men de voorwaarde, die gesteld werd, ook loyaal moeten nakomen. In dit verband wees spr. nog op de noodzakelijkheid, dat de Vrije Universiteit de vrijheid, welke haar gelaten is, moet gebruiken, zichzelf een zoo klaar mogelijk beeld van de toekomst moet vormen en mede leiding moet geven aan de diepgaande wijzigingen, die ongeacht den afloop van den oorlog, ongetwijfeld ook bij ons zullen intreden. Ten slotte riep spr. leden en begunstigers der Vrije Universiteit op, om dien arbeid mogelijk te maken door te zorgen voor de voorziening in de stoffelijke behoeften onzer Hoogeschool. Huishoudelijke zai(en. De notulen der vorige vergadering, opgenomen in het Vrije Universiteitsblad, Aug. 1939, werden goedgekeurd; evenals het jaarverslag over 1939, dat aan leden en begunstigers was toezonden. O p voorstel van de Commissie van Toezicht op het geldelijk beheer werd de aangeboden rekening over 1939 goedgekeurd en vastgesteld. In de plaats van den heer G. Wolzak Hzn., die volgens de regeling moest aftreden, werd Mr. G. H. A. Grosheide als Directeur benoemd ; in plaats van het aftredende lid van de Commissie van toezicht, de heer H. A. Höweler, werd benoemd de heer P. A. Fopma te Amsterdam. Gift van f 10.000.

De voorzitter stelde de vergadering er van in kennis, dat bij hem als PresidentDirecteur van de Vrije Universiteit, tot delging van het tekort van de Universiteit, een gift van f 10.000 was ingekomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen