Vrije Universiteitsblad 1940-41 - pagina 211

1639 Toen Dibbetz daaromtrent vroeg, begreep Kuyper niet goed wat hij daarmee bedoelde. Zoo weinig was Kuyper nog ingegroeid in de Gereformeerde gedachfenwereld. Maar — zoo vertelde Kuyper later aan Prof. Honig — mijn intuïtie was goed. Dat wist ik. En daarom zei ik: wel, broeder Dibbetz, vertelt U mij eerst eens precies hoe U over deze dingen denkt. Dibbetz deed dat. En toen deze Uitgesproken was, antwoordde Kuyper: „Ik kies ook van ganscher harte voor de particuliere genade." Daarop zei Dibbetz: „Dan hebt u het beroep naar Amsterdam." Toen Kuyper eenmaal in Amsterdam was overwon hij de achterdocht der broederen spoedig. En weldra was hij ten volle hun leider' zoowel in de kerk als daarbuiten. " ) Men zie: De Heraut No. 150, Zondag 31 October 1880. Hef feestnummer verschenen ter gelegenheid van de opening der Vrije Universiteit, p. 10

")

Bijdrage voor Kerkgemeentelijk overleg: p. iio.

")

Narede van vijfjarigen strijd; p. 121; Ned. Ged. VI, p. 16.

^'') Vgl.: C. Vonk; Huisbezoek in Gods gemeente, Kampen, J. H. Kok N.V. p. 48. ")

Nederlandsche Gedacliten; tweede reeks; deel V, p. 391.

^*) Nederlandsciie Gedacfifen; tweede reeks; deel I, p. 5. ^') Speciaal bij het Calvinisme wijst Kuyper op deze orde van zaken in zijn ;,Het Calvinisme"^ p. 12. Hij wijst op het feit dat pas in de negentiende eeuw werd doorzien, dat het Calvinisme een eenheid, diepte en breedte van conceptie had, waardoor het op den naam levens- en wereldbeschouwing voluit aanspraak kon maken. Hij schrijft dan als vojgt: „Dat dit eerst in onze eeuw, als vrucht van deger historisch onderzoek door vriend en vijand is ingezien, bevreemde u niet. Dit zou niet zoo geweest zijn, indien het Calvinisme in het leven ware getreden, na eerst als stelsel te zijn doorgedacht, en alzoo als vrucht van denken aan-hei leven ware opgelegd. Doch dit was niet zoo. Hef leven was hier eerst. Voor hef Calvinisme was hef leven hoofdzaak. Er was te veel fe doen, en te lijden, om tijd voor na- en doordenken te laten. En waf heerschfe was de Calvinistische practijk op den brandstapel en op het slagveld. Bovendien noch de Zwitsers, noch de Nederlanders, noch de Engelschen en Schotten, de volken onder wie hef veld won, waren van nature bijster philosophisch aangelegd. Vooral destijds leefde men onder deze volken gelijk men leefde, spontaan en vanzelf. En eerst daarna heeft men stuksgewijs het Calvinisme ingedacht, en niet dan veel later zijn geschiedvorschers en denkers zich rekenschap gaan geven van den samenhang der Calvinistische verschijnselen en van de alles beheerschende eenheid van hun beginsel. Zelfs kan men zeggen, dat de behoefte aan hef begripmatig en systematisch indenken van zulk een diep ingrijpend en allesomvattend levensverschijnse!,. eerst dan opkomt, als het zijn eerste levenskracht heeft uitgeput en hef, om zich in de toekomst te handhaven, op juister afbakening van zijn grenzen bedacht heeft te zijn'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen