Vrije Universiteitsblad 1941-42 - pagina 20

1664 schap ziedaar de machtige drang die geleid heeft tot de oprichting van onze Vereeniging voor Hoogcr Onderwijs, en die dan ook 't geheim van den innigen band is tusschen wetenschap en practijk, tusschen Universiteit en volk, tusschen school en levent Dat de school hier een eigen en zelfstandige plaats heeft naas. de kerk, wordt door niemand onder ons tegengesproken. Wij zouden hier in zeker opzicht kunnen zeggen, dat het de kerk in haar ambtelijke bediening is van wie wij als van ons aller moeder onze geestelijke moedertaal leeren. Zij leert ons spreken door haar belijdenis, waarin zij zelf uitspreekt wat de Geest door het Woord haar te spreken geeft. Zij helpt ons aan de woorden en namen en uitdrukkingen waardoor de rijke inhoud van ons christelijk geloof ons steeds klaarder bewust wordt, en waardoor wij bovendien dien inhoud in verstaanbare taal kunnen weergeven. Maar het arbeidsterrein der geïnstitueerde kerk heeft zijn grenzen. Juist in die beperking ligt haar kracht. D^ kerk trekt al haar krachten saam in de bediening van Woord en Sacramenten, put zichzelf als 't ware daarin uit, niet omdat zij zich vanhetgroote menschenleven isoleert en zich van alles wat er in de wereld te doen is, afzondert, maar juist om aldus in die wereld haar invloed des te dieper te laten doordringen. Zij verzorgt, naar haar goddelijke roeping, het licht op den kandelaar en maakt daaraan al haar arbeid dienstbaar opdat dit licht gezien worde door allen die in het huis zijn. En daarin onderwerpt zij zich aan de goddelijke orde van de souvereiniteit in eigen kring. Den dienst der wetenschap laat zij daarom over aan de kerk als organisme. Zij eerbiedigt de school in de haar, naar Gods bestel, toekomende bewegingsvrijheid, en indien zij hier haar invloed laat gelden, dan geschiedt dit nooit rechtstreeks, maar zijdelings. Waar de verhoudingen goed zijn, d.w.z. in overeenstemming met den eisch van het Woord des Heeren. daar zal de geïnstitueerde kerk, voor haar deel, alle middelen in het werk stellen die dienen kunnen tot bevordering van den bloei der school en zal van haar kant de school zich bij al haar arbeid laten leiden door de oprechte begeerte om voor Gods kerk ten zegen te zijn. Beide zijn in allerlei opzicht op elkaar aangewezen, hebben elkaar noodig, Zinkt het geloofsleven der kerk in, dan zullen de gevolgen hiervan vroeg of laat merkbaar worden in de dorre veruitwendiging en, op den langen duur, zelfs in de principieele ontaarding van het wetenschappelijk bedrijf dat zich hoe langer zoo meer in bijkomstigheden gaat verliezen en Hem, om Wiens Naams eer het bovenal gaat, uit het oog verliest. Boet daarentegen de school gaandeweg aan beteekenis in, doordat de echte wetenschappelijke aandrift verslapt en de bezieling, die tot onder-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen