Vrije Universiteitsblad 1948 - pagina 78

De V.U. zoekt haar uitgangspunt in de Geref. beginselen. De partij s t a a t op anti-revolutionairen grondslag. Gereformeerd is eensdeels een meer omvattend begrip, het is een -wereldbeschouwing. E n anderzijds is het meer gespecialiseerd, meer uitgewerkt dan anti-revolutionair. Het A.R. beginsel-programma is summier. Wij horen er wel Calvinistische klanken in, maar het is toch niet specifiek gereformeerd. Het trekt de grenzen, waarbinnen onze actie zich beweegt. Maar binnen de grenzen is plaats voor een nadere uitwerking, voor discussie. Zo zijn dus universiteit en politieke partij, evenals kerk en politieke partij, duidelijk onderscheiden. We zien hoe aan het einde van de vorige eeuw een geweldige krachtsontplooiïng zich baanbreekt, zowel op het gebied der wetenschap als in het politieke en sociale leven. Er was wel verschil in samenstelling tussen onderscheidenlijk Gereformeerd, AntiRevolutionair en Christelijk Nationaal, maar toch was er één ideaal, dat van Christus' koningschap. Kerk, partij, universiteit en sociale beweging strijden op verschillende fronten, maar in één en denzelfden strijd. Er was één vijand: het hooghartig liberahsme. Sinsdien is er één en ander veranderd, we zijn gaan meetellen. Maar we zijn niet gekomen, waar we wilden zijn. Het doel was de Reformatie van ons nationale' leven. We, zien nu, dat liberalisme en rationaUsme van hun positie zijn verdreven, maar ze hebben, plaats gemaakt voor socialisme en scepticisme. Het valse vrijheidsideaal is vervangen door een valse gezagsideologie. Christendom en socialisme strijden op de puinhopen van het liberalisme om het overwicht. Ook nu zijn er verschillende fronten: doorbraak, Barthiaanse theologie, rehgieus sociaüsme en dat extra-gevaarlijk, omdat ze opgedist worden op den schotel der orthodoxie. Dat is de grote verleiding van onzen tijd. Ook nu is de strijd op de verschillende fronten dezelfde. Er is dan ook maar één verweer: op aUe terreinen leven uit ons beginsel, tiit het geloof, radicaal en totalitair. Het doel van onze universiteit, van onze poUtieke en sociale actie blijft Nederland te reformeren. De V.U. moet daarbij het geestelijk hoofdkwartier zijn van waaruit de strijd wordt gevoerd. Een jubilaris gehuldigd Een correspondent, die vijftig jaren aaneen voor de Vrije Universiteit zijn stille maar belangrijke werk doet, ontmoeten we in de organisatie niet al te vaak. De voorzitter greep daarom gaarne de gelegenheid aan om den heer K. Dijkhuis te Stedimi, die sedert 1898 het correspondentschap met voorbeeldige trouw en ijver behartigt, in enkele welgekozen woorden te huldigen. Een hartelijke ovatie van de vergadering onderstreepte de woorden vao Prof. Berkouwer. 1914

'jEere stem uit de zaaV De heer H. Algra uit Leeuwarden sprak zijn grote voldoening en dankbaarheid uit over de oprichting van de Economische faculteit aan de Vrije Universiteit. Hij wees er voorts op, dat de aanvaarding van het wetsontwerp tot subsidiering aan bijzondere universiteiten en hogescholen voor de V.U. een nieuwe periode inluidt. Zij kan nu komen tot belangrijke en noodzakelijke uitbouw. Kunnen, zo vroeg de heer Algra, directeuren nu komen met een basisplan voor de uitbreiding in de eerstkomende 10 of 20 j a a r ? Dr J . J . C. van Dijk bracht den heer Algra dank voor zijn waarderend woord en zegde toe, dat zijn suggestie gaarne in den kring der overwegingen van Directeuren zal worden opgenomen. ' Opwekkende rede Ds G. R, Visser De opwekkende slotrede werd gesproken door Ds G. R. Visser van Rotterdam. Deze had daarvoor gekozen de titel: 'Prikkelen en nogefen', aan de hand waarvan hij bijzonder wees op de grote betekenis van het verband tussen universiteit en volk. W a t de Vrije Universiteit in haar hoogleraren en andere docenten, ook in de proefschriften van haar studenten aan wetenschappelijken arbeid produceert, moet doorwerken en leiding geven aan het leven. Het zijn de prikkels en nagels die ons volk moeten aansporen en tot materiaal dienen om in den strijd te staan. Spreker wees op de werken, in het afgelopen cursusjaar verschenen, en noemde bijzonder de commentaren van Prof. Aalders en de werken van Prof. Berkouwer, die van zo ontzaglijke betekenis zijn, niet alleen voor predikanten. De Regelingscommissie aan het woord De heer G. van Oversteeg, secretaris van het Provinciaal Comité voor Groningen en 2e secretaris van de Regelingscommissie, deelde mede dat ook de Gereformeerde Kerken in Groningen de goede gewoonte, om ter gelegenheid van de V.U. dagen, een extra coUecte voor de Vereniging te houden, hebben gevolgd en dat als opbrengst daarvan zeker op ƒ5000.— mag worden gerekend. Bovendien heeft de organisatie in Groningen met grote inspanning getracht de contributies met zulk een bedrag op te voeren, dat voor deze provincie het aandeel in de benodigde inkomsten uit die bron voor 1948 en volgende jaren verzekerd zou zijn. De bijdragen zijn reeds gestegen van ƒ 31.000.— in 1947 tot rond ƒ37.000.— thans. Hij spoort al de medewerkers in de organisatie, ook in de andere provincies, aan tot trouw en volharding, om ook dit deel van ons werk 'voor het behoud van onze universiteit' tot een goed einde te brengen. Mededelingen over de landelijke actie Nadat Prof. Berkouwer' een kort slotwoord had

r

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen