GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1950 - pagina 102

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1950 - pagina 102

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kinderliaiid die vult Een nog jong gezin met twee kleine kinderen van 4 en 3 jaar. De vader is in verband met zijn werk veel buiten de stad, van de morgen tot de avond en verdient een niet hoog salaris. De moeder is niet sterk en nu herstellende van een ziekte die veel van haar krachten vroeg. Het is hier dus zeker niet 'een leven op rolletjes' met een ruime beurs ter beschikking. Toch is een bezoek aan dit gezin altijd weer mooi. Wie triestheid en een leven onder den druk van de zwarigheden zou verwachten, vergist zich ^\el heel ërg. De christelijke levenstoon heerst en de blijdschap van het geloof straalt uit. En ook ditmaal blijkt dat, als het hoofd van de busjesactie Vrouwen V.U. Hulp haar halfjaarlijkse rondgang door de wijk doet. Een kort belletje, twee trappen opgeklommen — eh het oudste kereltje vangt haar al op. Mammie is ziek, is zijn antwoord op haar vraag. Maar in zijn volle waardigheid van oudste zoon gaat hij haar parmantig voor naar de slaapkamer, thans ziekenkamer, en straks, na een kort gesprek met de niet meer ernstige patiënte, naar de huiskamer, waar het busje een vaste en goede plaats heeft. Al spoedig zit de bezoekster op een bijgeschoven stoel, het papieren busje voor zich op tafel en de twee kleine, intens belangstellende jochies links en rechts van haar opgesteld, getuigen en medewerkers bij het gebeuren dat nu volgt. Wat gaat U doen Mevrouw? —• Kijken hoeveel' jullie gespaard hebben. — Voor de V.U. ? — J a , voor de V.U. -^ Maakt U het stuk? — Nee hoor, aUeen maar open. — Waarom? — Anders kan het geld er niet uit. — Doet U het altijd zo ? — J a , bij alle mensen. — Heleboel mensen? — Een héle boel. De conversatie is elke keer vrijwel gelijk, maar nooit vervelend. Een echt leuk stel, die twee. Wat toch een rijk bezit.

en dubbeltjes, die van liefde en offerzin spreken. Dan begint het tellen. Ze mogen meehelpen. Eerst de enkele blinkende geldstukjes apart leggen. Dan de centen op rijen van vijf brengen. Het is een inspannend werkje voor kleine mensjes, waarbij hoofd en handjes nauw moeten samenwerken. Als dan alles geordend is — vlug gaat het niet —, het totaalbedrag op de lijst ingevuld en het busje weer dichtgeplakt, springen die twee van plezier en vinden het alleen maar jammer, dat ze niet aanstonds weer wat door de gleuf kunnen laten vallen. Voor de V.U., die ook in hun kleine leventje al een plaats heeft. Nog een praatje met de Moeder, die vanuit haar ledikant het toneeltje met een warme blik in haar ogen heeft gevolgd. — U hebt goed gespaard Mevrouw! •— Dat hebben de kinderen gedaan, is het antwoord. —• De kinderen? — J a , de kinderen. 's Zaterdagsavonds mogen ze de busjes, één voor de V.U. en één voor de Zending, ophalen. Ze vergeten het nooit. Dan mijn portemonnaie er bij en ze krijgen ieder wat om te geven voor de dingen van het Koninkrijk Gods. En ze doen het wat graag. Kinderen houden van actie. En door de busjes beginnen ze nu al over de V.U. en over de Zending te praten, al begrijpen ze er nog niet anders van dan dat we er voor moeten sparen. Denkt U even in, dit Zaterdagavondtafreeltje. Dacht U dat die kinderen het ooit weer vergeten, ooit weer los komen van deze opvoeding, van dit echt blijmoedig geven? 'Aan Moeders hand tot Jezus' en aan Moeders hand naar de dingen die in het leven in de eerste plaats belangrijk zijn. Dat kan misschien wel eens een mantel, japon of hoed minder moeten betekenen voor Moeder zelf. Maar zij wint er voor zichzelf en voor haar kinderen een bezit mee, dat meer dan iets ter wereld glans en waarde geeft aan het leven. Een blijvend bezit, dat, als God Zijn zegen geeft, tot in geslachten rente op rente opbrengt. (Uit 'Kerkelijk Zuid')

Door zijn werken steil God zich in nauwe en vertrouwelijke verhouding tot ons en deelt Hij zich in zekeren zin aan ons mee. Daarom past het ons, ons op die nasporing Gods toe te leggen. Die houdt het verstand gespannen van beivondering en vervult het tegelijkertijd met een krachtdadig besef.

De verzameling van gespaarde muntstukjes, meest kleine, ligt op tafel. Veel centen, enkele stuivertjes 2143

(Calvijn)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

VU-Blad | 131 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1950 - pagina 102

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

VU-Blad | 131 Pagina's