Vrije Universiteitsblad 1955 - pagina 120

Waardering voor de Vrije Universiteit

De dagen van herdenking van het vijf en zeventig jarig bestaan der Vrije Universiteit hggen achter de rug. Het zijn in aDe opzichten fijne dagen geweest. Ik meen dat te mogen zeggen zonder gevaar te lopen van te worden tegengesproken. Wij mogen er God voor danken, om Wiens zegen wij hebben gebeden. Het is niet mijn bedoeling nog eens alles na te gaan wat wij gehoord en ervaren hebben. Binnen niet te lange tijd zal er een verslag verschijnen, waarin de gehouden redevoeringen en toespraken worden opgenomen en men het gehele verloop van de samenkomsten krijgt geschetst. Het heeft daarom weinig zin in ons blad aan een verslag te beginnen, dat toch beknopt zou moeten zijn en niet meer dan schetsmatig de gang van zaken zou kunnen weergeven. Wel is er plaats voor het geven van een nabeschou•wing, als is het niet mogelijk op alle punten welke daarbij in aanmerking zouden kunnen komen, in te gaan. Ik moet mij bepalen tot het aanstippen van enkele saillante punten. Opvallend is de grote waardering, welke de Vrije Universiteit, ik geloof te mogen zeggen, haast van alle kant«n heeft ondervonden. Er zijn er, die het zwijgen bewaard hebben en zich aan het mede-herdenken hebben onttrokken. Tot dezen behoorden mensen, van wie wij anders hadden mogen verwachten en die, op grond van de door hen beleden beginselen, zich aan onze zijde hadden moeten plaatsen. Zij hebben er echter de voorkeur aan gegeven zich op een afstand te houden. Het doet ons leed. En wij zullen er naar moeten blijven streven om allen, die in gehoorzaamheid voor Gods Woord wiUen buigen, te verenigen rondom de Universiteit, welke tot devies heeft juist hetzelfde daadwerkelijk te tonen op heel het gebied der wetenschap. Natuurlijk heeft, naast de stem der waardering, ook het geluid van de critiek niet ontbroken. In sommige opzichten is daar waarschijnlijk ook wel aanleiding voor geweest. Bij het organiseren van dergelijke grote samenkomsten, als wij op 19 en 20 October hebben medegemaakt, is het maken van fouten haast onvermijdelijk. De' organisatoren zelf hebben dergelijke fouten hier en daar ook wel opgemerkt. Bepaalde bezwaren waren, toen het R.A.I. gebouw in Amsterdam voor dit doel moest worden gehuurd, reeds van te voren bekend. Het bleek toen al, dat zij niet alle te ondervangen zouden zijn. Des te meer hebben de organisatoren het gewaardeerd, dat men hiervoor in het algemeen begrip heeft gehad. Klachten werden zo goed als niet gehoord. 2536

Kritiek van andere aard is hier en daar in de pers ook aan het woord gekomen. Nu is er geen sprake van, dat ik aUe artikelen en berichten in de kranten onder ogen heb gehad. Het is dus zeer wel mogelijk, dat mij het een- en ander is ontgaan. Maar ik geloof te mogen zeggen, dat de kritiek niet veel belangrijks naar voren heeft gebracht. Sommige foto's in het gedenkboek werden niet fraai gevonden. In de algemene vergadering van Woensdag hadden ook enkelen uit de vergadering op het podium moeten verschijnen om er de stem van het volk te doen horen; het liefst moesten het dan geweest zijn in Zeeuwse klederdracht, want het accent van de noordelijke spraak werd reeds uit de mond der officiële sprekers ruimschoots genoeg vernomen. Nu, ik weet niet, of bij de aanwezigen in de zaal zelf een sterke lust heeft bestaan om naar voren te treden en het woord te voeren. Ik laat dit ook liever in het midden. Het is ook de vraag, of de.opmerkzame criticus zich bewust is hoeveel tijd voor een dergelijke proefneming nodig zou zijn geweest. Voorts meen ik, dat verreweg de meesten in de enkele aanwezigheid van zovele duizenden uit het gehele land een sterker en overtuigender stem hebben beluisterd dan mogelijk zou zijn geweest bij het voeren van het woord door twee of drie uit hun midden. En wat was het schoon, dat de radio zoveel tijd, meer zelfs dan aanvankelijk ons was toegezegd, heeft beschikbaar gesteld! Heel het land heeft .kunnen meeluisteren. De critiek heeft ook nog iets gezegd over erepromoties. Over dat onderwerp meen ik het zwijgen te moeten bewaren. Mijns inziens is het van zodanige aard, dat het voor een publieke discussie in de pers niet in aanmerking komt. Het behoort binnenskamers te worden behandeld. Vooral iemand, die niet eerst de moeite heeft genomen een dergelijke zaak aanhangig te maken bij de instantie, waar zij thuisbehoort, moest haar in de pers niet ter sprake brengen. De critiek, voorzover zij zich liet horen, was niet belangrijk. Overal hebben wij'een grote mate van dankbaarheid en waardering te ervaren gekregen Deze waardering is niet het minst gekomen van degenen, die niet tot de medestanders der Vrije Universiteit gerekend kunnen worden. Men is van die zijde in sterke mate onder de indruk gekomen van de band, welke bestaat tussen Vrije Universiteit en het Gereformeerde volk. Wij verheugen ons over deze waardering. Wij hopen, dat zij van blijvende aard zal zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen