GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1958 - pagina 145

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1958 - pagina 145

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Vrije) voor het

Universitaire

opleiding

Notariaat

Bij'Koninklijke Boodschap van 5 augustus 1957 is aan de- Tweede Kamer der Staten Generaal ter overweging aangeboden een ontwerp van wet tot wijziging van de hoger-onderwijswet en de wet op het notarisambt. Dit .wetsontwerp is inmiddels na enkele wijzigingen te hebben ondergaan, zowel door de Tweede Kamer als door de Eerste Kamer der Staten Generaal aanvaard en zal binnenkort het Staatsblad bereiken. De inhoud van deze wet, te weten de instelling van een wetenschappelijke universitaire opleiding voor het notariaat, met universitaire examens, voldoet aan een sinds ongeveer een eeuw in notariële kring bestaand verlangen. Hoe is de situatie met betrekking tot die opleiding tot vandaag? De wet op het notarisambt stelt enige eisen, waaraan men moet voldoen om tot notaris te kunnen worden benoemd. Een van die eisen is het met gunstig gevolg afgelegd hebben van het in de wet op het notarisambt geregelde examen, welk examen in drie gedeelten is gesplitst en wordt afgenomen door een ieder jaar opnieuw door de minister van Justitie benoemde examencommissie. Deze regeling gaf dus geen enkele aanwijzing over de manier, waarop men de kennis, benodigd om de betreffende examens met goed gevolg te kunnen afleggen, vergaarde. Men was hier vrij in; en het resultaat is geweest, dat in het verleden een aantal personen zich met de opleiding hebben belast en een kleiner of groter aantal leerlingen om zich heen verzamelden. Het lijkt mij juist er hier op te wijzen, dat onder deze opleiders velen zijn geweest en nog zijn, die in het docentencorps van een universiteit beslist geen slecht figuur zouden slaan, doch het ligt voor de hand, dat deze vorm van opleiding zeer sterk gericht diende te zijn op de be.treffende examens en daardoor vaak de zo gewenste •iverbreding heeft gemist. / K o r t voor de laatste oorlog is men begonnen de opleiding aan de universiteiten te trekken, in dier voege, dat' ook aan de universiteiten gelegenheid werd gegeven zich voor de notariële staatsexamens te bekwamen, maar die staatsexamens bleven, met alle moeilijkheden van dien, moeilijkheden welke mede gelegen waren in het feit, dat de examens maar één keer per jaar werden afgenomen, hetgeen tengevolge had, dat bij afwijzing, hetgeen bij deze examens in veel grotere mate plaats vond dan bij andere, de betrokkene steeds een jaar moest wachten voor opnieuw gelegenheid werd gegeven.

Nu de gehele opleiding en dus ook de examens aan de universiteit worden getrokken, zal dit alles veranderen en zullen de Nederlandse notarissen de opleiding krijgen, welke hun ambtgenoten in de omringende landen reeds tientallen jaren kennen en welke ook de vergelijkbare beroepen hier te lande nooit anders gekend hebben. Het gaat het bestek van dit artikeltje te boven om hier een gedetaüleerde uiteenzetting te geven omtrent de inrichting van de notariële studie, zoals deze binnenkort zal zijn. In grote trekken loopt de studie parallel aan de studie voor het doctoraal examen Nederlands recht. Het kandidaatsexamen is voor beide studierichtingen geheel gelijk. Na het kandidaatsexamen krijgt men de splitsing tussen de richting doctoraal examen Nederlands recht en het notariële doctoraal examen. Beide studierichtingen hebben ongeveer dezelfde tijdsduur en geven na het met goed gevolg afleggen van het doctoraal examen de hoedanigheid van meester in de rechten. Degene, die de hoedanigheid van meester in de rechten verkrijgt op grond van het notarieel doctoraal examen heeft niet de mogelijkheid om advocaat te worden of een functie bij de rechterlijke macht te verkrijgen. In de toekomst zal alleen het einddiploma gymnasium toelating tot de examens verschaffen. Gedurende een overgangstermijn zal ook het einddiploma h.b.s. de mogelijkheid tot de notariële studie openen. Nadat men zijn studies .heeft voltooid, zal men als kandidaat-notaris een werkkring op een notariskantoor kunnen vinden en in ^e praktijk van dit buitengewoon mooie en veelzijdige ambt werkzaam zijn. Als men zich realiseert, dat het notariaat met nagenoeg alle aspecten van het maatschappelijk leven contact heeft, zal men begrijpen, dat het etiket „saai", waarmede men gaarne dit ambt bestempelt, wel bijzonder misplaatst is. Een van de bezwaren, welke men in het algemeen tegen een notariële loopbaan heeft, te weten de lange wachttijd voordat men tot notaris wordt benoemd (ook na de invoering van de leeftijdsgrens gemiddeld nog meer dan 15 jaar), wordt gedeeltelijk ondervangen, doordat maatschappelijk gezien de positie van kandidaat-notaris aanmerkelijk is verbeterd. Het spreekt wel haast vanzelf, dat de Vrije Universiteit ook reeds jaren de mogelijkheid kent om te worden opgeleid voor de notariële examens, welke opleiding nu dus in de toekomst geheel in de universitaire sfeer wordt getrokken. P . L. D. 2829

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

VU-Blad | 156 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1958 - pagina 145

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

VU-Blad | 156 Pagina's