GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 108

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 108

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

WIJ EN DE W E R E L D Hieronder laten wü volgen het belangrijkste gedeelte van de rede ,,Wü en de wereld", die prof. dr. L. W. Kuilman op de V.u.-dagen te Groningen hield. De hoogleraar sprak over het probleem van de onderontwikkelde gebieden. Hü besloot zijn uiteenzetting met deze woorden: „En nu mag u het vraagstuk van de onderontwikkelde gebieden benaderen zoals u wilt: vanuit de economie, vanuit de demografie, vanuit de landbouw . . . als u boven alles uit maar hoort de stem van de Meester die u roept. Want ik verzeker u: wie zich met de onderontwikkelde landen en volkeren gaat bezighouden en daarvoor wil werken, heeft de wetenschap, dat hü geroepen werd, zo nodig als brood".

(Vervolg van pag. 3)

reputatie in de korte tijd van twee jaar heeft kunnen verwerven is, naar ik dacht, in hoofdzaak daaraan te danken, dat hij in die tijd voor de V.U. heeft gewerkt alsof hij niet slechts twee jaar, doch nog tenminste twintig jaar voor de boeg had. Indien het voorgaande er enigszins toe zou bijdragen, dat dit voorbeeld door vele werkers voor de V.U. wordt gevolgd, zal de heer Wilschut het mij, naar ik hoop, niet kwalijk nemen, dat ik hem als een „voorbeeldig" voorzitter heb willen huldigen. D. S.

4

Wanneer ik in déze vergadering tot U spreek over „wij en de wereld" verwacht U natuurlijk van mij, dat ik dat woord „wij" in gedachten vervang door de „Vrije Universiteit". „De Vrije Universiteit en de wereld" kan dat? Heeft de Vrije Universiteit — „een typisch Nederlands geval" hoor ik nogal eens zeggen — heeft die Vrije Universiteit iets met de wereld te maken? Verliezen wij de proporties niet uit het oog, wanneer wij die beide naast elkander zetten: De Vrije Universiteit en de wereld? En nog iets: onze universiteit bevindt zich op het ogenblik in een overgangstoestand, waarin alle aandacht wordt gevraagd door het steeds toenemend studentental, door de niet aflatende uitbreidingen, door de nieuwe gebouwen — ja door wat niet al! Zijn wij dan niet een beetje geëxcuseerd, wanneer wij zeggen: op het ogenblik hebben wij met eigen zaken meer dan genoeg te doen, zodat wij voor de onderontwikkelde gebieden heus geen tijd hebben? Moeten wij, zolang eigen huis en hof nog niet klaar zijn, de wereld maar niet een beetje laten rusten? Keulen en Aken zijn toch ook niet op één dag gebouwd? Wel, ik lees in het woord van de Here Jezus van enige beperking niets. Hij roept en daarmee uit. Al te lang hebben wij de ogen gesloten gehad voor onze roeping jegens de wereld. Al te lang hebben wij ons beperkingen opgelegd. E n bovendien: wanneer wij op dit punt verstek laten gaan, zullen anderen wel voor onze ogen bewijzen, dat zij er anders over denken! Wij m o e t e n ons eenvoudig met de wereld gaan bemoeien, ook als Vrije Universiteit. De nood is ons opgelegd. En wij zullen ons hebben af te vragen, hoe wij die taak het best ten uitvoer kunnen brengen. En dan zou ik twee dingen willen noemen. In de eerste plaats zullen wij ervoor moeten zorgen, dat zoveel mogelijk van onze afgestudeerden de wereld ingaan om in allerlei posities en functies hulp te bieden aan onderontwikkelde landen. E n verder moeten wij de poorten van onze universiteit open zetten voor jonge mensen uit die onderontwikkelde landen, opdat wij hun iets kunnen geven, waarmee zij later in eigen land werkzaam, ten zegen kunnen zijn. De wereld in. Over het eerste wilde ik nog graag iets tot u zeggen — over het tweede zal prof. Bavinck straks tot u spreken (diens rede hopen we in een volgend nummer op te nemen. Red.). Het schijnt niet moeilijk: zorgen, dat de afgestudeerden de wereld intrekken o m hulp te bieden waar die wordt gevraagd. Ik hoor iemand zeggen: het is toch zeker de plicht van de universiteit, te zorgen dat zijn abituriënten zo goed mogelijk terecht komen? Wie zal het ontkennen? Toch is daarmee het laatste woord niet gezegd. Want het gaat in die landen niet alleen maar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 108

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's