GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 156

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 156

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wij en de wereld" en prof. Bavinck over „De wereld en wij". De wereld waarover beiden spraken is die wereld die inzonderheid het studieterrein van de culturele anthropologie uitmaakt. Want hoewel de naam dit niet zou doen vermoeden, de aandacht van de culturele anthropologie is niet in dezelfde mate op alle culturen gericht, maar inzonderheid op de culturen van die volken die wel als de niet-westerse worden aangeduid. Ik behoef dunkt me die aanduiding niet te verduidelijken. Dat zegt dan tevens, dat de studie van de culturele anthropologie een bijzondere taak heeft juist voor de vervulling van de dienst waartoe wij in onze tijd, waarin deze „jonge" volken hun plaats vragen in de samenleving der volkeren, zijn geroepen. Eigenlijk zou men moeten zeggen, dat de culturele anthropologie in bijzondere zin is een wetenschap van deze tijd; een wetenschap die ieder nodig heeft die in een of andere funktie zijn plaats in deze dienst, in deze ontmoeting van en aanraking tussen. „westerse" en „niet-westerse" volken, wil innemen. En waar niemand onzer zich buiten deze relatie kan plaatsen, waar wij allen er bij betrokken zijn heeft het zin een woord te citeren van een van de vooraanstaanden in deze ontmoeting, die de culturele anthropologie vergeleek met het zout, dat in geen spijze kan ontbreken; die dus een onmisbaar bestanddeel moet worden geacht van de in deze tijd voor ieder nodige-geestelijke vorming. Het is een eigenaardige zaak, dat, hoewel men dus de betekenis van deze studie speciaal in deze tijd moeilijk kan ontkennen en de instelling en uitbouw daarvan ook aan onze universiteit een noodzakelijkheid is, het niet zo eenvoudig is te zeggen welke toekomst wordt geopend voor hen die deze studie hebben gevolgd. Voorop mag worden gesteld, dat er tot nu toe van werkeloosheid onder afgestudeerde cultureel anthropologen geen sprake is. Het ideaal van een cultureel anthropoloog zal in de regel zijn zelfstandig field - work, cultureel onderzoek ter plaatse, te mogen doen. Men behoeft te dien aanzien niet bepaald pessimistisch te zijn ook al moet worden erkend, dat niet zonder meer een adres is aan te wijzen waar men zich voor een dergelijke positie zou hebben te vervoegen. Maar onlangs maakte ik het mee, dat er mogelijkheden voor uitzending waren, maar dat de gewenste krachten niet beschikbaar waren. Wel is in dit verband te wijzen op de mogelijkheid de studie van de culturele anthropologie te verbinden met de studie sociale aardrijkskunde, thans ook aan onze universiteit ingesteld, waardoor men zich een bestaansmogelijkheid verschaft en tevens gereed kan zijn zodra de kans om te worden uitgezonden en ingeschakeld zich voordoet. Een doctoraal-examen culturele anthropologie kan n.l. ook afgelegd worden op basis van een kandidaatsexamen sociale geografie. Eerlijkheidshalve moeten deze dingen worden gezegd. Maar daarmee wordt de betekenis van deze studie niet verkleind. Hier is ook voor de Vrije Universiteit in deze tijd een taak, waaraan wij ons niet mogen onttrekken, maar waarin universiteit en studenten gereed moeten zijn daar waar de mogelijkheid tot deze dienst wordt geboden. L. Onvlee.

Zó wordt de nieuwbouw van de V.U. Om de maquette, die we hierbij afbeelden, hebben zich de leden van de provinciale besturen, toen zij een vergadering hadden met de directeuren van onze universiteit, verdrongen, want nu kon men duidelijk zien: zó wordt de nieuwbouw van de V.U. De Algemeen beheerder, dr. J. Vermeyden, gaf een deskundige toelichting. Voordat hij dit deed, maakte dr. Vermeyden deze opmerking: „Men kan", zo zei hij, „de bouwplannen van de V.U. op verschillende manieren benaderen. Men kan de houding van een Netaucadnezar aannemen en praten in de trant van: is dit niet het schone Batael, dat wij gebouwd hebben Maar, men kan ook in dankbare verbazing vaststellen, dat we dit mogen doen, dat wij van God er de tijd en de kracht voor krijgen". De tijd en de kracht Hier memoreerde dr. Vermeyden het overlijden van de Amsterdamse stadsbouwmeester de heer B. Merkelbach, die ook zijn tijd en krachten had gegeven aan de Vrije Universiteit als supervisor voor de stedebouwkundige vormgeving. Wat de maquette betreft, rechts ziet men het inmiddels al bekende silhouet van het academisch ziekenhuis, linksachter de gebouwen voor de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen met daarnaast de preklinische laboratoria voor de faculteit der geneeskunde. Ziekenhuis. De bouw van het ziekenhuis vordert goed. In begin 1963 hoopt men gereed te komen met het behandelhuis, een jaar nadien met het verpleeg-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 156

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's