Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 55

versiteit en zij doen dat in de zangerige taal van de streek, met de langgerekte klinkers. — De heer Paber krijgt direct te horen dat hij lijkt op zijn broer B. Paber: „Die is hier ook wel eens geweest, en ook nog zijn voorganger Jaap van Oversteeg. Ja, die heeft nog eens in Hardenberg gesproken, maar dat was toen voor de jongelingsbond". Vooral de zuster van de heer Weitkamp weet veel van vroeger („die heeft een geheugen!", bewondert haar broer) en zij vertelt hoe vader Weitkamp voor de zaak vaak naar Amsterdam moest en dan met zijn relaties discussies had over Abraham Kuyper, over de Doleantie, over de V.U. vooral. „Eerst was vader het niet in alles eens met Kuyper, maar later begreep hij hem beter. Vader zei altijd: ieder die vóór de christelijke school is, moet óók voor de Vrije Universiteit zijn". Enigszins spijtig stelt de spreekster vast dat Hardenberg toen een dominee had, die „Lohmaniaan" was. Trouwens, we krijgen de indruk dat de Weitkamp's, wanneer zij een dominee beoordelen, eerst kijken hoe deze tegenover de V.U. staat. Wanneer broer en zus Weitkamp van een dominee zeggen dat het „'n besten" is, dan kunnen we er van op aan, dat de betrokken predikant een vurig propagandist voor de Vrije Universiteit is.

dat de professor, bij 't aannemen van de uitnodiging liet blijken, dat hij de streektaal nog niet verleerd was. Ze weten ook een paar anectotes over de schooljongen Waterink, en de professor kan gerust zijn: deze verhalen strekken alleen tot meerdere roem van de oud-plaatsgenoot.

Wie nu meent dat de familie Weitkamp alleen in het verleden leeft, vergist zich. De V.U.-van-vandaag heeft ook hun grote belangstelling, 't Hoger onderwijs is ook voor ons, hier in Hardenberg, van belang, zegt de heer Weitkamp: professor Waterink (alweer!) heeft eens gezegd dat wat nu aan de V.U. geleerd wordt, over een dertig jaar Altijd heeft de heer Weitkamp met de V.U. meegeleefd, zijn invloed doet gelden op het altijd met veel vreugde ervoor gewerkt. Steeds streefde hij platteland. „En zo is het!", oner naar, het aantal contribuanten omhoog te krijgen (dat derstreept onze gastheer, die hem dat lukte, hebben we al gezien), en viel het hem wat heel graag het nieuwe mamoeilijk de buitenwijken in te gaan, dan wist hij wel hulp- chinepark van het bureau van krachten te charteren. De laatste jaren heeft hij nogal wat de Vrije Universiteit eens benieuwelingen — vooral uit de onderwijzende stand — kun- kijken zou, vooral de adresnen noteren als lid of contribuant. Hij is ook erg blij met seermachines. Zijn zuster vertelt hoe vlak zijn opvolger, èn met het lijstje van namen-uit-de-buurt, dat opgeborgen ligt in een speciale V.U. - la van zijn bureau bij, net over de grens, ook veel V.U.-vrienden wonen: „Daar en dat hij zal blijven afwerken.' Hij heeft ook heel wat V.U.-dagen bezocht. Ja, die van worden Kuyper en Bavinck Deventer maakte hij ook mee: „Die Wilschut, dat was een nog gelezen!" Ze noemt de goeie leider!" En verleden jaar is hij naar Groningen ge- plaatsnamen Emlichheim en reisd: „Wat hebben we daar mooi gezongen met die meneer Wilsum en informeert of men Jansen. Dat ging prima. En professor Waterink was ook in Amsterdam wel attent is fijn". Gaat hij dit jaar naar Dordrecht? 't Is wel erg ver, op het innen van contributies in die contreien. maar wie weet, als er een speciale bus gaat We moeten opstappen. „De En dan de V.U. - dagen van vroeger. In 1901 heef*, de heer heren worden druk", stelt de Weitkamp dr. Kuyper voor het eerst gezien, ia Arnhem. „We hadden toen een rechtse meerderhei I gekregen, — gastvrouw vast. Wij kijken 't was machtig!" — Zijn zuster haalt ooi; een paar oude elkaar een beetje verschrikt V.U. - relaties op: de latere professor Honig heeft hier eens aan: zijn wij, Amsterdammers, gelogeerd. Wanneer we opmerken, dat deze hoogleraar in te lawaaiig? Maar we hebben Kampen was, klinkt het bestraffend: „Maar hij was leerling door dat bedoeld wordt, dat wij haast krijgen. En daar had van de V.U.!" Over professor Waterink gesproken: op hem zijn ze in zij gelijk in: hoe prettig het Hardenberg een beetje extra trots. „Die heeft hier school ook is, met V.U.-vrienden gegaan". Van de zomer, zo horen we, komt hij in Harden- over „toen en nu" te praten. berg preken, — en de Weitkamp's vinden het heel mooi A. J. K. 7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen