GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 164

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 164

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

jaren de groentijd aan de V.U. zo georganiseerd is, dat iedere aankomende student er ook zeker van kan zijn, dat hij in een „dispuut" wordt opgenomen. In de veel geprezen oude tijd was het nl. mogelijk dat dit, ondanks het doormaken van de groentijd, niet gebeurde; een situatie die bepaald onchristelijk moet worden genoemd. Een andere lichtzijde van de groentijd is, dat deze instelling het mogelijk maakt, op korte termijn de aankomende student globaal in te wijden in de sfeer van het studentenleven, met zijn eigen verhoudingen en gebruiken. Of al die verhoudingen en gebruiken zo waardevol zijn, is aan gerede twijfel onderhevig. Zelfs of die wel alle de toets van een christelijke kritiek kunnen doorstaan. Maar niemand zal, geloof ik, ontkennen dat daar ook veel bij is, dat een positieve betekenis heeft voor de vorming van de student. En nu iets over dat wat tegen de groen tijd pleit. Er gebeuren herhaaldelijk ongelukken als gevolg van te ruw optreden of vermoeidheid. Soms zou een dergelijk ongeluk ook gebeurd kunnen zijn bij een kennismaking op voet van gelijkheid en kan men dus op grond daarvan „de" groentijd niet veroordelen. Soms moet ook als werkelijke oorzaak worden aangewezen, dat de aan de studenten ter beschikking staande ruimten — m. n. de corpssociëteit — ver onvoldoende zijn. Maar dikwijls is er werkelijk door de studenten geen enkel excuus aan te voeren. Dan dringt zich dus de vraag op of de groentijd maar niet beter kan worden afgeschaft, indien het blijkbaar onmogelijk is die te doen verlopen zonder ongevallen. Nog erger is overigens dat bij herhaling de klacht wordt vernomen dat ouderejaars zich te buiten gaan aan onbehoorlijk en vernederend optreden. Natuurlijk kan men verdedigen dat ook deswege „de" groentijd niet kan worden veroordeeld, maar alleen de betrokken studenten (en het milieu waaruit ze afkomstig zijn?). Beslissend is een dergelijk argument echter niet; de groentijd verschaft nu eenmaal de aanleiding en de mogelijkheid voor een dergelijk optreden. En weer rijst de vraag of die aanleiding en mogelijkheid dan maar niet beter kan worden weggenomen door de groentijd af te schaffen. Wegen de voordelen van de groentijd tegen deze nadelen op ? Het antwoord verschilt, al naar gelang de persoonlijke eigenschappen en instelling van hen tot wie de vraag wordt gericht. Wie zelf een sterke persoonlijkheid is en optimistisch van inslag, zal eerder de nadelen niet zo zwaar laten wegen, dan wie zelf spoedig in de verdrukking komt en er moeite mee 4

heeft de bezwaren van het heden blijmoedig te dragen omdat hij van de toekomst veel verwacht. Wel zal men het er vermoedelijk vrij snel over eens zijn, dat het beste zou zijn een groentijd met behoud van de voordelen verbonden aan het huidige systeem, doch zonder de nadelen daarvan. Nu mag men daarbij allereerst de simpele waarheid niet vergeten dat iedere medaille twee kanten heeft en dat er nu eenmaal schaduw is als de zon schijnt. Bovendien is er aan de V.U. reeds lang in deze richting gewerkt en gebeurt dat nog steeds. Ik vermeldde reeds dat sedert jaren iedere aankomende student zeker kan zijn van de uitnodiging van een „dispuut". Het ruimte-probleem is minder klemmend geworden door de splitsing van het corps in 2 sub-corpora. (Wie enigszins weet hoezeer studenten aan traditie hechten, zal begrijpen hoe moeilijk deze operatie is geweest.) De rechten van de aankomende student, neergelegd in het novitiaatsreglement, worden elk jaar uitgebreid en beter omschreven. Lichamelijk groenen is verboden en strafbaar gesteld. Het instituut van het patronaat wordt eveneens voortdurend uitgebouwd. (De noviet mag — en moet zelfs — bij zijn patronus komen met eventuele klachten.) Gedurende geruime tijd bestaat er ten slotte voortdurend overleg betreffende de groentijd in een commissie die de senaat daarvoor heeft benoemd en waarin ook de studenten ruimschoots vertegenwoordigd zijn. Het helpt alles niets ? Tot

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 164

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's