GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1964 - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1964 - pagina 36

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

vak hem nu meedeelt, dat dit in het gege-

Verder plachten de Grieken

ven verband een technische onmogelijkheid

stenen Ie griften (inscripties), op de manier

is, v^eet hij, dat hij de passage nog niet

van het aanplakbord van onze gemeente-

begrepen heeft en dat de auteur iets an-

hulzen, leder jaar vinden w e stenen met

ders bedoeld heeft.

inscripties. Z e helpen allereerst ons natuur-

allerlei

lijk door de kennis van de taal Ie Met twee zusterwelenschappen klassieke filologie

in zeer

staat

nauw

de

contact:

de oude geschiedenis en de archaeologie. Maar er zijn er meer: de studie van het Hittietisch heeft voor de klassieke filologie vruchten opgeleverd, de moderne anthropologie niet minder. Z o zou veel meer te noemen zijn, hierna kom ik er nog even

op

ver-

groten. V o o r de historici zijn ze natuurlijk van het allergrootste

belang: ook schijn-

bare kleinigheden als de benoeming

van

een dorpsmagislraal kunnen bijdragen tot de vorming van zijn beeld; en soms vindt hij iels sensationeels, zoals de onlangs ontdekte inscriptie (waarover

fel

gestreden

wordt), die misschien de Atheense strategie In 480 v. Chr. In een nieuw licht plaatst.

op terug.

Een van de meest interessante, maar ook meest riskante onderdelen van het bedrijf is h e l „ d e t e r m i n e r e n " van belangrijke begrippen. Ons

woord

„geweien"

bijv.,

is

de vertaling van een griekse term. W a n neer men echter die term voor het eerst in het grieks tegenkomt, heeft hij beslist niet de inhoud, die hij nu voor ons heeft: daar kan men hem het beste weergeven met „bewustzijn". H e l is duidelijk, hoe gevaarlijk het zou zijn de latere ontwikkeling van de term in een vroeger stadium terug te projecteren.

Dan de papyri. In Egypte is lussen 300 v. Chr. en 600 na Chr. door de bovenlaag grieks gesproken. In het kurkdroge klimaat van dat land is papier bewaard. Sinds 1880 is een grote hoeveelheid daarvan ,,ontgonn e n " . Flarden heel vaak, die men met grote moeite

aan elkaar

past, maar

soms

ook

gave papieren. Brieven, rekeningen, rapporten (de geschiedenis van de taal kennen we daardoor beier, maar ook de admlnislralie en de economische geschiedenis van die eeuwen daar is beter bekend dan die van West-Europa

van

lien

eeuwen

later). Soms vindt men uit een boek gescheurde bladen die als kladpapier gebruikt

De zeer beperkte ruimte w i l ik nog gebrui-

zijn en dat kan een fragment

ken om twee populaire misvattingen te cor-

van een auteur; soms zelfs een compleet

opleveren

rigeren.

of bijna compleet boek.

Men meent: het grieks van de klassieke tijd

b. O o k als er niets „ b i j " kwam, zou onze

is een dode taal. Ja en neen. D o o d , omdat

wetenschap veranderen: haar

het niet meer gesproken wordt; (en helaas,

veranderen immers en doen nieuwe erva-

beoefenaars

wat zouden we veel geven voor 50 meter

ringen op. In het contacl met andere we-

geluidsband uit 400 v. Chr.l) dal heeft het

tenschappen bijvoorbeeld. In de 19e eeuw

gemeen met hel nederlands

van

1500.

Neen, omdat het rechtstreeks voortleeft in

heeft

de klassieke filologie

meegeholpen

de anthropologie te funderen: ze heeft de

het moderne grieks (een werkelijk dode laai

diensl driedubbel

is bijv. h e l assyrisch).

door ervaringen in het leven: pas door de

vergoed

gekregen.

Of

De tweede misvatting uit zich in de vraag:

Inflatie van na de eerste wereldoorlog be-

zijn jullie er nu nog niet op uitgekeken?

grijpen w e goed de geschiedenis van de

Er komt toch niets meer bij? ( W a a r o m stelt

3e en 4e eeuw na Chr.; de opkomst van

men die vraag niet Inzake h e l onderzoek

het fascisme heeft allerlei verschijnselen in

van de zon, die toch niet groter

wordt,

de I e eeuw v. Chr. duidelijker

gemaakt.

of van de wiskunde, waar toch in zekere

O f ten slotte culturele ervaringen: bepaalde

zin ook

tendenties in de franse poëzie van het eind

„niets bij

komt"?)

der vorige Twee antwoorden dient men te geven: a.

Er komt wel iets b i j ; men denke aan

de vele vondsten van de archaeologen, die ook voor de filologie van betekenis zijn.

eeuw verhelderen

de

griekse

poëzie uil de 3e eeuw v. Chr. K o r t o m , er is genoeg aan de hand en het vak is springlevend. G . J. de Vries.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

VU-Blad | 197 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1964 - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

VU-Blad | 197 Pagina's