GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1967 - pagina 133

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1967 - pagina 133

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ook voor de jongeren wel altijd een (wezenlijk)

onderdeel

van

het

revalidatie-proces, in die zin dat getracht w o r d t de patiënt te leren zoveel mogelijk zichzelf weer te helpen, hem weer lust tot het leven, het werken en zijn recreatie (in de ware zin van dit woord) bij te brengen. De term begeleiden wordt in dit verband gebruikt door medici, maatschappelijke

werkers,

diakenen,

arbeidsdeskundigen,

enz.

Gedacht

w o r d t dan aan een regelmatige begeleiding, raadgeving en bewaking. Hoewel deze drie termen

(revalidatie,

reactivering,

begeleiding)

wel

verschillende begrippen dekken, is het niet mogelijk scherpe grenzen te trekken. Als het goed is, zal de begeleiding ook een stuk reactivering inhouden en de revalidatie

een

stuk

begeleiding.

Hierboven

richtten wij de termen revalidatie, reactivering en begeleiding op de gehandicapte. Het is Dr. C. P.

Dubbelman

niet

gemakkelijk

het

begrip ,,gehandrcapt"

te

definiëren, zeker als we ons niet willen beperken tot lichamelijke handicaps, als bijv. een amputatie, doch ook geestelijke en maatschappelijke handicaps en met name combinaties van

deze

drie

factoren

hieronder willen rekenen. Op

de

keper

beschouwd, is

ieder

dan

wel

ergens

gehandicapt.

Dit lijkt misschien spijkers op laag water zoeken. Ik heb echter al zoveel ernstig lichamelijk gehandicapten meegemaakt,

die

een

even-

wichtig en blij leven leiden en steunpilaren zijn voor anderen. Anderzijds zijn voor sommigen soms betrekkelijk kleine afwijkingen aanleiding tot grote geestelijke, financiële en andere probleemsituaties, waardoor

deze

lichamelijk

nauwelijks

gekwetste

mensen

toch

feitelijk

ernstig gehandicapt zijn. Bij deze groep is het vaak niet eenvoudig onderscheid te maken tussen onvermogen en onwil of ,,niet kunnen w i l l e n " en ,,niet willen kunn e n " . In oudere tijden was deze onderscheiding Voorbeeld

van een eenvoudige lift, zonder e/ektr/sche aandrijving, geschikt voor plaatsing in of bij een normale woning. Door middel van deze voorzieningen is het voor diegenen, die slecht ter been zijn, mogelijk een hogere verdieping goed te bereiken.

nog

moeilijker.

Bij

primitieve volkeren werden gehandicapte kinderen gedood, ouderen en chronisch zieken achtergelaten, enz. Ook in ons land zijn zonder twijfel in het kader van heksenprocessen bijv. velen gedood die in feite geestelijk en/of lichamelijk afwijkend waren (spastici bijv.). Ook in ons land konden een honderd jaar geleden in de gestichten de geestelijk gestoorden tegen betaling bezichtigd worden. In diezelfde periode waren de ziekenhuizen opberginstituten, waar men in feite kwam om te sterven. In ons Amsterdamse Binnengasthuis waren aanvankelijk geen artsen werkzaam. Deze werden later door de gemeentelijke overheid aangesteld, niet om de patiënten te behandelen, doch om uit te maken of zij wel terecht op kosten van de gemeente in het gasthuis waren en niet — ondanks hun handicap — in het spin- of rasphuis konden werken. De latere wetenschappelijke ontwikkeling heeft allerlei technische en organisatorische ontwikkelingen tot gevolg gehad, die een betere onderscheiding mogelijk maakt. Toch is het, bijv. in het kader van de sociale verzekering, ook nu vaak moeilijk om te bepalen welk w e r k een bepaalde gehandicapte ,,in b i l l i j k h e i d "

kan

worden

opgedragen.

Voorts blijft de vraag waar de grens ligt tussen „ b e g e l e i d e n " en het dragen van eigen verantwoordelijkheid. Met de technische en organisatorische ontwikkelingen zijn de

mogelijkheden

tot

tewerkstelling

en

recreatie in omvang en in kwaliteit sterk toegenomen, ook v o o r de gehandicapten. Allerlei vervoermiddelen bijv. maken het velen van hen mogelijk zich zelfstandig te verplaatsen. Anderzijds is het tragisch te moeten

constateren

hoeveel

openbare

gebouwen

als

postkantoren,

kerken, winkels en ook ziekenhuizen v o o r de rolstoelpatiënten ontoe-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1967

VU-Blad | 205 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1967 - pagina 133

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1967

VU-Blad | 205 Pagina's