GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 134

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 134

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

fs sterilisatie

een geoorloofde

maatregel?

's^

Voor het beantwoorden van de vraag of sterilisatie eigenlijk wel geoorloofd is, kan men zich in de eerste plaats afvragen wat de Nederlandse rechter hiervan vindt. Het blijkt dan dat onze wetgeving geen directe bepalingen ten aanzien van sterilisatie kent. De ingreep valt onder het begrip medische behandeling in het algemeen. Natuurlijk kan men zich voorstellen dat sterilisatie in bepaalde gevallen het karakter van een mishandeling zou kunnen krijgen en op deze grond strafbaar gesteld zou kunnen worden, wanneer de arts aantoonbare schuld heeft. Op sterilisatie als maatregel tot geboortebeperking op vrijwillige basis zal dit echter zelden van toepassing kunnen zijn. In de tweede plaats kan men zich afvragen of sterilisatie uit psychologisch oogpunt wel een juiste maatregel geacht moet worden. Het ontnemen van de mogelijkheid tot voortplanting raakt de mens immers wezenlijk en terecht is men dan ook zeer beducht geweest — en is dit nog wel — voor allerlei ongewenste en zelfs gevaarlijke psychische reacties, Uit uitgebreide naonderzoeken bij geopereerde mannen en vrouwen blijkt dit erg mee te vallen. Bij de meeste mensen staat de volledige bevrijding van hun alles overheersende angst voor zwangerschap op de voorgrond. Het zal duidelijk zijn dat dit alleen geldt als de operatie met volledige instemming van beide partners en met een volledig begrip van de betekenis ervan, wordt verricht. Tenslotte een enkele opmerking over de ethische aspecten. Wanneer wij het oordeel van de christelijke kerken vragen, blijkt dat de Rooms-Katholieke kerk de sterilisatie absoluut afwijst. Deze kerk toont begrip voor de verantwoorde gezinsvorming, doch acht alleen het gebruik van ,,natuurlijke middelen" als periodieke onthouding geoorloofd. Naast dit duidelijke standpunt nemen de andere kerken een aarzelende houding aan ten opzichte van de sterilisatie; de Gereformeerde Kerken hebben zich tot nu toe van een officiële uitspraak onthouden. Deze aarzelende houding is mede te verklaren uit het feit dat het vraagstuk in ons land niet als dringend beleefd wordt. In landen als India, Japan en de Verenigde Staten nemen de kerken een veel meer positief standpunt in. Als ik een poging mag wagen om een persoonlijke visie te geven, meen ik te mogen stellen dat wij van ProtestantsChristelijke zijde de noodzaak van een bewuste en verantwoorde gezinsvorming volledig erkennen. De door de Rooms-Katholieke Kerk aangebrachte scheiding tussen ,,natuurlijke" en ,,tegennatuurlijke" middelen wordt door de meesten onzer niet essentieel gevonden. Voor ons ligt het probleem veel meer in het onherroepelijke karakter van de ingreep en in het element van ,,verminking". Inderdaad is onvruchtbaarmaking door sterilisatie — anders dan bijvoorbeeld door de ,,pir' — een praktisch onherroepelijke zaak, hoewel men in sporadische gevallen wel met succes de operatie weer ongedaan heeft kunnen maken. Maar moet een beslissing die men als man en vrouw samen in volle overtuiging heeft genomen, een beslissing waarin men zich verantwoord acht tegenover elkaar, tegenover het gezin en tegenover God, altijd herroepen kunnen worden.'' Hoewel een'dergelijke beslissing een zware verantwoordelijkheid legt op man en vrouw, zie ik de onherroepelijkheid niet als een steekhoudend argument tegen sterilisatie. Ook het element van ,,verminking" kan mijns inziens niet als argument tegen sterilisatie gebruikt worden. Bij allerlei andere operaties worden soms belangrijke functies uitgeschakeld ten behoeve van het behoud van het lichaam als geheel. En het verantwoorde motief

tot sterilisatie gaat nog veel verder: niet in de eerste plaats de zorg voor het eigen lichaam, maar de zorg voor het huwelijk, voor het gezin, kortom voor de ander staat hierbij op de voorgrond. Wanneer

sterilisatie?

i^^^^^^^^^^^^^^^^^^

De beantwoording van de vraag, wanneer sterilisatie op sociale gronden overwogen moet worden, is afhankelijk van de andere mogelijkheden tot geboorteregeling, die wellicht óók of béter toegepast zouden kunnen worden. Algemene richtlijnen zijn daarom moeilijk te geven. Vroeger was sterilisatie de enige methode voor anticonceptie, die onafhankelijk van de coïtus was. Hierin is verandering gekomen door de ontdekking van de ,,pil". Dit op zich zelf zeer — al is het niet 100 % — betrouwbare middel vraagt echter een nauwkeurig gebruik, is niet geheel vrij van meestal ongevaarlijke doch soms wel hinderlijke bijwerkingen en kan om medische redenen niet door iedere vrouw gebruikt worden. Een grote vooruitgang is ook geboekt door de invoering van de in de baarmoeder ingebrachte ,,spiraal", een middel waarvan de betrouwbaarheid iets minder is dan die van de pil, doch waarbij slordigheid geen invloed meer kan hebben. Ook bij dit middel dat in vele landen en ook in ons land in toenemende mate toegepast wordt, kunnen in sommige gevallen onaangename bijwerkingen voorkomen. Hoewel dus ,,pir' en ,,spiraal" voor velen een goede oplossing kunnen bieden, waardoor voor hen sterilisatie niet de voorkeur verdient, blijven er gevallen bestaan waarin deze en andere middelen ter anticonceptie óf om medische redenen niet in aanmerking komen óf onvoldoende zekerheid geven en mede daardoor een te grote belasting vormen. Voor deze mensen zal sterilisatie de meest aangewezen oplossing kunnen zijn, bij het bestaan van een gevormd gezin en vooral als zij wat ouder zijn. Nogmaals moet dan gesteld worden dat een weloverwogen beslissing van beide partners en een goed inzicht in de draagwijdte van hun beslissing een absolute vereiste is. Hoewel de ingreep bij de man het eenvoudigst is uit te voeren, wordt hij meestal bij de vrouw verricht. Door de man wordt sterilisatie psychisch als meer belastend ondervonden dan door de vrouw. Impotentie van de man kan hiervan het gevolg zijn. Dit zou samenhangen met het bij de vrouw toch al zonder meer intreden van de onvruchtbare periode rond het 45e jaar, terwijl de man tot het eind van zijn leven vruchtbaar kan blijven.

Conclusie De in de titel gestelde vraag kan mijns inziens positief beantwoord worden, in dien zin dat sterilisatie een aanvaardbaar middel voor geboorteregeling kan zijn. Sprekend over sterilisatie zou men in plaats van geboorteregeling beter kunnen zeggen geboortebeperking, een beperking die onherroepelijk is. Dit onherroepelijke karakter van de ingreep vraagt, na een nauwkeurig onderzoek van andere mogelijkheden tot anticonceptie, een verantwoorde motivatie van beide partners, afgestemd op de belangen van huwelijk en gezin. De arts zal in staat moeten zijn hierbij als raadgever op te treden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 134

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's